Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 2

(1727)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Probato crede Jacobo.
Een korte schets van het buytenwynhuys
van Sta * * *.

Die Herberg, dat Wynhuys, of dat kleyn Algiers, is een Gebouw waar in meer Ondeugden worden gepleegt, als'er Mirakelen geschieden in de Kapel van Mahomet. Aldaar gaan zigde Vrygeesten vermaaken om in vryheyt hun herssens te verdrinken, en groover Misdaaden te begaan met de Tong, als ooit den achtkanten Boer in 't werk stelde met zyn Breekyzers. Aldaar kruypen de Sint Juynen by malkanderen om den Geest aan te blaazen langs den Adem van zwaare Bearnewynen, aldaar kippen zy de kuykens der Lastertaal, munten valsch Nieuws, en veroordeelen het Goede. De Speelders by broodwinning stuyven daar na toe als zo veele Arenden, om de beurzen dier Uylskuykens te snyden, die min Geest als Goud hebben te verliezen. De Ligtemissen verzelt met Theresas duyven vliegen na dat Kot, en door de tusschenkomst van fumeuse Courtwyn, en Hocgheymer met suyker en kaneel, worden zy hoe langs hoe onbeschaamder en snooder, en zy bedry-

[pagina 230]
[p. 230]

ven ranken in hun dronkenschap, die het Diogeens menschenplanting overtreffen. Minnaars troppen insgelyks na dat gevaarlyk Wynhuys 't zamengepaart met hun geliefde Harderinnen, op hoop van door het Circes Sap des Wyns die Zeedigheyt weg te spoelen, die zo lang een hinderpaal is geweest aan hun Geluk, op dat zy zonder leezen of bidden moogen toetasten, en een wederzyds Onderpant geeven van hun toekomende Genegendheden. Nuchtere Guyten wandelen daarna toe met dronke Narren, om die te verstrikken in het sluyten van een looze koop, die Knaapen bemantelen hun innerlyke Achterhouding met een deftig Gelaat, en zy uyten meer Leugens over een Vat Tabak, als Tavernier in zyn Reyzen Lasteringen uytbraakt tegens de Oostindische Kompagnie.

Maar bovenal snorren de jonge Heeren daar heenen, half te land en half te water gelyk als vrywillige Marynen, om aldaar de by de Ouders met zo veel gevaar, zorg en arbeyt, verzamelde Penningen te verquisten, en zig te verlustigen in de onbeschaamdheyt der ligtvaerdige Poessen, onderwyl dat hun belêdigde Vrouwen zig binnens huys over dat Ongelyk wreeken, en dikmaals by gebrek van een betere occasie haar tederste Gonsten wegwerpen op een Lyfknegt of op een Koetsier. Derwaards draaven de Wildzangers en de Wiewauwers om te stoeïen als groote Jongens, om te vloeken als Duyvelsteegs Pensionarissen, en om nog slimmer te bulderen, te guyven, en te baljaaren, als zo veele versch ontscheepte Oost- of Westersche Buytelaars op een Delfsche Kermis. Derwaards slurven de Zotten enkelyk om zig vol te zuypen, om de Overweegingen hunner voorige Zotheden uyt te boenen, om de Trouwloosheyt hunner Vrienden, de Ongetrouwigheyt hunner Wyven of Dochters, de Ongehoorzaamheyt hunner Jongens, de Fieltery hunner Bedienden, het links Gedrag hunner Minnaressen, en de Ondankbaarheyt des Weerelds, te vergeeten, en om het Geheugen der verleedene Quaaden te verdrinken in de tegenwoordige Wynen. Derwaards schoolen de Saletjonkers 't zamen om hun Verwaandheyt ten toon te stellen, de Gezondhêden van hun Maitressen te drinken, zig te beroemen over Hoepelroks verôveringen die zy nooit ondernamen, Schoonhêden te pryzen die zy nimmer beschouwden, over Tweegevegten te pocghen die

[pagina 231]
[p. 231]

zy nimmermeer vogten, Boeken te veroordeelen die zy nooit laarzen, Schryvers te verdoemen die zy niet kenden, gemeenzaamlyk te snappen van Luyden van den eersten rang die zy nimmer aanspraaken, de Deugden dier Vrouwen op te hemelen die zy debaucheerden, en den Naam en Faam van die Dames te steelen die zy nimmermeer konden doen buytelen. Derwaards begeeven zig de Bloodaards om Moed en om Sterkte te winnen uyt sterke Wynen; Narren om het Gulde vlies der Wysheyt te gewinnen by Verbeelding; Maagden om niet langer Maagden te blyven, Getrouwde Vrouwen om haare Mannen te koekoekken; en Spilpenningen om het Oost en West uyt te vinden in de uyterste Armoede. Kortom Niemant is een Klant in dat Magazyn van Slampamping, dan die geenen die min bezorgt zyn voor hun eygen welvaart, dan voor het voordeel des Kastelyns; een Man uytgezondert en my wel bekent, zegt den Echo des Weerelds, die een Nachtslot op zyn Beurs, en een straffen Toom voert over zyn Lust; die aldaar dagelykszyn Namiddags pintsflesje uytslurpt onder het beschouwen van die Zothêden, zonder dat hy eenig gevaar loopt van in een kwaade gewoonte te vervallen, waar door hy zig des Weerelds verachting op den hals zou haalen, onder de schandelyke Pest van een ydele Beurs.

Een uyterlyk beleeft doch innerlyk trots Kaerel is den Kontroleur van die Vryplaats, en den Gouverneur van die snelgehielde Ganimedessen; een Kaerel die een Opperpriester des Wyngods is, die zyn geestelyke Ordening op een onstichtelyke wyze aanvaarde, en die tot een têken van zyn duyster Priesterschap, zyn Boekvertrek heeft opgerecht onder de zwarte Aarde. Hy prêdikt doorgaans zeven maal daagsch, en wanneer ook dat hy prêdikt geschiet zulks voor een Vergadering van Knegts en Meysjes in de Keuken of in de Kelder, om die te vermaanen van niet te buyzen voor het Vat, van de Kannen en Pinten zo vol niet te laaten loopen, van liever tweemaal te schryven als eenmaal te twyfelen, en van iets snelder van Oog als een Lynks, iets vlugger van Voeten als een Haazewind, en iets scherper van Gehoor te zyn als een Bandrekel.

Ik beweer dat hy al ommers zo trots is van binnen als den Stichter van de stad Babilon, alhoewel hy 'er van buyten zo beleeft uytziet als een Kerkbêdelaar. Doorgaans is hy het alderbeleefts tegens die geenen die het minst verteeren, en hy zal zig dikmaaler

[pagina 232]
[p. 232]

nederbuygen voor een Winkelier die een Heerlykheit heeft gekogt, ofschoon hy maar een half Flesje verorbert, als voor een Ligtemis die een paar Dukaten omzet, dewyl hy weet dat een verheerlykt Borger meerder Hulde verwacht als een Man van Geboorte. Niet dat hy die vleyende Buygingen gebruykt als een bewys van zyn onderdaanig Humeur, want zyn Hovaardy straalt zelfs door in zyn alderlaagste Nêderigheden, maar die knikken en dat schraapen zyn de uytwerkselen der gewoonte, die hy zig aanwende in zyn egyptische dienstbaarheit als Kelderknegt, en die hy niet zal afwennen voor dat hy een heerlyke Buytenplaats heeft gekogt, alwaar hy zal gaan zitten roesten op zyn muyltjes.

Ondertusschen is de Ondankbaarheyt een van de zwarte tekens van zyn Karakter, want zoje merkt dat hy een maagere beleefdheyt of een postpapiere Vriendschap bewyst aan een Zot die zig zelven heeft verarmt om hem te verryken, dan moogje die Beleefdheyt wel aantêkenen op zyn Schuldley, waar over zig dan de Aanschouwers meer zullen verwonderen als over een brandende Komeet. Kortom hy is een Lidmaat van de Maatschappy der Flikflooyers, die gelyk als hy zyn Leerjaaren heeft gestaan in het gedupliceert Aanschryven, Liegen, en onderaards Overspeel in den Wyn, zig bevoegt acht om ons te vergiftigen met kwaade Drank, ons te bedriegen met schoone Woorden, en onze Zothêden in te schikken tot zyn Voordeel. Derhalve moeten wy ons van hem bedienen, voor ons vermaak, gelyk als Ligtemissen zig bedienen van de Pagadetten van Grootje des Verderfs, dat is, wy moeten hem beschouwen als een loonzuchtig Schepsel, dat men kleed en voed tot Voldoening van onze snoode Smaak.

De Ondervinding leert best.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken