Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zonder sonnetten (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zonder sonnetten
Afbeelding van Zonder sonnettenToon afbeelding van titelpagina van Zonder sonnetten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (3.26 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zonder sonnetten

(1886)–J. Winkler Prins–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]


illustratie

Edelknaap.

 
Ha lustig, ha lustig! Te paard, te paard!
 
Aldus heeft de jachthoorn geklonken;
 
En snuivend en stuivend vooruit met vaart
 
Gaat 't dwars over boomstam en stronken.
 
 
 
‘Laat schieten den valk! Laat los, laat los!
 
Den kap thans van de oogen genomen!’ -
 
En de edelknaap knielt op het groene mos
 
Blikt op langs de stammen der boomen.
 
 
 
De beuken, hoe zwaar ook, zijn mossig en zacht;
 
Der bladeren schaduwen spelen;
 
In 't licht zijn de teederste takjes smaragd
 
Waarin reeds de vogelen kweelen.
 
 
 
Op de opene plekken daar blinkt 't als van goud
 
En tuimlen de lichtspranken neder;
 
Daar flonkren de blaadren langs 't groene hout
 
En schomlen in 't windje op en neder.
 
 
[pagina 26]
[p. 26]
 
‘Wat mart gij, wat mart gij, o Valkenier!
 
De reiger zal wis ons ontkomen!’ -
 
En de edelknaap spiedt naar zijn vuist, naar het dier,
 
Blikt op langs de stammen der boomen.
 
 
 
Op d'uitersten tak van de beukenkruin
 
Daar wieglen de reigers in nesten;
 
Toen 't winter was zag hij ze zwartdonkerbruin
 
En scherp tegen 't goud van het westen.
 
 
 
Ze vlogen in kringen er om en er in,
 
De halzen ver over de randen;
 
Pas wedergekomen bij 's voorjaars begin
 
Uit warme en zoo verre landen!
 
 
 
‘Wat mart gij, wat mart gij, o Valkenier!
 
Zeg, droomt gij van herten en vossen?’
 
Maar vaster omklemt hij het roofzieke dier
 
En wil 't van den kap niet verlossen.
 
 
 
Hij weet het; het nest gebouwd met zorg,
 
Bekleed met de pluimen der ouden,
 
Is voor het gebroed een heilige borg
 
Die ouders voor kinderen bouwden.
 
 
[pagina 27]
[p. 27]
 
Die ouders te dooden waar' schandlijk en slecht,
 
Waar' jongen van steun te berooven; -
 
Hij draagt niet 't hart van een poortersknecht; -
 
Hij blikt omlaag en naar boven!
 
 
 
‘Wat mart gij, wat mart gij, o Valkenier!’
 
‘Zeg, droomt gij van varens en mossen?’ -
 
‘“- Jaag liever op hinde en herten hier
 
In de eenzame Soerensche bosschen!”’


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken