Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit en thuis (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit en thuis
Afbeelding van Uit en thuisToon afbeelding van titelpagina van Uit en thuis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (13.49 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Sluijters



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit en thuis

(1905)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IV.
In spanning.

Het was de dag, die de groote vacantie voorafging. Een heerlijke dag - aan één kant. - 't Was ook de dag van de verhooging. 't Kon dus een dubbel prettige dag zijn, - áls je verhoogd werdt. Maar voor wie zitten bleef, zou hij alles behalve pleizierig zijn.

Lachebekje had dat ook al overdacht.

O, als ze eens verhoogd werd! Als ze eens het gróóte geluk had, over te gaan naar de zesde klas, de hoogste! Wat zou dat heerlijk zijn, bijna te heerlijk!

Zenuwachtig trok ze haar hagelwit schortje recht. Ze zat flink rechtop in haar bank met den rug tegen de leuning.

De les was al begonnen, nog twee uur en dan zouden ze den uitslag vernemen. Twee uur! 't Leek haar een eeuwigheid.

[pagina 19]
[p. 19]

Ze hadden lezen, anders een prettige les. Ze kreeg graag een beurt, ze had een aardig helder stemmetje en las vrij goed.

Er werd een stukje behandeld, dat ze al eens meer gehad hadden. Lachebekje kon er haar gedachten niet bijhouden.

‘Zou ik verhoogd worden, zou er nog kans zijn?’

Haar hart klopte blij, als ze aan de heerlijke mogelijkheid dacht.

Als het groote geluk haar te beurt viel, dan zou alles mooi en heerlijk zijn. Pa en Moe zouden zoo blij zijn. Pa was zoo trotsch op zijn dochtertje, als ze flink leerde.

Hád ze flink geleerd? - Een diepe zucht steeg op uit Lachebekje's geprangd hart. Was het maar waar, dan zou ze nu niet zoo in angst zitten.

Al de uren, die ze verspeeld had met het lesof rekenboek vóór zich - en dat waren er vele - kwamen haar nu voor den geest.

Hoe was het toch mogelijk, dat ze zoo zorgeloos en onnadenkend had kunnen zijn! Ze had het toch geweten, dat slecht gekende lessen ook slechte cijfers geven op het rapport en dat slechte rapporten verhooging onmogelijk maken.

[pagina 20]
[p. 20]

‘Eva!’ klonk het opeens.

Evi zag verschrikt op. Het duurde een oogenblik voor ze begreep, dat het haar beurt was. Gelukkig moest ze met een nieuw stukje, een versje, beginnen, anders had ze ook nog niet geweten, waar de les was.

Ze las, maar haar stem klonk een beetje heesch en vreemd, en ze hakkelde een paar maal, zoodat ze het coupletje over moest lezen.

Ze begon opnieuw maar verslikte zich al in den eersten regel.

‘Nog niet mooi,’ zei de juffrouw, toen Eva's beurt voorbij was, ‘veel te haastig gelezen, je kunt het beter. - Maar er is zooveel, dat Eva beter kan, en dat ze toch niet doet.’

Met groote, verschrikte oogen zag Lachebekje op. Zei de juffrouw dat, omdat ze niet verhoogd zou worden? Was het haar vonnis?-

Maar de onderwijzeres lette niet meer op Eva, ze was weer geheel bezig met de les, en Lachebekje kon niets op haar gezicht lezen.

Het volgende uur was er schrijven. De schriften en pennenhouders werden uitgedeeld.

‘Zorgt vooral, dat het laatste schrift, dat je in deze klas maakt, goed wordt,’ zei de juffrouw.

[pagina 21]
[p. 21]

Een nieuwe zucht ontglipte Eva's borst. Zou het werkelijk het laatste schrift zijn, dat ze in die klas maakte, of zou ze nog een jaarlang dezelfde schrijfvoorbeelden moeten volgen?

Ze deed haar uiterste best. Ze schreef altijd wel aardig, maar vaak te gauw. Ze behoorde tot die meisjes, die steeds het eerst den regel afhebben. Het was zoo gezellig, vond ze, om dan nog eens stil te zitten en anderen te zien werken. Het spreekt vanzelf, dat er dan ook bijna altijd wát aan haar werk mankeerde. Ze vergat de punt op een i of de streep door de t's of een letter uit een woord, - zorgeloosheden, die Evi zelf al heel licht telde, maar die haar meestal een laag cijfer voor haar schrift bezorgden.

Nu was ze niet het eerst met haar regel klaar. Integendeel, ze schreef met pijnlijke langzaamheid en angstige nauwgezetheid. Ze teekende de letters één voor één, maakte de neerhalen dik, de ophalen dun. Haar hand beefde van de inspanning; aan enkele letters was het duidelijk te zien, die schenen zelf te trillen als je er lang naar keek.

Toen ze aan den derden regel was, en de juffrouw eens langs kwam, tikte ze Evi bemoedigend op den schouder.

[pagina 22]
[p. 22]

‘Keurig,’ zei ze, ‘dat gaat goed zoo.’

Evi kleurde en zuchtte van plezier, en opeens kwam de hoop weer met kracht terug.

Ze keek door het raam. Enkel zonneschijn was het buiten. Zou het ook straks voor haar enkel zonneschijn zijn?

Toen ze den vierden regel afhad, en die nog beter geslaagd was, dan de vorige, lachten haar oogen weer.

Als ze verhoogd werd, dan zou ze veertien dagen naar tante Wolfers in Den Haag gaan, om bij Coba en Hanna, haar nichtjes, te logeeren. Ze verlangde zoo naar Den Haag. Ze was er al eens geweest, en het was er zoo heerlijk, in het Bosch, en dan Scheveningen en de mooie, blauwe, wijde zee, en de heerlijke frissche zeelucht.

Ze hoorde niet eens, dat ze aan den vijfden regel beginnen moest. Ze was met haar gedachten aan het strand, het blonde duin met het lichtgroene helm lag achter haar. Hanna en zij waren er juist komen afrennen, en haar bloote voetjes waren heet geworden door het zand, dat in den zonneschijn stoofde. Het deerde haar weinig. Rrsch! Daar kwamen met een vaart de koele golfjes aanruischen, spoelden over haar

[pagina 23]
[p. 23]

voeten heen, opspattend tegen haar beenen; en weg gleden ze weer, om een oogenblik later terug te komen. Het was of ze een aanloop namen....

‘Schrijf jij niet, Eva?’

Lachebekje doopte haastig den pennenhouder in den inktpot. Ze had gedroomd. Het is altijd pijnlijk om uit een prettigen droom te ontwaken. - Ze liep niet aan het strand, maar zat op school. Zou ze wel eens naar Den Haag gaan?-

Een inktmop viel op haar schrift. Al haar mooie werk was nu bedorven, en haar hoop was ook vervlogen, heelemaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken