Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nader bericht ontbreekt (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nader bericht ontbreekt
Afbeelding van Nader bericht ontbreektToon afbeelding van titelpagina van Nader bericht ontbreekt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

Scans (10.31 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nader bericht ontbreekt

(1963)–Willem Wittkampf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

Het goeie schot

‘Mijn man ziet er nog zeer jeugdig uit, zoals u ziet, en hij voelt zich ook nog goed gezond. Maar hij is er de man niet naar, zich op iets voor te laten staan, ziet u, mijn man. Daarom kunt u het beter van mij horen, want hij is de bescheidenheid zelf, en ik ben van ons twee degeen die onbescheiden is. Jaja.

Mijn man was een bijzondere persoonlijkheid in zijn jeugd. Mijn schoonvader was referendaris van Buitenlandse Zaken, en bevriend met onze gezant in Perzië. Toen mijn man zestien jaar was, zei deze: ‘Geef je zoon maar aan mij mee naar Teheran. Ik zie wel wat in die jongen voor de Buitenlandse Dienst.’ Dat was in 1892. Vanzelfsprekend kende ik hem toen nog niet, want ik was toen pas vier jaar. Ik ben van mijzelf een meisje Crooswijk. In Rotterdam is een kerkhof naar onze familie genoemd.

Toen de gezant - de baas van mijn man zogezegd - naar Peking werd overgeplaatst, ging mijn man vanzelfsprekend mee. Maar u wilt zeker voornamelijk weten hoe mijn man de Willemsorde heeft gekregen? Wel, toen kwam die Bokseropstand in 1899. De Chinezen schoten de Duitse gezant dood. Ene Von Ketteler. Toen waren de poppen aan het dansen. In alle haast moesten er barricades worden opgeworpen rond de gezantschapswijk.

Ze hadden voor dat werkje een paar Christen-Chinezen natuurlijk, maar die durfden de straat niet op, zonder dat er een Europeaan bij ging staan om hen moed te geven, omdat er overal kogels floten en ricochetteerden. Nietwaar man? Daar heb je nog je grote vriend van de Italiaanse ambassade door verloren. Dat was ook een jongen van goeie familie. Het waren bij de Italianen allemaal patricische lui, ziet u.

Mijn man heeft er aldoor bij gestaan. En honger geleden hebben ze ook, die drie maanden. Mijn man heeft mij wel verteld dat hij dacht op een dag: ‘Kom, ik ga eens wat paard rijden.’ Dat kon nog best gedurende het beleg, want de gezamelijke concessie van de gezantschappen was vrij groot. Maar niets hoor. Zijn paard was er niet meer. Opgegeten!

[pagina 20]
[p. 20]

De Boksers zaten in de bomen, zegt mijn man. Van daar uit hielden ze de wijk in het oog, en als ze ergens beweging zagen, dan schoten ze met geweren. En ze zaten zelf goed verstopt, want het was zomer. De bomen zaten vol bladeren. Er was er één bij, en dat was een scherpschutter, zegt mijn man. Dat kon je goed merken, en bij alle ambassades hadden ze de pik op hem. Weet u wat mijn man toen deed? Hij ging met een geweer achter een van de schietgaten in de barricade staan, en hij gooide zijn hoed omhoog. Toen schoot die scherpschutter zijn hoed stuk, en toen wist mijn man meteen precies waar die scherpschutter zat, en toen schoot hij hem uit de boom.

Dat was natuurlijk wat, want bij alle ambassades loerden ze op die ene scherpschutter. Nadien was het niet zo erg meer met het beleg, want de andere Boksers konden niet schieten. Natuurlijk kwelde de honger wel erg, maar toen kwamen de soldaten gelukkig, en toen werden de rollen omgedraaid. De keizerin van China werd verbannen, en het personeel van de ambassade mocht voor een appel en een ei haar verbeurd verklaarde meubels kopen. Deze mooie kast bijvoorbeeld komt uit het paleis. Er is een grote splinter in de kastdeur te repareren geweest. Dat komt omdat de soldaten met de bajonet door alle gesloten kasten staken, want als er nog Boksers in zaten, dan zouden die wel au roepen.

 

Toen mijn man uit China terugkwam, heeft hij een tijd niet gewerkt, en dat is jammer natuurlijk, want toen was hij zijn positie bij de Buitenlandse Dienst kwijt. Hij is toen als hoofdcommies bij het Codecabinet gekomen. In de eerste wereldoorlog heeft hij zich vanzelfsprekend als vrijwilliger gemeld, hoewel hij niet hoefde, want hij was enig kind. Bij de Grenadiers heeft hij gediend. Nu, dat was wat, want een gewone soldaat die de Willemsorde had, dat kwam nooit voor! En zijn commandant zei: ‘Kerel, jij moet op wacht bij Huis ten Bosch met je ridderorde op!’

Nu is mijn man daar veel te bescheiden voor, en hij deed dus zijn cape om, zodat je niets zag. Maar toen prins Hendrik langs kwam moest hij groeten natuurlijk, en dan sla je vanzelf met je arm je cape opzij en zo zag de prins het toch. De prins kon hem als gewoon soldaat niet aanspreken natuurlijk, hoewel hij er gemoedelijk genoeg voor was, de oude prins, maar hij stuurde toen hij binnen was onmiddellijk zijn

[pagina 21]
[p. 21]

adjudant om mijn man uit te horen. Toen moest mijn man alles vertellen. En weet u wat het eind was? Dat de prins een foto van mijn man wilde hebben! Jaja, en er is nog een geschiedenis met die foto ook. Weet u dat die jarenlang op de schrijftafel van de prins heeft gestaan? Daar ben ik toevallig achtergekomen op een reisje naar Duitsland. We hebben daar nog aangezeten aan een diner van het Adelsgenossenschaft. Ik heb daar vanzelfsprekend weer eens de Gräfin Von Arnim gesproken, en de groothertogin en de prins waren er ook. Ik had mijn dochter meegebracht. Die is uit mijn vorig huwelijk, en die heet dus naar mijn eerste man, maar de gravin zei: ‘Kind, dat is me te ingewikkeld hoor. Zeg maar gewoon dat je ook Van Duysberg heet, anders moet je telkens je hele hebben en houwen uitleggen.’ - En natuurlijk werd ze door de prins zelf aangesproken, want ze was een heel knap meisje. En toen zei de prins, die er van hield aardigheidjes te zeggen tegen knappe jongemeisjes: ‘Hoe nu? Van Duysberg? Van Duysberg? Ik heb nog een foto van Van Duysberg op mijn schrijftafel staan.’ Zo weet ik het. Nietwaar man?

Mijn man heeft allerlei landen bezocht gedurende zijn verloven. Hij is ook naar Indië geweest voor zijn plezier, en hij heeft met die trans-Siberische trein gereisd. Hij heeft mij wel verteld hoe dat was. Allemaal eindeloze steppen, en dan ineens in die onafzienbare vlakte één enkele mens, die naar de trein stond te wuiven. Maar hij wilde niet naar Japan. ‘Wat kan jou de Japanners schelen!’ heb ik gezegd. ‘Het is toch een mooi land?’ Maar nee. ‘Japanners zijn valse bliksems,’ zegt hij. De Chinezen vond hij aardig. Hij heeft nooit begrepen waarom ze communisten zijn geworden. Kijk, hier is ie - wat zegt u? - die Chinees bedoel ik - nu ja, zijn doodshoofd dan - die mijn man uit de boom heeft geschoten; dat vertelde ik u toch? Dat gat in zijn slaap is het kogelgat. Ze wisten op de ambassade precies waar mijn man hem uit de boom had geschoten, en het beleg heeft nog een maand geduurd, en het was zomer, dus hij rook al erg vies, maar de jongens hebben hem uitgekookt in een petroleumblik. Zijn dijbenen hangen aan het wapenrek in de andere kamer. Kijk, in de schedel hebben ze het jaartal 1900 gekrast met een pennemesje, en de mededeling dat hij Bokser is geweest in Peking. 't Is een Mongools type natuurlijk, maar wel een grappige kop, vindt u niet? Vroeger zag hij er beter uit. Toen

[pagina 22]
[p. 22]

had hij al zijn tanden nog, maar met al die verhuizingen is er wel eens een uitgevallen. Ik heb nog eens geprobeerd er een andere tand voor in de plaats te zetten, maar je krijgt ze nooit goed vast.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken