Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Lantaarn voor 1798 (1798)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Lantaarn voor 1798
Afbeelding van De Lantaarn voor 1798Toon afbeelding van titelpagina van De Lantaarn voor 1798

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.32 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Lantaarn voor 1798

(1798)–Pieter van Woensel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 171]
[p. 171]

XXXIII. Mijne Politieke Confessie.

't Was voorheen iets van aanbelang - meer van aanbelang altoos voor 't tijdelijk dan voor 't eeuwig welvaaren - hoe iemand dagt over zaaken, waar over hij, indien hij wijs was, in 't geheel niet behoorde te denken. Nog onlangs zou niemand Stads-Apteeker geworden zijn, tenzij hij bij deugdelijk certificaat uit 't kerken-boek beweezen hadt, vooräf eene frisse partij geprivilegieerde coloquint en duivels-drek, uit de hand der geestelijkheid, te hebben ontvangen en ingeslokt!

De hekken zijn verhangen, en der menschen keurmeesterschap is overgegaan in de handen der regeeringskundigen. Gelijk de keur op 't goud en zilver bestemt de waardij deezer metaalen, alzo bestemt de publieke opinie omtrent iemands politieke denkwijze deszelfs waardij.

Meenigmaal hoore ik mijne bekenden, wanneer zij spreken van Amurath, vraagen ‘is de man vleesch of visch?’ Mij dunkt ik ben de naaste, om te vestigen de publieke opinie omtrent mij zelven.

Zo dikwijls ik overpeinsde de nietigheid, verdeeldheid, lamheid, in één woord, de elende van 't overleeden Gouvernement, kwam mij, in dat Gouvernement, volstrekt een Stadhouder onontbeerlijk voor; ten einde door zijn invloed te dienen tot een aart van ciment, om de verspreide stukken van ons ligchaam van staat in één te soldeeren.

Zo dikwijls ik, nog zeer jong, en dus den laatsten Stadhouder niet zeer oud zijnden, mijn aandacht vestigde op zijn perzoon, scheen hij mij tot deeze roepinge even bevoegd, als 't vijfde rad aan een wagen bevoegd is dien te doen voortrollen; en dat mijne wei-

[pagina 172]
[p. 172]

nige gelaatkunde zich niet bedroogen heeft, leerde de uitkomst.

Schoon nu overtuigd van onze politieke armzaligheid, oordeelde ik voor mij 't raadzamer in dit Staatsgebouw vol van servitunten voorteslenteren, dan 'er veel aan te peuteren, uit vreeze van verpletterd te worden onder de asbraak. Ik beschouwde mij als een lijder met een gevaarlijk accident, met welk, onder faveur van een wurmsteekige kruk, 't verkieslijker was voortescharrelen, dan zich te laaten afzetten 't lid, in gevaar van 't hagje 'er bij in te schieten.

Enfin 't lid wierdt dan afgezet; en gelijk een lijder zich verheugt over eene gedaane operatie, zo verheugde ik mij over de daargestelde revolutie, verlost van den angst voor eene dodelijke bloedstortinge, mij streelende met 't vooruitzicht dat deeze eindelijk de allerlaatste revolutie zijn zou. Ik verblijde mij, gelijk eene vrouw die moeder geworden is, zich verblijdt over haare verlossinge, nog eer zij zich heeft kunnen verzeekeren, of 't begruizeld wichtje een engeltje of een moollijke is.

Maar! maar! dit wichtje heeft al vroeg getoond een stoute bengel te zijn; krabt en bijt reeds dapper om zich heen; en gaat oogschijnelijk papa en mama op de kop zinen!

Ziedaar, Heeren en Dames! mijne stoffagie. Behaagt zij ulieden, zo snijdt 'er 't beste af; doch stondt 't geschreeven in 't boek des noodlots, dat ik uwe goedkeuringe derven moet, gelooft mij, dat 'er ook bij geschreeven staat, dat dit derven mij van geen hartzeer zal doen sterven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken