Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 1 (1726)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 1
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 1

(1726)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een vertoog over het sluyten van deuren en vensters.

Ik ben een goed Slag van een Man, die 's Winters blokt, en Zomers loopt wandelen, (in dat Hospitaal logeeren de meeste Schryvers, Schilders, en Muziekanten) en inzonderheyt wort in het Winter-Saisoen het Welweezen der Juffers by my behartigt; want zo ras zie ik niet dat men dan een Vrouw beledigt, of ik slaa de Vuyst aan den Degen of aan de Pen, en ik schiet toe als een Snoek om haar te verdedigen.

Die Blaam die my nu tegens 't hoofd stuyt is het alderwanschapenste Ingredient dat in de 't Zamenstelling van een schoone Vrouw misstaat; en dat Vismarkts Ingredient, noemt den Echo des Weerelds, diealles zyn Naam geeft, SCHELDEN.

Maar ik verstaa door dat Woord Schelden, dat gering Harrewarren, of die Verschillen in Gevoelens niet, die na en dan eens voor Maartsche Buyen speelen tusschen Man en Wyf; nog ik begryp daar door die Vermaaningen nog die Instructien niet, die de discreete Juffers wegwerpen op haar Dienstboden. In tegendeel beschouw ik die als behoorlyke Oefeningen in een Familie, volstrektelyk nootzaakelyk om de Grensscheyding tusschen den Hoed en de Muts te etablisseeren, en om de Tusschenwydte tusschen den Heer en de Knegt, de Vrouw en de Meyd, vast te stellen. Ook Zyn die hartiglyke Uytdrukkingen hoognoodig voor de Gezondheyt, dewyl die vry veyliger de Long heelen als het Drop van zoet Hout, of als den Balsem van Lucatelli, dewyl die op een Zonderlinge wyze de Werktuygen van de Spraak openen, en dewyl die een Circu-

[pagina 148]
[p. 148]

latie aan het Bloed byzetten, dat anderszins zo slit zon staan als de Haagsche Glasblaazery. De Leezers zien uyt dit Voorstel, dat ik geen Vyand ben van Huyslyke Dispuyten, maar ik ben tegen het verkeert Saisoen waar in de Vrouwen die Exercitie gebruyken, gelyk als ik zal probeeren, by voorbeelt.

Ik kwam onderdaags aan het Huys van een aangnaame Juffer in myn Buurt, die in zodaanige laage Conferentie met haar Keukenmeyd was ge-engageert, dat ik docht te sterven door Schaamte. Zy waaren beyde zo rood getopt door een wederzydsche Yver, als een paar verstoorde Kalkoensche Hennen, en zy behandelden beyde haare Argumenten met zodaanige Wrangheyt, Heftigheyt, en een luyd Geroep, dat 'er een algemeene Oproer ontstont op de Straat, en onder de Nabuuren. De Overtreedingen des Huysgezins, en de kleyne Feylen wierden tot op het Hembd toe ontkleed; ja de zwakke Buyen tusschen den Man en de Vrouw zo onzediglyk ontbloot, gelyk als het Lyk van een gehangen Dief, dat voor de tweedemaal de Leevenden zal stichten en onderwyzen op het Tonncel der Ontleedkunde, ontbloot wort voor de nieuwschierige Blikken der jonge aankomende Geneesheeren. Dat verschrikkelyk Gedrag bonsde myn Gedult buyten den Omtrek der gewoonlyke Leydzaamheyt, dewyl men het zotste gedeelte van die Conversatie voor de Weerelt had konnen verbergen, door een voorzichtig Gedrag. Had Madame, toen zy de Vlaag van Scheldlust voelde naderen, de Deuren en Vensters digt toegeslooten, alles had wel, en in behoude Haven geweest.

Ha! daar steekt zo veel in het Sluyten van Deur en en Venster, dat ik my daar over een weynig verder wil en zal uytbreyden. Ik ben zo geduldig als een Opperstuurman in een Travaat, en ik heb een Bed-Rib die weerom kakelt als een Kip in den Eyer-arbeyd, en echter hebben wy staande ont Vystigjaarig Huuwelyk, het Karakter bewaart van een vreedzaam en rustlievent Paar. Wanneer ik een Storm zie aankomen gedraag ik my als een goed Zeeman die zyn Zeylen vermindert; ik laat de Schuyfraamen daalen, en de Blinde nederzakken; ik zet de Deur op het Nachtslot, en dan laat Waayen

[pagina 149]
[p. 149]

wat komt. Op die voet staan wy slagvaardig voor het beslooten Verschil, en hoe luydruchtig dat wy ook zyn binnens Deurs, het Verschil blyst een Gebeym voor het Volk buyteen Huys.

Uyt hoofde van die Ervaarendheyt neemt den Echo de Vryheyt em aan de Juffers die aan een luyd Geroep onderhevig zyn te recommandeeren, Van de Deuren en Vensters digt toe te Dammen, eer zy eenige Argumenten met haar Minder ontginnen, (en voornaamlyk met haar Mannen, dat alzo dikmaals voorvalt) en dat zy dan nog daar en hoven de Slentel op de Doodkist van een Theetafel, (zo de Twist weezendlyk is) neerleggen. Die Formaliteyt alleen zal het vereyscht Gewigt aan 't Krakkeel by zetten, en Hagar zal ten minsten voor ten korte tyd, met een uytwendige Eerbiedigheyt luysteren na Mejuffrouws Harangue. Vyftig Woorden op die wyze verschooten, zullen meer doen als vyf duyzent konnen doen met open Deur en en Vensters.

Of schoon nu de Achtbaarheyt van myn gryze Haairen, een Observatie van Vyftig Jaaren, en myn alom bekende Zucht voor Diones Cytersnaaren, voldoende zyn om dit Voorschrift, Sluyt Deur en en Vensters, in praktyk en in de Mode te brengen: Echter dewyl men de Juffers in alles de volle Maat moet geeven, zal ik die fluweele Discipelinnen instrueeren in de natuurlyke Filosofie van de tegenwoordige Deur- en Venster-Les, en dat geschiet te meer om myn Geleerdheyt op die Tetten-Vensters te pronk te zetten.

 
Klappeyen luyster dan een Ogenblik a Ses,
 
Wilt de Echos boogen Top nu niet voor 't Voorhoofd stooten,
 
Hy heest wel eer dees' Zedeles
 
Uw Tantes gedoceert als 't Huys was digt geslooten:
 
En 't geen hy eertyds dee vooe 't Hoon,
 
Wil hy op plaats en tyd nog voor de Kuykens doen.

Het Geluyd dan, gelyk als de groote Descartes zegt, (ik moet ommers Iemant aanhaaten, want wat zou anders myn Geleerdheyt uytdoen,) het Geluyd dan, zegt Descartes, is van een gegolfde wyd uytgebreyde Natuur, poogende om uyt te kruypen langs ieder Opening; (dan is 't Geluyt van een tegen-

[pagina 150]
[p. 150]

strydige Natuur met de Minnaars) derhalve wanneer het Voorwerp des Geluyds binnens 's Huys is, (dat is, wanneer de Meyd zal gescholden worden) zo volgt het uyt deeze Bepaaling dat je alles moet doen, om het Geraas of Geluyd zo naauw te besluyten als 't doenlyk is, door het toedammen van alle Holen en Gaten. Wanneer nu het Geluyd de minste Wederstand ontmoet tegens de bebelwerkte Deuren en Vensters, dan stuyt het achterwaards met een dubbelt Gewelt op Hagars Trommelvlies. Insgelykx slaat Hagars Quakkelbeen weerom met een vermeerde Kracht op haar Vrouws Gehoor, en schenkt haar een Appelstruyf voor een Limoentaart, en Boonen voor Sleepruymen. Op die voet blyft het Geluyd en de Muziek hangen tusschen de Mecchelsche Coiffuur en de gemangelde Mopmuts, de Partyen treffen een Stilstant, of scheyden onvoldaan, zo 't haar best goed dunkt, zonder dat 'er de Straat, de Gebuuren, of de Vagabondeerende Honden mee gemoeyt zyn, en dat is geen kleyn Voordeel bevogten van weers kanten.

Ik zal 'er dit nog by doen in Vertrouwen, dat ik na een onbepaalt Hoofdbreeken, een kleyn muziekaal Konstwerktuyg heb uytgevonden, zeer dienstig tot de Verbetering der Huyslyke Harmony, welk Konstwerktuyg debekwaame Ogenblikken aanwyst, om de Stem te verhoogen of te verlaagen in die Domestieke Vermaakelykheden. Dat Konstwerktuyg heb ik gecalculeert op den Meridiaan van Mevrouw Mansverdriet, die in navolging van de Leeuw die de vlugt neemt op het Geluyd des Haans, desgelykx haaten bedroefden Bed-Martelaar uyt het Huys voortzweept met haar gescheurde Chalumeaus Konstpyp; doch met de minste Verandering zal het aan de overige Perroquiets Gorgels van deeze beroemde Weereldstad konnen dienen. Zo ras als ik myn Patent bekom, om dat Konstwerktuyg alleen te moogen maaken en verkoopen, zal het te bekomen zyn by Moses Abscondite Leporem, die uyt een Cossihuys van ongaare Staatkundigen, een Schuylplaats heeft geformeert voor allerley Soort van nutteloosze Kwakzalvers Medikamenten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken