Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Lantaarn voor 1801 (1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Lantaarn voor 1801
Afbeelding van De Lantaarn voor 1801Toon afbeelding van titelpagina van De Lantaarn voor 1801

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Lantaarn voor 1801

(1801)–Pieter van Woensel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Vervolg van bladz. 60.

In zulke soort van schrijven - iets waar van gijlieden misschien onkundig zijt, zit, in zulke soort van geleegenheeden, eene quasi magnetische kragt. Ik weet niet, of gijlieden mij begrijpt. Gelijk de zeilsteen de hoedanigheid bezit, het ijzer mot den eenen pool aantetrekken, bezit hij tevens die om 't zelve met den anderen pool aftestooten. Even zo werkte nu dit kleine briefke. Aan de eene zijde vermeerderde het grotelijks de aantrekkende kragt na het Trojaansche Paerd, aan de andere zijde vermeerderde het de lust om Ambidubus wegtestooten.

't is zeer zeker, dat op het ontvangen van dit schrijven eene groote blijdschap gebooren werdt, onder de helft der Bestianiaanen. Men gaf dikwerf concerten, waarop men Hymnen zong ter eere zan 't Trojaansche Paerd. Ook ontbrak het geenzints aan maaltijden en dans-

[pagina 68]
[p. 68]

partijën, kenbaar door de guldhartigste en best begreepene vreugde.

Men vondt zelfs eenigen, onder de voornaamsten der Trojaansche Paerden - gezinde Bestiaaniaanen, die, in den zondvloed van deeze hunne vreugde, ten hunne kosten, Catechiseer-schoolen oprichten, alwaar men tot laat in den nacht arbeidde, om door het leezen van stichtelijke boekskens over de Ambidubiaansche Tierannij, hunne geloofsgenooten moed in te boezemen tot het afwerpen van het Vleesch-noch Vischiaansche juk. Deeze Catechiseer-schoolen namen spoedig op, kreegen grooten toeloop van proselijten, zedert de goede gemeente de lucht kreeg, dat het gezelschap gratis bediend werdt van zeker Schiedamsch arcannum.

Met dit laatste gaat het als met andere arcana; 't heeft zijne vrienden en vijanden: edoch, beiden zijn 't daarin vrij eens, dat zo dit arcanum versterkt het hart, 't zelve in tegendeel verzwakt en 't hoofd en de beenen. -

[pagina 69]
[p. 69]

Jeremiade.

Zo eenig mensch de behendigheid nodig hadt, om met beide handen te gelijk te schrijven, was het, waarachtig! een Historieschrijver: want tot dus verre is het niet costumierlijk, dat men, even als in de muziek de partijen, de gebeurtenissen, de een na de ander, in partituur brengt, om ze met gelijke schreden, even als soldaaten marcheeren, te doen voort gaan. Nu is men altoos uit de maat.

Bij voorbeeld, in mijn geval, zo iemand dagt, dat Ambidubius dood of lang vertrokken was, zou ik het den man kwalijk mogen neemen; daar 't wel een uur is, dat ik geen woord van hem gesprooken heb? Neen, Vrinden! hij leeft nog, juist niet wel zo fris als een visch: 'er komt reeds een luchtje aan. Want hij, die gezwooren hadt zijn dood, de held onzer historie, 'k meen het Trojaansche Paerd, stondt reeds met de ééne poot op het land der Bestianiaanen.

[pagina 70]
[p. 70]

'k Gaa voort. In deeze positie bleef het eenigen tijd staan, bot met zijn snoet voor een breed water. Hij bleef staan bot stil, herzeg' ik: want gij moet weeten, dat mijn Paerd geheel anders dan andere Paerden, niet kan zwemmen. En 't laat zich aanzien, (of hij mogt 't opgegeeven hebben) dht hij 'er nog zou staan, was het niet gebeurd, ddt zeker Noordsche Tovenaar, wiens naam uit de hijperborische spraak in de onze getrouwelijk overgezet, beteekent Winter, hem 'er over geholpen hadt. Niemand, uitgenomen de familie van het Trojaansche Paerd, is 'er die twijfelt aan den dienst, dien die Tovenaar hem bewees. En nu zou het Trojaansche Paerd dit exploiet wel aan zijne knappigheid alleen toegeschreeven willen hebben! En zo doet hij dagelijks.

Van dat ogenblik gaf Ambidubius den geest; of zo 'er iemand aan twijfelt, hij stierf.

Ook hier mede, beklaagenswaardige Ambidubius ! hebt gij het bitter verbruid. Singu

[pagina 71]
[p. 71]

lier menschdom! Men wilde uwen dood, en gij mogt niet sterven! ô Schimmen van Ambidubius ! stoort u aan geen gekkenpraat; en zijt gerust, dat hij die ze niet uitslaat, u niet zal veroordeelen.

En nu, wijl de mortuis nil nisi bene, zoo mooge, mijnentweege, zijne assche rusten in vreede, tot aan 't uiteinde der aerde!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken