Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een booze stiefmoeder! (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een booze stiefmoeder!
Afbeelding van Een booze stiefmoeder!Toon afbeelding van titelpagina van Een booze stiefmoeder!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (19.87 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.G. Kesler



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een booze stiefmoeder!

(1922)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

Hoofdstuk III.
Alles gaat verkeerd.

‘Wat zal Moe zeggen?’ zuchtte Annie. Ze stond met een blad in de hand en hield het op de plaats waar het gezeten had, alsof ze het er aan kon maken. Kleine kinderen brengen ook de scherven van gebroken kopjes bij elkaar, of ze daardoor weer heel zullen worden.

‘Ja, wat zal Moe nét zeggen,’ zei Dora. ‘Je bent erg woest geweest.’

Annie voelde wel, dat ze schuldig was, maar ze wou toch door Dora niet berispt worden. ‘Jij bent het eerst naar de voorkamer gegaan.’

‘Je hebt gelijk,’ zei Dora droog, ‘maar als jij niet met den hond in de kamer gekomen was, zou er niets gebeurd zijn.’

‘Als jij binnen gebleven was, ook niet.’

‘Goed,’ zei Dora, ‘dan hebben we allebei schuld, maar Bruno toch het meest.’

‘Moe zal erg bedroefd zijn,’ en Annie zag met weemoed naar den berooiden bloemstander. ‘Moe houdt

[pagina 18]
[p. 18]

zoo van haar planten, en ze heeft ze altijd zoo goed verzorgd.’

‘Ja,’ zei Dora, ‘en wat was Moe blij, als er een nieuw blad aan kwam.’

‘En de mooie beschilderde bloempot is ook stuk.’ Annie liet het hoofd hangen.

‘'t Is allemaal vreeselijk jammer,’ zei Dora met iets eigenwijs in haar stem, ‘maar het helpt niet, of we er al over zeuren. We moeten maar zeggen - zooals het ook is - dat Bruno het gedaan heeft.’

‘Het is eigenlijk niet zoo,’ waagde Annie, ‘ik hield Bruun vast, en ik stootte tegen het tafeltje.

‘Nu, zooals je dan wilt,’ zei Dora een beetje boos, ‘zeg dan voor mijn part, dat jij het gedaan hebt.’

Maar daarin had Annie ook weinig zin.

Dora was weer aan het werken gegaan en Annie volgde haar voorbeeld. Ze piekten ijverig voort.

Het was halfvijf, toen Dora met werken ophield, omdat ze niet meer zien kon.

‘Waren we maar van het begin af aan zoo ijverig geweest,’ zei Annie, die warm was van het reppen, ‘dan zouden we blij zijn als Moe straks thuis komt, en Moe zou in haar schik zijn.’.

‘Ja, ik zie er eigenlijk ook tegen op, dat Moe komt,’ zei Dora met een zucht.

‘Zeg, Doortje?’

‘Ja?’ Dora keek op, verwonderd over den buitengewoon vriendelijken toon van Annie's stem.

De roode schijn van het smeulende haardvuur verlichtte juist Annie's warm gezichtje.

‘Nu?’ vroeg Dora, toen haar zusje zwijgen bleef.

[pagina 19]
[p. 19]

Annie scheen het erg moeielijk te vinden, te zeggen wat ze op het hart had. Ze schoof heel dicht naar Dora toe, en bijna aan haar oor vroeg ze zacht: ‘Zullen we straks toch maar niet liever de heele waarheid zeggen? Ik vind het zoo naar, Moe voor te jokken; ik heb toch de meeste schuld.’

Dora zei niets, maar ze kuste Annie's roode wangen, en de zaak was beklonken.

Annie ging naar de keuken, quasi om een praatje met Line te maken, maar inderdaad om ook aan Line het heele geval naar waarheid te vertellen en haar valschelijk betichten ruigen vrind vrij te pleiten. Het was goed ook, want Line was juist bezig zijn eten in den rooden aarden schotel te scheppen, en ze had hem slecht bedacht dien middag.

Dora zat alleen in de halfduistere kamer en staarde in het vuur. Haar gezichtje stond peinzend. Ze voelde, dat Annie, die ze zoo graag leerde en bedilde, en over wie ze zoo vaak den baas speelde, ditmaal háár wat geleerd had. En wat goeds ook. En ze had respect voor haar jonger zusje.

Om kwart over vijven kwam er een boodschap van mevrouw Hemmink. Ze zou niet komen eten en waarschijnlijk wel 's nachts bij haar zuster blijven waken. De meisjes moesten maar niet op haar wachten en om negen uur naar bed gaan. ‘Tante is zeker erger,’ zei Dora ernstig.

Line dacht er ook zoo over; ze dekte zwijgend de tafel.

Ze was gewend in de keuken te eten, en dat deed ze nu ook.

[pagina 20]
[p. 20]

Het was verbazend vreemd voor de meisjes, zoo met haar beidjes aan tafel te zitten.

Toen ze eenmaal begonnen waren, vergaten ze Tante's ziekte. Het was zoo aardig, elkaar te bedienen en je kon maar uitzoeken en nemen wat je wou. Dora, die dol op spinazie was, nam erg veel, en Annie, die heel niet van vet hield, at alleen het magere van het vleesch en bewaarde de vette stukjes voor Bruun. Maar het grappige ging er gauw af. Het was toch erg leeg en saai zoo met haar beiden.

‘Was Pa maar thuis,’ zei Annie.

Maar mijnheer Hemmink was handelsreiziger en kwam meest alleen van Zaterdag op Zondag thuis, waarna hij dan 's Maandagsmorgens heel vroeg weer vertrok.

Toen de tafel afgenomen was, Werd het nog vervelender.

De meisjes schonken om beurten thee; nu, dat was wel prettig, maar toen zij en Line ieder drie kopjes gedronken hadden, was de trekpot leeg, en ze verlangden ook geen thee meer, al was de pot nog heelemaal vol geweest. Want ze hadden er een wee gevoel van in de maag gekregen; anders dronken ze maar één kopje.

Ze zaten ieder aan een kant van de tafel over haar schoolwerk gebogen. Het werk vlotte slecht. Dora had sommen, waarmee ze niet terecht kon. Ze probeerde en probeerde, gaapte, legde de pen neer, liep eens rond, gaapte weer, en liet eindelijk lusteloos en slaperig het hoofd hangen. Anders was haar moeder er, om haar aan te sporen en op te wekken, en als het heelemaal

[pagina 21]
[p. 21]

niet ging met de sommen, haar op weg te helpen. Maar nu - Dora zag geen kans ze te maken, en gaf het maar op.

Met Annie ging het niet veel beter, hoewel ze het zichzelf niet bewust was. Ze vertaalde een thema van het Hollandsch in het Fransch, en, daar er geen moedertje was, dat haar tot kalmte vermaande, en haar dwong de zinnen nog eens na te lezen, maakte ze het werk maar holderdebolder. Ze zag de moeilijkheden over het hoofd, en schreef en krabbelde de woorden op tot ze een punt en een streep achter alles zette, en - het werk af had.

Ze dacht er niet eens aan het na te lezen, ze sloot haar schrift terwijl het nog half nat was, en ging, de knieën op den trijpen stoel, een boek liggen lezen, waaraan ze aldoor onder het maken van de thema gedacht had.

Dora beviel het niet erg, dat Annie lezen ging. Ze probeerde nog even een gesprek aan te knoopen.

‘Was Moe maar thuis gekomen,’ zei ze, ‘dan hadden we alles meteen kunnen zeggen.’

‘Ja,’ zei Annie langzaam; toen keek ze weer in haar boek.

‘Ik vind het zoo naar te gaan slapen, nu Moe nog niets weet.’

‘Ja,’ knikte Annie; even bleef ze met een schuldig gezichtje op de bloemen van het tafelkleed turen, toen dwaalden haar oogen weer naar de heerlijke geschiedenis van Kalif Ooievaar en liet ze Dora aan haar sombere gedachten over.

‘Ik zal je maar niet meer plagen,’ vond Dora. Ze

[pagina 22]
[p. 22]

had het rekenboekje en haar schrift weggeborgen en haalde de pantoffel te voorschijn; daaraan bleef ze werken tot het negen uur was. Maar hoewel ze voor háár doen erg ijverig was, had ze toch een onvoldaan gevoel. Wat zou de juffrouw op school morgen wel van haar zeggen, nu ze geen enkele som gemaakt had! Ze troostte zich met de gedachte, dat ze den volgenden ochtend vroeg zou opstaan en dan de vraagstukken nogeens probeeren. Misschien ging het werk dan beter!

Het was een schrale troost, want Dora was een echte langslaapster. ‘Was Moeke maar hier!’ zuchtte ze voor de zooveelste maal.

Om negen uur kwam Line binnen. Dora pakte gewillig haar werk in het mandje. Ze had slaap. 't Was erg ongezellig als je uren achtereen niets hoorde dan het tikken van de klok en de klachten van een geweten, dat je je luiheid verwijt.

Annie had veel liever willen opblijven, maar ze hield zich goed en sloot haar boek, hoezeer het haar ook aan het hart ging.

‘Pak je boeken voor morgen in,’ zei Dora moederlijk. Annie deed het. Ze sloeg nog even haar schrift open, om naar haar thema te zien. Een geheim voorgevoel zei haar, dat die er niet al te netjes zou uitzien. Toen ze het blad vóór zich had, schrok ze. Bijna alle letters waren overgedrukt op de schoone bladzij. Wat zag het werk er uit, gevlekt en gevloeid! En wat woest en slordig geschreven!

Zóó had Annie het zich niet voorgesteld. Ze had er erge spijt van, en graag zou ze het nu hebben overge-

[pagina 23]
[p. 23]

maakt. Maar haar berouw kwam te laat. Ze moest nu naar bed. Behalve de straf, die ze op school zou krijgen, want natuurlijk zou ze de thema moeten overmaken, wachtte haar nog een vermaning van haar moeder. Moeke zou zich schamen over haar dochtertje.

‘Nacht Line,’ zeiden de meisjes, toen Line de kaars voor haar had aangestoken.

‘Wel te rusten, jongejuffrouwen,’ zei het dienstmeisje, ‘zult u er aan denken de kaars uit te doen.?’

‘Zeker,’ zei Dora.

Toen waren ze alleen.

‘Wat vreemd, dat Moe ons niet naar boven brengt,’ zei Annie met een zucht.

‘Ik hoop, dat Tante maar gauw weer beter is, en dat Moe weer bij ons komt.’ Dora trok haar nachtpon aan, met een gezichtje, dat ver van opgewekt was.

Annie zat op den rand van haar ledikant en trok langzaam haar kousen uit. ‘Wat een nare dag hebben we gehad, hè?’

‘Ja,’ zei Dora, ‘alles is vandaag verkeerd gegaan. We moeten nu maar gauw gaan slapen. Zul je me roepen, Annie, als je vroeg wakker bent? Ik heb geen een van mijn sommen kunnen maken. Ik vind het nu zoo naar, voor Moe ook, dat ik niet beter mijn best heb gedaan.’

‘Ik zal er aan denken,’ zei Annie, ‘dan maak ik meteen mijn thema over, die ziet er ook schandelijk uit.’

‘Wel te rusten dan!’

De zusjes gaven elkaar een nachtzoen, en Dora blies de kaars uit. Beiden bleven nog een tijdlang wakker

[pagina 24]
[p. 24]

liggen, ontevreden over zichzelf en vol verlangen naar haar moeder. Dit was de eerste nacht, dat ze slapen gingen zonder door háár goedennacht gekust te worden.

Ze wisten niet, de meisjes, dat het nooit weer gebeuren zou......


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken