Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit en thuis (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit en thuis
Afbeelding van Uit en thuisToon afbeelding van titelpagina van Uit en thuis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (13.49 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Sluijters



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit en thuis

(1905)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]


illustratie
Lachebekje I.


[pagina 7]
[p. 7]

Lachebekje.

I.
Om een aapje.

Lachebekje stond in den hoek en - lachte. Wat had ze anders moeten doen? Huilen? - Kom! - Ja, het was vervelend om in den hoek te moeten staan, 't was eigenlijk een schande, ze had niet graag gewild, dat haar Pa of Moe het geweten hadden, en voor sommige andere meisjes was het een bittere straf, een pijnlijke vernedering. Nu, zoo erg kon Lachebekje het niet vinden. Het was niet prettig, natuurlijk. Maar om van te huilen was het nu ook niet. Lachebekje vond het heel dom, om te huilen, zoolang er nog iets was, waarom je lachen kon. En er was altijd wel iets, waarom je lachen moest. Als ze alleen maar dacht

[pagina 8]
[p. 8]

aan wat er zooeven gebeurd was, dan moest ze het al uitschateren.

Verbeeld je, Lizette - wat een belachelijke naam, hè? - de meisjes noemden haar ook altijd Lijsje - Lijsje Lubbers had een peluchen aapje mee naar school gebracht, een koddig klein dingetje, rood, met een oranje krulstaartje, blauwe kralenoogjes en vier grappige, lange armen, waarin ijzerdraadjes zaten, zoodat je ze net zoo zetten kon als je ze hebben wou.

Alleen bij het idee had Lachebekje al niet stil kunnen zitten van plezier. Den heelen morgen had ze naar Lijsje zitten kijken, maar die hield zich doodstil, en liet het aapje rustig in haar zak.

Maar het tweede uur, onder het rekenen, terwijl Lachebekje het aapje heelemaal vergeten was, en diepzinnig zat te peinzen over een moeilijke som, die ze bezig was uit te rekenen, - daar had ze, in gedachten opkijkend, opeens het aapje over Lijsje's zwarte lei zien dansen. Lijsje had de lei zoo'n beetje opgewipt, zoodat de onderwijzeres er niets van zien kon.

Lachebekje had Dora Beyma aangestooten, en ze hadden met haar beitjes een pret gehad van belang.

[pagina 9]
[p. 9]

Lijsje deed ook zoo grappig met dien aap. Dán zat hij in de plooien van haar wijde mouw, soms op het randje van haar kastje, eens geheel vrij op den inktpot, zoodat het een wonder was, dat de juffrouw het niet merkte; maar het aardigst van alles was geweest, toen Lijsje den aap met een vlugge beweging op het haar van Rika Obbes had geplaatst. Die stijve Rika Obbes, die daar zoo onschuldig zat te cijferen, en haar hoofd soms bewoog zonder eenig vermoeden van de kunsten, die het roode aapje bij de geringste hoofdbuiging maakte. Als een klit hing hij Rika in de zwarte, stijve krullen! Soms dook hij heelemaal in de golvingen weg. Het was om je dood te lachen.

En toen kwam het mooiste van alles, toen Rika, die haar sommen af scheen te hebben, zich met een flinken schok rechtop in haar bank zette en haar haren schudde als een paard zijn manen.

Op dat oogenblik had Lachebekje het niet meer kunnen uithouden, maar was in een hoog gillend lachen uitgebarsten.

Verschrikt had Lijsje zich gauw weer van het aapje meester gemaakt en het in de diepe duisternis van haar zak weggestopt.

[pagina 10]
[p. 10]

‘Wat is er te lachen?’ had de onderwijzeres gevraagd.

‘Hi, hi, ho, ho, ho!’ Lachebekje had er niet uit kunnen komen. Vóór alles wou ze Lijsje niet verklappen.

‘Hi, hi, ha, ha.... die - - die haren!’

De onderwijzeres werd boos en ongeduldig. Er was niets te zien aan de haren van Rika Obbes, waarop Lachebekje in haar verlegenheid wees! Rika Obbes was er heelemaal het meisje niet naar om grapjes uit te halen of een ander aan het lachen te maken.

Zoo kwam het, dat Lachebekje in den hoek werd gezet. Heel veel kon het haar niet schelen. Er was toch nog altijd prettigs genoeg. Als ze dat aapje maar in den geest voor zich zag, sprongen de tranen haar al in de oogen van het lachen.

Met zijn oranje - ha, ha! met zijn omgekruld oranje staartje had hij ten slotte heelemaal aan den ondersten dunnen krul van Rika's haar geslingerd. Lachebekje was er zeker van, dat zijn neus in den inktpot gehangen had. En er niet aan denkend dat ze in don hoek stond voor straf, noch denkend aan de onderwijzeres, noch aan de mogelijkheid, dat ze zich een zwaarder straf op den hals kon halen, barstte ze opnieuw in lachen uit. Die aap!!

[pagina 11]
[p. 11]

De juffrouw voor de klasse schudde het hoofd; dat was toch waarlijk àl te erg. En Lachebekje kreeg een uur schoolblijven op den koop toe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken