Overblyfselen van echtgeluk(1801)–Pieter van Winter, Nic. Simonsz.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Ten verjaardage myner Echtgenoote: ten geleide eener fortepiano. Wat wyde ik, anna lief! ô leven van myn leven! U by uw jaargety'? Niets kan uw tedre ziel een zoeter vreugde geeven Dan zagte melody. Een snaartuig wyde ik u, dat alle vorige eeuwen, Dat al Arions kunst, En al den roem beschaamt van 't snaartuig der Hebreeuwen: Ontfang het in uw gunst. Daar blyde eenstemmigheid alle onze daaden regelt, De harten saamenbind, Eene overeenkomst werkt, die best de trouw bezegelt, Waardoor men altoos mint, [pagina 11] [p. 11] Schept ook myn geest vermaak, by 't roeren van de snaaren Door uwe lieve hand, En meest als hy uw stem zich met haar' klank hoort paaren, Die zorgen speelt van kant. Speel, zing, myne anna lief! de onschuldige vermaaken Zyn eigen aan de deugd: Wie kunst en goeden smaak in uwe sex durft wraaken, Wraakt zelfs zyne eigen vreugd. 't Zyn kunsten, smaak, en deugd, die alle menschen zeegnen; Ja, de eedle wetenschap Voert hun waarachtig heil, wat lot hen moog' bejeegnen, Ten allerhoogsten trap. Gy, die dit zeker houd, tracht in uw kroost te kweeken Verstand, en deugd, en smaak. Ach! mogt het nooit aan kracht, aan welstand, u ontbreeken, Tot zulk een blyde taak! Geef, Hemel! Dat ik ras haar weêr gezond aanschouwe, Dan is myn hart gerust; Dan hoopt het nog op kroost, uit myn beminde vrouwe, En nieuwen levenslust. 1783. Vorige Volgende