Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 9 (1845)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 9

(1845)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 462]
[p. 462]

Lyst der in dit boekdeel opgehelderde woorden.

A.

Achter, daerna, bl. 146.
Arnen, oogsten, 79.

B.

Bane, doodelyke verwonding, 425.
Baren, openbaren, 69.
Bederve, behoef, noodwendigheid, 93, 102, 107, 135.
Bee, beide, 146.
Begichtinghe, begiftiging, 160.
Beyen, beiden, wachten, 80.
Bequame, aengenaem, gepast, 92, 118.
Berecken, rigten, 421.
Berijt, bedwang, 80.
Beringen, vasthouden, 65.
Berost, berooid, 94.
Beseven, opgemerkt, geweten, 124, 151.
Besneden, regtschapen, welgetroffen, 98, 101, 105.
Bestaen, bezeten, 427, 433.
Betame, gepast, 119.
Bevellen, doen vallen, te niet doen, 63, 114.
Beweerne. Zie Beweerte.
Beweerte, afweering, 70, 86, 110.
Blijt, blijft, 71, 87.
Boe, bode, 94.
Boete, betering, 82, 105, 114.
Boy, beu, verzadigd, zat, 95.
Breyen, verbreiden, 59.
Brieven, kondigen, 69, 151.
Bulsen, krochen, hoesten, 94.

C en K.

Kakebo, helketel, hel, 80.
Keeren, lief, 68.
Keitijf, slecht, ellendig, 61, 427.
Cnuut, knauwt, 96.
Coocxken (soort van kleed), 193.
Cume, nauwelyks, 73, 169.

D.

Deerne, dienaresse, meisje, 137, 218.
Dedinghe, verdrag, 35.
Degen, held, 153.
Demster, duister, 60, 85.
Dinc, werk, bezigheid, ambt, 425.
Doegen, doorstaen, 94.
Doer, dom, 165.
Dooyen, 67.
Drogenare, bedrieger, 218.
Dwinen, versmelten, 63.
[pagina 463]
[p. 463]

F.

Fijn, bedoeling, 97.
Fortsier, yzeren kist, 191.

G.

Gansen, heelen, genezen, 112, 427.
Gasse, straet, 186.
Gebijen, bywezen, 85.
Geblouwen, geslagen, 430.
Gebuertelicheit, geboortezaken 134.
Gedurich, onwrikbaer, duerzaem, 79.
Geerde, staef, roede, tak (niet prieel of hof), 109, 125.
Geeringe, vergadering, 85.
Gehende, naby, 419.
Gehinct, geheugd, 98.
Gelare, nood, gebrek, beroofdheid, 433.
Gelien, gaen, 99.
Gemiet, gehuerd, gekocht, 167.
Genesen, verlost, 65.
Gepluert, getierd, 77.
Gereet, spoedig, 95.
Gerinen, aenraken, 176.
Gesate, zitplaets, 158.
Gesmide, beslag, 153.
Gesonde, gezondheid, 84.
Gestupen, buigen, 90.
Geveerde, gedoen, 64.
Geviseert, uitgedacht, opgemerkt, bestemd, 97.
Gevraemt, bevoordeeld, 100.
Gewont, magt, 120.
Grein, kern, 59, 114, 156.

H.

Hayen, verlangen, 70, 150.
Heymen, herbergen, 86.
Herde, herder, 163.
Hoge (in) verheugd, 138.
Hulsen, krochen, hoesten, 94.

I.

Yegerincx, ergens, 173.
Intelijc, inniglyk, 95.
Juweel, zaek van genot, 41.

L.

Lac, smet, 64, 85.
Lampte, lamp, star, 138, 172.
Lee, leed, 82.
Lien, trekken, 86.
Lingen, vergrooten, 80.
Longer, schoeijer, jongen, 73.
Luken, beluiken, 81.

M.

Mare, vermaerd, 425.
Mate, gering, arm, 94, 166.
Meere, mare, tyding, 67.
Meeste, magtigste, voornaemste, 92, 421.
Meisseniede, gezin, bedienden, 164, 428.
Meskief, ongeval, 131.
Messelic, verschillig, twyfelachtig, 131.
Miede, loon, 422.
Misquame, misval, 108.
Mistermen, misspreken, 103.
Moude, aerde, zand, 423.
[pagina 464]
[p. 464]

N.

Na, byna, 73.
Nernste, ernst, 67.
Nie, nyd, 74.
No, nood, 81.
Noest, hindert, 96.
Noyalic, fraie, 95.
Nuyt, uit, 98.

O.

Ocsune, oorzaek, gelegenheid, 168.
Oetmoet, genade, 71.
Onbesneden, onbepaeld, 135.
Onghebuerlic, onbehoorlyk, 36.
Onmare, smaed, verachtelyk, afkeerig, 433.
Onscout, onschuld, 79.
Onst, gunst, 102.
Ontbonden, verklaerd, 93.
Ontferren, verwyderen, 61.
Ontladen, ontdekken, 153.
Ontpaeyt, ontevreden, 117, 206.
Ontploken, ontluikt, 109.
Ontstaect, ontstoken, 107.
Onverspleten, onverdoken, 65.
Onvraemte, onbaet, 112.
Onwerde, smaed, verachting, 116.
Overhorich, ongehoorzaem, 69.
Overlien, voorbygaen, 60.

P.

Palane, koord, strik, 192.
Pinen, trachten, poogen, 62, 122.
Plaringe, spel, jok, 77.
Plets, plat af, 92.
Pluren, tieren, 77.

Q.

Quantke (zekere drank), 193.

R.

Raet, besluit, 62.
Raste, rust, 170.
Rayen, stralen, 59, 117.
Reweert, ruwaert, 430.
Rijf en raf, breed en smal, 81.
Riveleec, kwistig, 170.
Ringen, ringelen, omsluiten, 62.
Roeken, zorgen, 91, 109.

S.

Sate, bezit, 126.
Scerde, schrede, 83.
Scenden, teisteren, 97.
Scierheit, sierlykheid, 223.
Scoeyen, gaen, 64, 80.
Smeeken, vlyen, 64, 172.
Sneven, vallen, 78.
Somer, lastdier, 429.
Strale, pyl, 107.
Stranc, streng, 83.
Strie, stryd, 60.
Swijt, zwyg! 61.

T.

Terden, treden, 121.
Tie, tyd, 117.
Tieren (al), eigenaerdig, 398.
Toren, verdriet, smart, 80, 115, 131.
Torne. Zie Toren.
Tra, tred, 136.
Tronc, stam, 80.
Trone, firmament, hemel, 112.
Twaren, voorwaer, 428.
Twi, waerom, 69, 105, 420.
[pagina 465]
[p. 465]

V.

Vaet, vat! 61, 131.
Vare, vrees, 69, 115.
Vee, veete, 105.
Veerde, vaert, gang, 110.
Vercnapen, verplegen, dienen, 193.
Verfroyt, verheugd, 152.
Verhayen, verlangen, 150.
Verherdicht, verhand, 91.
Verhoren, ongehoorzaem zyn, 92.
Verjolijsen, verheugen, 455.
Verlaten, vrylaten, afleiden, 60, 132.
Verlingen, vervelen, 102, 113.
Vermien, vermyden, uitstellen, 93.
Vermost, verrot, 94.
Vernoyen, verdrieten, 85.
Vernoysel, verdriet, 113.
Versien, zien, 64, 90.
Versinnen, bedenken, bevroeden, 61, 98, 136.
Versleten, verslonden, 422.
Vluus, fluks, 96.
Voertspel, voorspelling, 73.
Volleesten, volbrengen, 76.
Volscien, ten volle geschieden, 89.
Vrame, bate, 68.
Vroude, vreugd, 64.

W.

Ware, weere, bewaring, verzekering, 421.
Weerdichede, verdienste, 79.
Weiden, bejagen, 92.
Weyne, smart, 114.
Wijgant, held, stryder, 153.

Z.

Zee, zede, 185.
Zeericheit, smart, 113.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken