Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit logeeren (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit logeeren
Afbeelding van Uit logeerenToon afbeelding van titelpagina van Uit logeeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (5.74 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Sluijters



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit logeeren

(1903)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IV.
Wat Emmie aan haar moeder schreef.

Lieve Mama,

Zeg, Moeke, hoe is het toch met u? Ik hoop dat u veel beter zult zijn. Weet u wel, dat u mij echt beloofd hebt, gezond en flink te worden?

Ziet u, Moeke, dat denk ik wel eens, Opoe is natuurlijk lief en goed voor u, maar die is al zoo oud. Ik hoop maar, dat u me niet erg mist of aan me denkt. Ik denk wel eens aan u, 's avonds als ik niet slapen kan.

[pagina 25]
[p. 25]

Ik heb Mies uw portret laten zien. Ze vond u zoo mooi. U bent veel mooier dan Tante. Maar misschien vind ik dat wel zoo, omdat u mijn eigen Moeke bent. Ieder zal zijn eigen Moeke wel het aardigst vinden.

Het is nu een week dat ik in Amsterdam ben. Wat lang al, hè? Tante is zoo vriendelijk geweest u mijn behouden aankomst te schrijven. Nu wil ik mijn lieve Moeke zelf eens wat vertellen.

Het is Zaterdagavond. Mies en ik zijn al verschoond. Ik zit hier nu in een schoon wit jakje op onze slaapkamer. U weet dat ik dit altijd zoo prettig vind. Het is ook zoo'n aardig idee, nietwaar, om pas gewasschen te zijn. Je voelt je dan zoo frisch en rein, je bent haast bang iets aan te raken dat ook maar een beetje stoffig is en waaraan je anders in het geheel niet denkt. Straks kreeg ik een klein vlekje aan mijn vinger, toen ik den inktkoker opendeed, en dat ben ik er dadelijk met groote zorg af gaan wasschen. 't Is er net mee als op school: wanneer ik de heele week geen afkeuring heb gehad en ik krijg er dan een, spijt me dat veel meer dan wanneer ik er anders drie op een morgen krijg.

[pagina 26]
[p. 26]

Mies vraagt wat ik al geschreven heb, en ik ben zoo'n gansje, ik heb u nog niets verteld.

Het is hier zoo aardig. De grond is helder wit geschuurd en er ligt een rood beddekleedje. Mies heeft een kast met veel mooie dingen er in, die ze van oom Piet gekregen heeft. We hebben haar vandaag eens opgeruimd. Dat is zoo prettig, zoo vrij te mogen snuffelen in een andermans boel. Ik weet wel hoe aardig ik het vond als klein kind om bij Opoe te zitten, bij onze Dordtsche Opoe, meen ik, en dan haar naaidoos op te ruimen. Ze liet er mij altijd vrij in rommelen en scharrelen. Misschien ook vond ik het wel prettig om de pepermuntjes, die er in waren. U weet wel, zoo'n mooi ouderwetsch doosje met van die kleine suikerpepermuntjes.

Mies vroeg iederen keer, als ik zei dat ik iets mooi vond: ‘Wil jij dat hebben? Als je het hebben wilt, neem het dan maar.’ Ze is erg gul. Ik heb een beeldig haak-étui van haar gekregen. Het is snoeperig lief, van buiten brons fluweel en van binnen rose zijde. Eerst wou ik het niet hebben, maar ze werd er haast boos om en drong er zóó op aan dat ik het nemen zou. ‘Als je het niet hebben wilt,’ dreigde ze, ‘zal

[pagina 27]
[p. 27]

ik het aan 't vuilste kind geven dat ik op straat zie.’ Ze gaf er niet het minst om, zei ze. En ik geloof heusch, Moeke, dat ze al heel weinig met zulke dingen opheeft.

Verbeeld u, Moe, wat ze nu aan het doen is. Ze zit tegenover me te schrijven, en ik denk niet anders of ze schrijft u een briefje. En daar zit ze me warempel met een heel verheugd gezicht en een hoogroode kleur strafwerk te schrijven. Ze is zoo blij, zegt ze, ze heeft al honderd regels af. En wat het gekst is, ze hoeft het heelemaal niet te doen. Ze maakt ze maar zoo vooruit, ze komen nog wel eens te pas, zegt ze.

O, het is zoo'n grappige meid, die Mies. Ik wou dat u haar ook eens goed leerde kennen. Ik vrees dat u haar eerst wel een beetje vreemd zoudt vinden. Maar ze is zoo hartelijk en aardig!

U noemt mij wel eens een ijdeltuitje, nietwaar, Moeke, als u erg boos bent, nu - dat is Mies volstrekt niet.

Mies zegt dat ze u wel op een anderen keer zal schrijven. Ze is bang dat onze brieven te veel bij elkaar zullen afsteken, zegt ze. Wat een dwaas kind, hè?

Nu zal ik eindelijk eens met het nieuws beginnen.

[pagina 28]
[p. 28]

Ik heb het Rijksmuseum gezien. O, wat is dat prachtig! Niet die Schuttersmaaltijd en zoo en die Nachtwacht, die meen ik niet, en ook niet die schilderijen met stijve regenten. U bent toch wel eens in het Museum geweest? Zeg Moe, hebt u wel eens gezien dat die dames en heeren uit den ouden tijd haast allemaal op elkaar lijken? Ze hebben allen bruine, uitpuilende oogen. Vreemd, hè? Maar er is een prachtige schilderij van een boerin, die in de verte tuurt, met een klein meisje, dat zich aan haar rok vasthoudt. En Moeke, die vrouw heeft net zulke mooie ernstige oogen als u.

Het is al zoo laat!

Me zijn veel uit geweest. Dikwijls naar het Vondelpark en eens het Kalfje om, dat kent u niet, hè? Het is een heele lange weg, maar, dat kan ik zoo niet alles zeggen. Ik zal u dat later wel eens vertellen.

Bert en Joop zijn aardige jongens. Ze vechten veel met elkaar, maar ik geloof haast, dat jongens dat altijd doen, als ze van elkaar houden. Zou het niet? Ze houden erg veel van elkaar, en van mij ook, geloof ik. Joop kwam eens met een dikken neus huilende naar me toe en Bert ook, die huilde nog harder. Ze waren uit geweest,

[pagina 29]
[p. 29]

op visite, en hadden beiden een stukje fondant voor me bewaard. Maar Bert had het eerst verzonnen, en hij was boos geworden, dat Joop het óók deed en dat ik dien mogelijk het liefst zou vinden.

O, Moeke, toen heb ik ze eens onderhanden genomen. Dwaas, hè? Ik was net zoo'n moedertje. Ik zei, dat ik het jammer vond, dat ze zoo gevochten, en vroeg waarom ze dat fondant wel voor me bewaard hadden.

‘Omdat je het zoo lekker vindt,’ zei Joop.

‘Omdat je het zoo lekker vindt,’ zei Bert.

‘En denk je (wat eigenwijs, hè Moe?) en denk je dat ik het ook “lekker” vind, dat jij Joop een dikken neus stompt, Bert, en dat jij Bert een trap geeft, Joop?’

Neen, dat dachten ze niet.

‘Nu, dat vind ik ook niet lekker, en o, jongens, jullie moet mekaar nooit weer pijn doen, vooral niet om mij, hoor! Waar is het fondant?’

Daar lag het vermorst en verkruimeld in Berts vies handje en Joop had het aan zijn schoone buis afgeveegd, en daar begonnen ze me warempel beiden te huilen, en met hun vuile pootjes langs hun gezichten te vegen, die er gauw uitzagen of ze bemodderd waren. En toen heb ik hun

[pagina 30]
[p. 30]

tranen gedroogd en hun gezichten gewasschen, en hen hartelijk gezoend. Ze hadden toch uit goedheid en gulheid voor mij wat bewaard, en nu was het zoo naar voor hen afgeloopen. Gelukkig waren ze nogal gauw getroost en ik geloof, dat Jopie's bomneus erger was voor Bert, dan voor hemzelf.

Wij zijn nog dikwijls uit geweest, dat hoort u later wel eens. Ik durf u niet zeggen, hoe laat het al is. Mies zit het hoogste lied uit te zingen, om me in de war en een eind aan mijn geschrijf te maken.

Nacht mijn lieve, beste Moeke, wel te rusten hoor!

Duizend kussen van uw

Emmie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken