Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een vertoog over de schoonheyt.

Alles wat'er weleer gezegt is by de oude Orateuren aangaande de Macht der Welspreekendheyt, kan met meerder waarheyt worden toegeschreeven aan de Schoonheyt; zynde de Schoonheyt den alderwelspreekendste Advokaat des weerelds, dewyl zy nooit beter haar recht beplyt dan als zy stilzwygt. Verschynt de Schoonheyt aan het hof, fluks vliegen alle deuren open om haar te ontfangen; de podagreuse kreupele Staatsministers, die zo harthoorende ja doof zyn voor de gantsche weerelt, die voor geen Bisschop van Thermopolen zouden opreyzen uyt hun achterover hel-

[pagina 227]
[p. 227]

lende Leuningstoelen, ontmoeten haar op hun vilte Muylen, en zy luysteren met grooter aandacht na haar Aanspraak, als een Surintendant van de Finantie luystert na een Sermoen van Restitutie. Is de Schoonheyt ingewikkelt in een Rechtsgeding, dan verzacht zy de aldergestrengste Rechters, zy kneed de porfiersteene Raaden tot Marmellade, ja de Bloedschryvers inkluys doopen hun pennen in zoete Room om geene schoone Oogen te disobligeeren. De Schoonheyt trekt in de Kerken en op de Schouwburgen de blikken na haar van alle de Toehoorders; zy geeft Genade, Grieks en Hebreeuws, want zy stelt Domdékens aan en mindere Pastooren, zy deelt ook de Dapperheyt uyt, want zy begeeft Regementen en Kompagnien; zy sleurt duyzende Kalanten na die Kastelenyen, Herbergen, en Koffihuyzen daar zy logeert, zy baart ontelbaare Serenades en Klinkdichten; en de Diamantringen schryven haaren naam op alle Herbergsruyten en op de opschuyvende engelsche Raamen.

Eenige Schryvers hebben het gewaagt om een Vergelyking te maaken tusschen de Musiek en de Schoonheyt, doch zy misdoen daar in de laatste volgens myn oordeel; want schoone Dames, om my uyt te drukken als een Filosoof, dat geene 't welke wy ontfangen langs het Gehoor, maakt oneyndelyk een zwakker Indruk op ons Gemoed, dan 'tgeen wy zien met onze Oogen; en dat zal ik nog nader bewyzen. De Schoonheyt is de Moeder van de Musiek, gelyk als blykt uyt een oneyndige meenigte van Airtjes en Deuntjes, op nooten gestelt en gezongen ter eere van de Schoonheyt; en zou het niet belacghelyk zyn tot in den hoogsten graad, om aan de Verpligtingden voorrang te geeven boven de Godes dewelke die ontfangt? Indien Orpheus langs den Indruk van zyn ivoore Lier de viervoetige Dieren en de gepluymde Vogels kon na zig trekken, zienwe niet dat de Juffers langs den Indruk van haare Bekoorlykheden, domme Esels, steege Paerden, en ligtgevlerkte Doffers na Cyprias Duyvenhok weeten te lokken? en wist Amphion langs de Tovergalm van zyn goude Luyt een Theben met hondert Stadspoorten te stichten, ik beroep my op uw schoone Juffers, of duyzende bevallige Maitressen, langs de gesnaarde Luyt van een mindere Omtrek, geen prachtige Gebouwen, en heerlyke Buytenplaatsen hebben weeten op te rechten, te

[pagina 228]
[p. 228]

onderhouden, en van tyd tot tyd meer en meer op te cieren?

Maar, helaes! als een Dame, een Weduwe, of een jonge Juffer, maar eens dien Schat verliest, mag zy's Lands schatkist wel toesluyten; dan is zy volkomentlyk overleeden op deeze snoode weerelt, en zy wort nog minder aangezien by de ondankbaare Stads Minnaars, als de Bloemstukken van Gaspar Pedro Verbruggen aangezien worden by de Konstkenners, 't zedert dat hy zig heeft bedient van een wyngierige Klopsuster tot een Huyshoudster, en van engelsche Brilglaazen in stee van natuurlyke Oogen. Wat droefheyt kan als dan haar droefheyt evenaaren, als zelfs haar Man, die geen kleyne hand had in het verwoesten van haar Schoonheyt, (de Juffers verstaan des Echos Meening wel, zonder een diepzinniger Omschryving) haar met dezelve Versmaadheyt beschouwt, gelyk als de Paauwkamersgezinden de Schilders, de Jansenisten de Constitutie, en de graage Weduwen de koele Troevers beschouwen. Als dan verstrekt zy aan haar Bedgenoot een Fles verschaalde Champagnewyn, en zy heeft niet anders te doen als de Plaisieren van de schoone en van de aankomende Schoonheden te bevorderen; een Dooding des Vleeschs alommers zo chagrinant als het verdriet van een geruineert Speelder, die geen geld meer hebbende om voor zyn hoofd of op zyn eygen hand te speelen, zig vergenoegt van een ootmoedig Toekyker te zyn, of de Kaerten aan te langen aan de overige speelders.

Als dan klaagen de Dames en zy roepen wraak over de onstandvastige Mannen, en waarlyk ik wil die ook niet geheelyk vryspreeken; maar helaes! Juffers, die Beschuldiging zal met 'er haast van zelfs vervallen, indien ghy zult gelieven te overweegen dat uwe Tronien alzo veranderlyk zyn als hun Humeuren. Als een Juffer de Vier en twintig is overgesprongen, het zy met of zonder Pols, dan steelt den Tyd, dien onbeschaamden Ondermyner der Schoonheyt, da gelyks eenige van uwe Bekoorlykheden; en waarom zal zig den Zeylsteen beklaagen dat de Kompasnaald hem niet langer nadanst, als al zyn aantrekkelyk Vermogen is uytgewaassemt? De Minnaars zyn alle Persiaanen van religie, zy aanbidden de reyzende Zon, en zien 'er wars van afals die begint te daalen. Korrtom, de Liefde volgt de Schoonheyt, gelyk als de

[pagina 229]
[p. 229]

duw het licghaam nadraaft; en die groote Waarheyt zullen de Dames tot haar onuytspreekelyke smart boven- en ondervinden, zynde het niet waarschynlyk dat die eens vastgestelde Wet zal verandert worden.

Konnen de Vrouwen wel te veel doen voor een Man, die, door de genade der Mingodes en door een onverdroote naarstigheyt, het Geheym heeft ontdekt, niet alleenlyk om de Schoonheyt te doen beklyven op de Sexe, maar zelfs om die mede te deelen aan die Juffers dewelke nooit bevrient waaren met de schoone Natuur; en die het Tegengift bezit tegens die verschrikkelyke dingen genaamt Rimpels, en alle de Bekoorlykheden kan secureeren tot het laatste leevensogenblik? Behoorden de Vrouwen het Konterfytsel des Echos niet op te hangen in haare Slaapkamers en Kabinetten? Was het de pligt der Vrouwen niet om Stokbeelden en Altaaren voor hem op te rechten, dewyl hy door dat uytvindsel, vry zo verwonderlyk als de uytvinding van een Brandglas gedraait uyt een Ysschots, de Oogen der Vrouwen onderwyst, zelve tot diep in de Zeventig, om Harten te ontvonken en tot tondel en assche te verbranden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken