Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat mirakel verrichte het huuwelyk.

Nooit beschouwde den Ygod gezeten op Pampus een slimmer Menschdier als den ongehuuwde Snyder Schaarvast. Die Dief had binnen de Vyftien Jaaren Snyderens meer rood Laken gestoolen als 'er noodig is tot het kleeden van een Regiment. Die miltzuchtige Lappengaarder was den onbarmhartigste Geldeyscher, die ooit een Geldeloos Kind van Weelde maande in een vol Gezelschap. Een Vlieg in de Zonneschyn op den rug van een gedrukt Paerd is min moeyelyk, als die neergehakte Plus was aan die Ongelukkigen, wier Omstandigheden zyn lange Rekeningen niet konden beandwoorden; Hy had zo een geheyme Vreugd in het pyningen van de langzaame Betaalers, en hy schiep zo veel Vermaak m het op den Tabbert zitten der Behoeftigen, dat hy altoos een prompte Betaaling scheen te ontfangen met een Soort van Leedweezen, gedachtig dat hy de Gelukzaligheyt verloor van dien Man te konnen maanen. Als dat aamborstig Schepsel 's morgens vroeg geen Schuldenaar op 't Steven liep waar op hy zyn Long kon exerceeren, was hy den gamsche dag door zo Heesch als het Gehommel van een gescheurde Blaasbalg. Hy zat altoos zo waakzaam op de Bank van een zeker Dam-Koffihuys tegens het Klokslag van Twaalf Uuren, als een Haarlemmer Kat zit te loeren op een Keukenduyn, en dat geschiede doorgaans op hoop van een verouderde Schuld te innen, of om de Maat van een nieuw Kleed te neemen, of schoon zyn Kneukels zo plat geworden, waaren door het kloppen tegens de Kamers der Reyzigers in den Doelen en in de Heeren Logementen, als de

[pagina 182]
[p. 182]

Vingertoppen van den Duyvelshoeks Violist Hans Peter verstompo zyn door het Snaarenvingeren van dat Instrument. Dat Heerschap kogt taamelyk bejaart zynde een Stuk Rol-Arraozyn in den Zydewinkel des Huuwelyks, en schoon zyn Dame zo bekent was by de Liefhebbers van het verbooden Oost, als de uytgeraafelde Balsamina eens geneusde Boekworms, echter is hy in de Hervorming gevallen 't zedert dat Huuwelyk, en hy die gewoon was van zeven Vierendeel Stof of Laken te rooven op ieder Kleed, schynt zig thans met anderhalf El te vergenoegen.

Dat Mirakel verrichte het Huuwelyk.

Daar was Mejuffrouw Margo Marionette, die ommers zo een onbehouwen Tronie had als een Meermins hoofd op het Roer van een Damschuyt, of als een Luytskop in de Winkel van een romeyns Haairscheerder, en die haar echter inbeelde dat zy met een Som van zeven Duyzent guldens ryk genoeg was om de Onderlaag te worden van een Yrsche Lord, daar zy pas Geld genoeg had om in een Slaapbank ondergedekt te worden met een Schiedammer Distilateur. Die Schoone versmaade meer Vryers als 'er Helden wierden verflaagen voor de Belegering van Troyen, en schoon haar Neus zo rood was als de brandende Lont van een Dardanelles Kanonier, waar uyt den Echo besluyt dat haar Minne Brandewyn in stee van zoete Melk had gedaan in haar Pypkan, nogthans gaf zy voor dat haar Papa een Kolonel geweest zynde onder Barentje van Galen, zy haar Persoon niet laager mogt besteeden als aan een Brigadier van de Spaansche Dragonders. Eyndelyk trouwde die Amasone met een subaltern Koffischenker in een neeringryke Vrystad, zynde zy zo verootmoèdigt door de Trouwen, dat zy thans haar Neus in slee van een Konfoor aanbied aan de Gasten om hun Pypen te ontsteeken aan deszelfs eeuwigduurende Vlammen.

Dat Mirakel verrichte het Huuwelyk.

Wie weet niet te spreeken van Mevrouw Stopnaald, die Patrones der Gierigaards, die Mond des Duy**s, die alles inschokte en niets overgaf als kwaade Woorden, en nog slimmer Bejeegeningen? Die gierige Pest was weleer de Oorzaak dat den Edelman zyn Swee** zyn Land, den Advokaat Cycnus zyn Schildereyen, den Doktoor Uyl zyn Boeken, den Officier Snaphaan

[pagina 183]
[p. 183]

zyn Ringkraag, en den Muziekant Karvajal een geleende zilvere Snyfdoos verpande, want zy schoot Geld op alles, Maagdommen uytgezondert. Als zy een Schaapenbout kogt liet zy die steeken aan een geleent Spit, (zommige Dames behelpon haar nog huydensdaags met geleende Instrumenten) en als die gaar gpbraaden was behielp zy haar dien Middag met de Sopjes uyt de Pan, voorgeevende zo teer te zyn van Gehemelte dat zy geen beet Gebraad kon kaauwen. Zy schreeuwde nog luy der tegens warm Brood, als de gevlugte Karthuyzers schreeuwen tegens de Constitutie, en dat dewyl zy drie oubakke halve Stuyvers Wittebrooden kon koopen voor eene Stuyver. Als zy haar Kamers dee uytveegen, liet zy nooit het Stof uytschudden in de Wind, gelyk als de Asschen der Verraaders, maar zy beval die Stof in het Vuur te gooien, om daar langs haar Turs en Hout te bespaaren; en zy dec desgelyks haar Kleyn Bier zo als het in de Kelder was gebrogt aftappen, zeggende, dat het anders Verteerde op het Vat. In 't kort zy lee vrywilliglyk Gebrek aan alle de Leevensbehoeftens, en zy verzon alle de Listen eens Bedelaars, alle de Morsigheyt eens Slons, en alle de Vloeken eens Woekeraars, tot Vermeerdering van haar tydelyke Have. Eyndelyk en ten laatsten trouwde zy met de Klerk eens Advokaats, en 't zedert heb ik haar een Som van ze ven Grooten zien bieden in een Noortwyker Fruytschip voor een vroegrype Muskus Meloen.

Dat Mirakel verrichte het Huuwelyk.

Wat zegje van die Mirakelen, Jonker Kuykenpastey? vroeg ik aan dien adelyken Overspeelder, en hy andwoorde, Ik geloof dat den Echo des Weerelds met my schimpt, en dewyl onze Inleyding haar Begin nam met een meenigte Zinspreuken lust het my om daar mee te besluyten. Dit gezegt hebbende maatigde hy zig een achtbaar Air aan, en hy bestormde myn Eenvoudigheyt met een Drom van laconische Verwytingen.

De Schertsing, Echo des Weerelds, is wel een Teken van Geest, maar niet van Wysheyt. Het Vergif eens Adders schuylt in zyn Staert, en het Fenyn eens Schertsers onder zyn Tong. De Peper is heet op de Tong doch koel in de Maag, en de Boertery is behaaglyk aan het Gehoor, doch wrang aan

[pagina 184]
[p. 184]

het Begrip. Ook wort een Misgreep veroorzaakt door een Schimpscheut, niet geboet door het Leedweezen.

Ik beandwoorde die Tuynmans Welspreekendheyt met de onderstaande Vergelyking.

Ab den Leeuweriker zyn Dagnet uytlegt op een heldere Morgenstond, en zyn Spiegeltje omdwarlt, ziet men dat niet alleenlyk den vrolyke Leeuwerik, en de onnoozele Duyf verblint en in verwondering worden opgetoogen, maar dat ook de stoute Roofvogels, den snelle Havik, en den hoogzweevende Valk, worden verlokt om neder te daalen, en gaapende op dat uyterlyk Geslikker zig laaten vangen. Op die Wyze spreyden de onkuysche Vrouwen, die Leeuweriksnetten des Duyvels, haare Bekoorlykheden uyt voor de lustige Zoonen der Menschen, zy verlokken door haar rollende Oogen, en door de Blinkende Spiegels van haar Cieraaden, 's Mans Genegendheyt en Lust, zy verschalken de Dartelheyt zyns harte, en zy dwingen hem om neerwaards te daalen, en zig het Net over 't hoofd te zien haalen. Mannen van de alderongemeenste Verdiensten, Mannen die anderszins wys zyn en voorzichtig, wanneer zy onder den Trek van dat Kloosterdoeks Net komen, zien zig blootgestelt aan de Genade of aan de Ongenade van die geblankette Leeuweriksters der Zonde.

Zo dra had ik die Woorden niet geuyt of Jonker verschoot als een Dwaalstar, waar door ik zag en leerde, Dat de jeugd een hartgebekt Paard is, dat men door een straffer Toom als die der Vermaaningen moet wederhouden.

Op heden worden afgelevert de Poeetische Blyspeelen van Jakob Campo Weyerman, vermeerdert met het blyeyndent Treurspel van den Persiaansche Zydeweever, de Gezangen van Anakreon, beneffens den Sleutel van het geheele Werk. De Boekverkoopers worden verzogt van het Geld met de Quitanties franco over te zenden aan Hendrik Bosch, Boekverkooper tegens over het Meysjes Weeshuys, tot Amsterdam. By H. Bosch zyn ook nog eenige exemplaren te Bekomen van den Amsterdamse Hermes 1 en 2 Deel, Ontleeder der Gebreken 1 en 2 Deel, Echo des Weerelds, 't Zamenspraken der Dooden 6 deelen, Moses Markus tegen de Jooden, allen door den zelven Auteur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken