Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zonder sonnetten (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zonder sonnetten
Afbeelding van Zonder sonnettenToon afbeelding van titelpagina van Zonder sonnetten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (3.26 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zonder sonnetten

(1886)–J. Winkler Prins–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]


illustratie

Avondwandeling.

 
'k Had uren réeds gewandeld; - daar opeens
 
Een weiland; en er achter blinkend licht,
 
Een onafzienbre streep zoover ik zie.
 
Een meir, een vijver dacht ik eerst, maar neen
 
Het is een wolk, waarin de zon zich spon
 
En rolde en wond, tot alles zilver werd
 
En blonk en glom als versch geweven zij.
 
Daarna vervloeide 't, werd het bleeker; - en
 
In 't verre west, waar 't luchtruim effen is,
 
Zie 'k vuurge spoelen schieten aan de kim
 
En purpren draden slingren door elkaar.
 
't Is de avondsluier die geweven wordt;
 
Al vaster, dichter; tot in 't eind karmijn,
 
Met violetten inslag en hoog geel
 
Dat meer en meer vervloeit tot effen paars,
 
Er hangt gespreid als rustbed voor de zon,
 
Ras dalend. In dat licht speur 'k plots
 
Een hooggesteelde en slanke umbellifeer,
 
Wijd uitgespreid de schermen en er op,
 
In 't zelfde vlak, de bloemen, bloem aan bloem.
[pagina 23]
[p. 23]
 
Maar verder. Zie, daar slingert winde zich
 
Spiraalsgewijs en tegen 't licht rondom
 
Een jonge wilg en kruipt de takken langs
 
En slingert zich op andre dichterbij;
 
En al de klokken zijn in 't avondlicht
 
Doorschijnend als de dunne schaal van 't ei
 
Waarin een glimworm zich een rustplaats koos.
 
 
 
De madelieven met het hart van goud
 
Zijn reeds gesloten, kleine knopjes meest.
 
Viooltjes geuren: ik ontblader één
 
Als 't meisje dat zich afvraagt: mint hij mij!
 
En wat ik vind zweemt naar een kleinen man.
 
Daar buk ik mij en zie wat wondre bloem!
 
De blaadren zijn als droplen bloed zoo rood
 
En binnenin bij 't avondlicht zie 'k ook
 
Een kruishout, hamers en een spijkerpaar.
 
Is dat de Passiebloem? Of mooglijk wel
 
De Nagelbloem? Genadekruid wellicht? -
 
Vraag dat aan d'avond die nog gloeit in 't West.
 
Ik rep mij verder. Rondom in de wei
 
Verrijzen aan een slanken, ranken steel,
 
Hoog boven 't gras en duidlijk zichtbaar nog,
 
Een aantal bloemen, heerlijk fraai van vorm.
 
Zij zijn mij lief. Ik weet niet juist waarom.
 
Toen 'k jong was, nog een kind, plukte ik ze graag.
 
De zwartgevlekte blaadren glanzig groen
 
Doorgleufd, lang, smal, zijn cierlijk
 
Maar gekerfd; zij boren jong zich heen
 
Door 't bolstrend buitenblad; maar houden steeds
[pagina 24]
[p. 24]
 
De teeknen van dat werk. De donkre vlekken
 
Ontstonden, zegt men, enkel door hun goedheid.
 
Eens in de wei, de bloemenwei, was 't oorlog
 
En alles trok zoo goed het kon ten strijd.
 
De distel was vooraan met pluis en stekel,
 
De braamstruik volgde en toen de wilde roos
 
En 't allerlest kwam nog de meidoornbloesem,
 
Gevlekte scheerling en de dolle kervel.
 
 
 
Aan de andre zijde schaart zich in 't gelid
 
Campanula en luidt ras de oorlogsklok;
 
Pedicularis en ook genserik;
 
Hottonia vooral met bieze en pijlkruid,
 
En calta uit 't moeras; dan nog van d'akker
 
De gele ganzebloem, de witte uit 't weiland.
 
Maar wat niet kwam was 't trotsche standelkruid:
 
Het mengde zich niet in de boersche twisten,
 
Fier op het zilvren ridderlijk blazoen,
 
Fier op den helm met slanke vleugelstukken
 
En op 't vizier dat langzaam neer zich draait.
 
Toen vielen de onverlaten aan op orchis
 
En geeselden en steenigden zoolang
 
Tot alles bont en blauw werd van de slagen.
 
De wonden heelden, maar de teeknen bleven,
 
De vlekken werden schoonheid met de jaren
 
En orchis maculatum heet de plant sinds.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken