Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Door arm Vlaanderen (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Door arm Vlaanderen
Afbeelding van Door arm VlaanderenToon afbeelding van titelpagina van Door arm Vlaanderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.76 MB)

ebook (4.59 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/reportage
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Door arm Vlaanderen

(1903)–August De Winne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 96]
[p. 96]

Het Weven

Te Gent zou men geen verschil kunnen maken tusschen het weven van katoen en het weven van vlas. Inderdaad, de stoffen van elke soort worden geweven in het zelfde gesticht, door de zelfde werklieden en op de zelfde getouwen. Niet zelden ziet men een werkman twee stukken stof weven, het eene van katoen, het andere van lijnwaad. Daarbij worden te Gent nog vele gemengde stoffen gemaakt, in wier samenstelling het katoen en het vlas bij min of meer gelijke deelen gevonden worden; het katoen vormt de ketting en het vlas den inslag, of omgekeerd. Wij moeten er echter bijvoegen dat te Gent het katoenweven eene veel grootere belangrijkheid heeft dan het weven van vlas.

Alvorens naar de weverij gebracht te worden, moet het voortbrengsel der spinnerij nog verschillende bewerkingen ondergaan, die voor doel hebben het in kettingdraad of in inslagdraad te vervormen.

Tegenwoordig wordt de draad zeer dikwijls door de spinmolens zelf rechtstreeks op de spoelen of klossen der weverij gewonden, bijgevolg moet hij niet meer voorbereid worden alvorens in de schietspoel van den wever gebracht te worden. Maar voor verschillende redenen - de noodwendigheid, bijvoorbeeld, soms geverfden draad voor inslagte gebruiken - gebeurt het dat men den draad der klossen of strengen op spoelen moet overbrengen. Zulks is het werk der spoelsters, werkmeisjes die per stuk betaald worden, en wier gemiddeld loon 1 fr. 80 per dag bedraagt. De spoelsters zijn zeer dikwijls werkeloos.

[pagina 97]
[p. 97]


illustratie
mandenmakers van temsche


[pagina 99]
[p. 99]

De draad, eens op de spoelen gebracht, gaat onmiddelijk naar de weverij over.

Voor den kettingdraad zijn de bewerkingen langduriger en ingewikkelder.

De strengen worden uitgestrekt en buigzamer gemaakt, en daarna op haspels geplaatst (of de klossen op spillen gestoken), om den draad op groote bobijnen te kunnen winden. Dit werk wordt uitgeoefend door de garenwindsters, wier dagelijksch loon 2 fr. tot 2 fr. 50 bedraagt. Deze werksters zijn ook zeer dikwijls zonder werk.

Van de garenwindsters gaat de draad naar de scheersters of verbreidsters. Deze maken de ketting gereed bij middel van het scheerraam. Dit werk, dat zeer belangrijk is, wordt te Gent bijna overal door vrouwen uitgeoefend, die de vroegere mannelijke scheerders verdrongen hebben.

‘De scheersters, zegt M. Varlez, vormen den adel der katoenbewerksters. Zij hebben een gemakkelijke, reine en gezonde arbeid. Daarbij winnen zij de hoogste vrouwenloonen der geheele fabriek, en kunnen 20 tot 24 en zelfs 25 of 26 franken verdienen voor een betrekkelijk licht werk.’

De kettingboomen - groote rollen waarop de kettingdraden gewonden worden door de scheersters - worden naar de papzaal gedragen, van zoodra zij bereid zijn.

Wanneer de draad uit den spinmolen komt, heeft hij een wolachtig uitzicht en is bedekt met pluis. Deze zwarigheid, die het weven moeilijk zou maken, doet men verdwijnen door de kettingdraden te pappen, het is te zeggen, door ze te drenken in een pap die al het pluis aan den draad doet plakken.

[pagina 100]
[p. 100]

Het pappen gebeurt werktuiglijk, onder het toezicht van werklieden wier loon tusschen 20 en 40 centiemen per uur verschilt.

In de doorhaalzaal, waar de kettingboom na het pappen gedragen wordt, onderwerpt men den draad opnieuw aan verschillende bewerkingen.

De eerste bestaat in het doorhalen van het uiteinde van ieder der draden van den kettingboom door het oog der verschillende kammen (of latten), en zulks iedere maal in eene andere schikking, als den aard der te weven stof verandert. Het is door het opvolgenlijk en regelmatig opheffen van sommige dezer kammen, en bijgevolg ook van de draden die zij dragen, dat de weg der schietspoel afgebakend wordt.

Na het doorhalen der kammen moet men de draden plaatsen tusschen de tanden van het kamblad, metalen, ijzeren stuk, dat door zijne bewegingen de inslagdraden spant, die door de schietspoel naast de reeds geweven stof werden geduwen.

De loonen der doorhalers zijn zeer verschillend. De hoofddoorhalers worden nu eens per stuk betaald, per honderd doorgehaalde draden, dan weer per uur, per dag of per week; zij winnen nog al hooge loonen: wekelijks 20, 25 tot 30 franken. Maar zij worden bijgestaan door een groot getal kinderen en helpers van beide geslachten, die de meerderheid der bevolking van de doorhaalzaal uitmaken. Velen dezer helpers worden rechtstreeks betaald door de werklieden die ze gebruiken, en hunne loonen zijn zoo klein als zij het veertig jaren geleden konden zijn. Men treft nog daghuren aan van 50 en 60 cencentiemen, voor werklieden die langer dan een jaar in de fabriek arbeiden.

[pagina 101]
[p. 101]

Soms ook is het doorhalen van al de kettingboomen eene ware onderneming, aan een enkelen meestergast of hoofddoorhaler toevertrouwd, die dan natuurlijk zijne helpers en leerlingen aan de laagst mogelijke loonen aanwerft, om zich de grootst mogelijke winst te verzekeren. In dit geval zijn bijna volwassen doorhalers, die 6, 7 of 8 franken per week verdienen, volstrekt niet zeldzaam!

De aldus voorbereide kettingen, die eene veranderlijke lengte hebben volgens het nummer en denaard van den draad - gewoonlijk tusschen 200 en 1000 meters begrepen - worden naar de weverij gedragen en op de getouwen gespannen. Nu de ketting gereed gelegd is, blijft er niets meer over dan te weven.

Het weven is de bewerking der katoennijverheid, die het grootste getal werklieden vereischt. De rol van den wever bestaat in het voorbereiden van het getouw, in het nazicht van het werk, in het herbinden der gebroken draden, in het tijdig vernieuwen der spoelen van de schietspoel of der kettingdraden van den kettingboom. Soms zijn er ook lichte herstellingen te doen aan het getouw, maar in de meeste fabrieken wordt de wever verzocht de werktuigen niet aan te raken, en het herstellen en in orde brengen aan den meestergast over te laten.

Betreffende de techniek van het weven, zullen wij in geene enkele bijzonderheid treden. Wij willen alleen herinneren dat de bewerking gebeurt als volgt: door de kettingdraden vliegt eene schietspoel langs een weg die door de kammen wordt geregeld; de schietspoel laat achter haar een inslagdraad, die door het kamblad tegen de reeds aangelegde draden geduwen wordt.

[pagina 102]
[p. 102]

Bijna al de wevers worden betaald volgens het getal stukken en meters die zij geweven hebben. De grondslagen waarop deze tarieven berekend zijn, verschillen veel volgens de lengte en de breedte van het stuk, volgens de breedte van het getouw, volgens het getal getouwen die bestuurd worden, de hoedanigheid van den verbruikten draad, het nummer van den draad, enz. Maar in werkelijkheid hangt het loon vooral af van de behendigheid van den wever en de min of meer volmaakte werkregeling in de fabriek. Het loon der volwassenen is tusschen 10 en 25 franken per week begrepen. Volgens een onderzoek, door M. Varlez bij de werklieden der vakvereeniging gedaan, is het gemiddeld loon der mannelijke wevers 2 fr. 79 daags, dat der vrouwen 2 fr. 15.

Wat de werkuren in de spinnerijen betreft, zij zijn zeer regelmatig en de zelfde voor al de fabrieken. Men werkt 64, 65, 66, 67, zelden 69 uren per week. De gewone duur is 66 3/4 uren: den maandag 9 ¼, de andere dagen 11 ½. Elf uren en half arbeid, is de duur van den langsten werkdag door de wet aan kinderen onder de zestien jaren toegelaten, en hier, gelijk bijna altijd in de katoennijverheid, regelt de duur van den werkdag der kinderen, den duur van het werk der volwassenen.

De wevers op twee getouwen arbeiden gedurende 66 uren, en de wevers op vier getouwen gedurende 60 uren per week. Het zijn de laatsten die de hoogste loonen winnen.

Niettegenstaande de lage loonen, aan de Gentsche werklieden en werksters betaald, vinden de nijveraars dat zij toch nog te veel verdienen. En zij

[pagina 103]
[p. 103]

hebben op den Vlaamschen buiten goedkoopere werkkrachten gezocht. Aldus ziet men in al de dorpen van Oost-Vlaanderen spinnerijen en weverijen oprichten. De landlieden, die er zich in massa aanbieden voor bespottelijke loonen, bedreigen het reeds zoo ellendig bestaan der Gentsche fabriekarbeiders. Vlaanderen wordt meer en meer eene nijverheidsprovincie. Maar naast de uitgestrekte fabrieken verrijzen reeds onze Volkshuizen, nederig als de houten kerken der eerste Christenen.

Daar waar het kapitalisme zijne vernielzucht bot viert, beijvert zich het socialisme zijne weldaden te verspreiden. En het eerste zal door het laatste gedood worden!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken