Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn roman (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn roman
Afbeelding van Mijn romanToon afbeelding van titelpagina van Mijn roman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.91 MB)

Scans (30.42 MB)

ebook (3.91 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn roman

(1901)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

II.
Wolken.

De keeren, dat Pa sprookjes vertelde, werden zeldzamer. We vroegen er dikwijls om, ik vooral. Het hielp wel. Als ik lang vleide, liet Pa zich soms overhalen en dan vertelde hij. Maar 't rechte was het dan toch niet. 't Verhaal werd stroef en koel gedaan, en 't was gauw uit. Eens bleef hij steken, middenin, en liep toen weg, de kamer uit, alsof het hem te veel werd. 't Vermoeide hem.

Moe zei, dat we het niet meer mochten vragen, Pa zou het uit zichzelf wel doen, wanneer hij lust had.

Maar hij hád geen lust.

Ik zag het al aan zijn gezicht, zoodra hij thuis kwam. Daar kwamen groeven en rimpels in zijn voorhoofd, en zijn oogen lagen diep. Dan kuste hij ons zonder ons te zien, en luisterde naar ons gebabbel zonder het te hooren. Dan at hij weinig, soms in het geheel niet. En allen zaten droef en stil aan tafel. Moe zag er dan bezorgd uit; ze lette nauwelijks op ons.

Een paar keer was Pa uit school thuis gekomen

[pagina 9]
[p. 9]

en dadelijk naar zijn kamer gegaan zonder ons te groeten. Moe ging hem opzoeken, en toen ze bij ons kwam, zagen we, dat ze geschreid had.

‘Eet jelui maar, kinderen, Betje zal je wel helpen. Pa voelt zich niet prettig, wacht maar niet op ons.’

Wat was het dan ongezellig, en leeg en kil. We spraken bijna niet.

Eens, dat we in schemerdonker zaten en ik met Moe wat vrijde, en mijn wang zacht tegen haar wang legde, schrikten we allemaal. Een nare, wilde lach klonk plotseling door de kamer. Alsof opeens de ratelende donder de stilte had gescheurd, zoo schrikten we.

We wisten niet wat er gebeurde. Pa was de kamer uitgegaan met groote passen. Moe was hem gevolgd, en wij bleven heel alleen in het donker. Map en ik, wij zochten troost bij Jo, die ons niet helpen kon. We dorsten niet de kamer te verlaten, we wisten niet of we ook hinderden. En 't was zoo naar, zoo stil en somber in 't vertrek. De vuurgloed maakte ons nu bang, hij leek zoo helsch. De haard was nu voor mij de bloedige, open muil van een verscheurend monster, dat ik in 't donker niet kon zien. Ik zag het lekken van zijn vlammentong alleen...

Na een poos kwam Betje en maakte licht. 't Gas plofte op en Bet ging weg.

Ze had de gordijnen niet neergelaten, en ik moest aldoor kijken naar de ramen, drie gapingen vol zwarte leegte, en 'k rilde van de duisternis daarachter.

't Was of wij er alle drie ook vreemd uitzagen, of alles ánders was. We praatten fluisterend met elkaar, als bang voor eigen stem.

[pagina 10]
[p. 10]

Toen Moe eindelijk terugkwam, was het om ons naar bed te brengen.

Eerst vroegen we niets, en hadden er een flauw besef van, dat het 't beste was, als we maar zoet en stil gehoorzaamden en slapen gingen zonder iets te vragen. Maar toen Moe op het punt was, de kamer uit te gaan en ons alleen te laten, kón ik me niet bedwingen, en 'k vroeg wat er dan toch was en of Pa ziek was.

‘Pa is niet ziek,’ zei Moe, ‘maar stoute jongens hebben Pa geplaagd, ze maken 't hem zoo lastig daar op school.’ Moe huilde.

'k Was verbaasd, ik zette groote oogen op. Was dát het? Was het dát? Ik kon het bijna niet gelooven. En waarom strafte Pa de jongens dan niet flink? Waarom gaf Pa ze dan niet op hun broek? Pa was toch groot; veel grooter dan de jongens! Pa was toch sterk, een groote, sterke man! O, als ik Pa was! En mijn kleine vuisten balden zich. 'k Was opgewonden. 'k Vroeg Moe duizend dingen, zoodat ze spijt kreeg, dat ze 't ons gezegd had.

‘Je moet maar stil zijn,’ zei ze, ‘en in 't vervolg zoo wild niet spelen als Pa thuis komt. 't Is op die school al druk genoeg voor Pa. En nu maar zoet gaan slapen.’

Moe ging heen. 'k Besprak 't geval met Martha lang en breed; maar Martha was zoo'n kind. Jo was er niet, die hoefde niet gelijk met ons naar bed.

Toen Mappie lang al sliep, lag ik nog wakker. Ik dacht aan Pa en aan de stoute jongens. Pa was een goede reus, de kleine jongens duivels, die hem sarden. Ik stond er bij en kon niets doen. Ik zag,

[pagina 11]
[p. 11]

hoe valsch, hoe wreed de kleine duivels plaagden, hem kriebelden met prikkelende strootjes. Met hun allen bestormden ze zijn rug, ze prikten hem met spelden, ze trokken aan zijn mouw en lachten schaterend met hooge, piepende geluiden.

Ik drukte de nagels in de palmen van mijn hand. Ik haatte ze, de jongens, en ik schold ze.

Ik riep Pa toe, waarom hij ze niet van zich sloeg met één slag van zijn grooten, sterken arm.

Maar Vader stond daar maar en staarde wezenloos recht voor zich uit, hij hoorde niet mijn stem. En 'k schreide, omdat ik klein en machteloos was en hem niet helpen kon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken