Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Door arm Vlaanderen (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Door arm Vlaanderen
Afbeelding van Door arm VlaanderenToon afbeelding van titelpagina van Door arm Vlaanderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.76 MB)

ebook (4.59 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/reportage
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Door arm Vlaanderen

(1903)–August De Winne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De kantwerkers

- Het is dus waar, er zijn in Vlaanderen mannen die kanten maken? vroeg ik aan Beerblock.

- Ik wist het niet, ik heb het vernomen door het verslag van M. Verhaegen. Ik heb de kantwerkers van het Land van Aalst bezocht met M. Lefébure, die verscheidene, zeer schoone lichtteekeningen genomen heeft. Willen wij er samen terugkeeren?

- Zeer gaarne.

Op een heerlijke lentemorgen begaven wij ons naar Meire, kleine gemeente van 3500 inwoners, in een uithoek van het Land van Aalst, buiten de groote gemeenschapslijnen, op den buurtspoorweg van Ronse gelegen.

Het dorp is zeer lief en bekoorlijk, en baadt in licht en warmte. De weg, met kleine, zeer nette huizen bezet, kronkelt zich bevallig door de lachende velden. De knoppen ontluiken op de hagen. De hoeven zijn achter eene gordijn van boomen verborgen. Welk dichterlijk verblijf!

Wij treden eene woning binnen. Op de Leuvensche kachel kookt een ketel aardappelen. De hooge schouw is met zeer grove godsdienstige prenten bedekt. En denken dat de arme lieden zich dergelijke voorstelling maken van de Moeder Gods en van de heiligen! Is er waarlijk zulk groot verschil tusschen dezen eenvoudigen godsdienst en den afgodendienst?

[pagina 181]
[p. 181]

De moeder, eene kleine oude vrouw, spreekt met eene buurvrouw, die twee kinderen aan haren rok heeft hangen. Bij het venster zit een ouderling met eene zijden pet, een langen apostelbaard die hem op de borst hangt, op een lage stoel voor een speldenwerkskussen.

Hij schijnt mij eerst een weinig belachelijk wanneer ik hem met zijne verstijfde handen de klossen zie draaien, maar daarna voel ik medelijden met dezen schoonen grijsaard, die verplicht is vrouwenen kinderwerk te verrichten.

De moeder heeft haar gekout onderbroken, de vader en de jonge meisjes hebben de oogen op ons gericht. Beerblock is hier gekend. Hij is gekomen om de schoone lichtteekeningen van M. Lefébure te laten zien. Uit een groote omslag haalt hij ze te voorschijn en spreidt ze voor de eenvoudige lieden ten toon. Zij verwonderen zich, slaken kreten van vreugde en van verbazing. Ziedaar vader! ziedaar moeder! roepen de jonge meisjes. Dit is Jan de Franschman, de groote Theresa, het huis van Maria! Wat is het mooi!

Wij vragen:

- Is het lang geleden, mijn beste oude, dat gij dit bedrijf uitoefent?

- Sedert den ouderdom van zes jaar, mijnheer. Ik heb nooit iets anders gedaan en ben nu zestig jaar oud.

- Welk is uw loon? Gedurende hoeveel uren werkt gij daags?

- Mijn loon verschilt tusschen 70 centiemen en 1 frank per dag voor 11 en 12 uren werken.

- Welk is het gemiddeld loon door de vrouwen van het dorp gewonnen?

[pagina 182]
[p. 182]

- Zulks hangt af van het werk en ook van de behendigheid der werksters. Mijne dochters winnen 1 frank per dag voor 12 à 13 uren arbeid. Op eenige stappen van hier woont eene kantwerkster, die van 's morgens 6 ½ uur tot 's avonds 8 uur op haren stoel blijft zitten, met een uur rust te middag. Op het einde der week zal zij 3,80 fr. gewonnen hebben.

De taks der loonen die ons in dit huis en in andere huizen van Meire gegeven werd, komt nog al wel overeen met deze die wij in het verslag van M. Verhaegen gevonden hebben.

Ziehier, ten andere, eenige cijfers van den klerikalen schrijver: 1 frank per dag voor 13 ½ uren, 85 centiemen voor 10 uren, 64 centiemen voor 12 uren, 75 centiemen voor 8 uren, 48 centiemen voor 10 uren, 96 centiemen voor 13 ½ uren, enz.

Het zijn vrouwenloonen. M. Verhaegen geeft slechts een mannenloon: 70 centiemen voor 11 uren.

Wij verlaten de woning in gezelschap der buurvrouw met de twee kinderen.

- Het zijn brave maar erg klerikale lieden, fluistert zij ons toe wanneer wij midden van den weg gekomen zijn.

- Zijn er dan bewoners van het dorp die niet klerikaal zijn?

- Er zijn hier personen van alle overtuiging, mijnheer: katholieken, liberalen, christene demokraten en socialisten. Mijn echtgenoot is een socialist, voegt zij er niet zonder fierheid bij. Hij werkt in het gasgesticht te Brussel, en wint 4 franken per dag.

- Dat is beter dan kant maken.

[pagina 183]
[p. 183]

- Voorzeker, maar het is toch geen schoon leven. Mijn man vertrekt 's morgens om 3 3/4 uur, en komt om 5 uur te Brussel aan. In den winter begint het werk om 7 uur. Gedurende twee uren moet hij dus wachten, door de straten der stad slenteren of in de herbergen zitten. 's Avonds keert hij om 8 ½ uur terug. O neen! het is geen schoon leven!

Wij nemen afscheid van de brave vrouw. Beerblock vertelt mij dat er hier een veertigtal gaswerklieden, aardwerkers en metsers wonen, die zich dagelijks naar de hoofdstad begeven. Zij die in de gasgestichten gebruikt worden, werken beurtelings eene week gedurende den dag en eene week gedurende den nacht. Zij verkiezen het nachtwerk, omdat de dagtreinen betere gemeenschap geven, en er dus min tijd verloren gaat.

Te Meire verblijven ook driehonderd Franschmans, die gedurende het seizoen naar Frankrijk trekken, om er den oogst binnen te halen. Een aantal hunner maken kant gedurende den winter. Het zelfde doet zich voor met de landbouwwerklieden en met de steenbakkers. Wij hebben er eenigen ontmoet in de andere huizen die wij bezochten.

Volgens de nijverheidsoptelling zijn er in Vlaanderen 114 mannen die kant maken, maar M. Verhaegen denkt, niet zonder reden, dat het getal van hen die zich met dit werk bezighouden gedurende hun vrijen tijd, en er een hulpbedrijf van maken, veel grooter is.

Te Meire hebben wij ook een aantal jongens gezien die naast hunne moeders of zusters en evenals zij, de klossen hanteerden. Aldus houden zij zich stil, zeggen de brave menschen der streek.

[pagina 184]
[p. 184]

Heeft een kind noodig te spelen, te loopen, wispelturig te zijn, naar school te gaan, lucht in te ademen, zijne spieren te versterken, zich te ontwikkelen? Waarom?

Later, als man, zal het landbouwer of steenbakker worden; het zal langs de wegen van Frankrijk trekken om werk te zoeken of het zal gedurende dertien uren per dag voor het speldenwerkskussen zitten. Den Zondag zal de man bidden en zich bedrinken, in jenever.

Werken, bidden, hun ongelukkig ras voortplanten, ziedaar het lot der mannen en der vrouwen, en het toekomstig lot der kinderen van Vlaanderen!

Arme lieden!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken