Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2. Epische poëzie. Fragmenten. Ilias-vertaling (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Epische poëzie. Fragmenten. Ilias-vertaling
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2. Epische poëzie. Fragmenten. Ilias-vertalingToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Epische poëzie. Fragmenten. Ilias-vertaling

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

Scans (5.28 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Editeurs

P.N. van Eyck

P. Minderaa



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2. Epische poëzie. Fragmenten. Ilias-vertaling

(1949)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 727]
[p. 727]

Namen- en Zakenregister.Ga naar voetnoot1)

A

Achajers: bewoners van Achaje, N. van Peloponnesos; bij uitbreiding: gezamenlijke naam voor al de Helleensche stammen voor Troje.
Acheroon: rivier in het gebied van Hades, de onderwereld.
Achilleus: zoon van Peleus en Thetis. Zijn naam beteekent: slang.
Agamemnoon: koning van Mukène en Argos; echtgenoot van Klutaimnestra, zuster van Helena; aanvoerder van den tocht tegen Ilios. Zijn naam beteekent: hij die ver streeft, die grooten moed bezit.
Agenoor: een Trojaan, wiens naam beteekent: de manhaftige.
Aiakos: vader van Peleus en grootvader van Achilleus.
AïdesGa naar voetnoot2), Aïdoneus: de god van het doodenrijk.
Aigis: de door Zeus als gewoon attribuut gedragene, ook door Athenè en Apolloon als schild gezwaaide geitenvacht: symbool van storm. Deze geitenvacht was de huid van de geit die Zeus had gevoed.
Aineias: zoon van Anchises en Aphroditè; vorst onder de Trojanen.
Aiolos: regeerder over de winden. Zijn naam beteekent: de bewegende.
Aithiopiërs: Het ‘volk met het gebrand gezicht’, voor de Homerische Hellenen half legendarisch en zonder goed bepaald woonoord.
Aithoon: paard van Hektoor; beteekent: het vurige.
[pagina 728]
[p. 728]
Ajas: 1o zoon van Telamoon, koning van Salamis, eiland der Aigeïsche zee; 2o. zoon van Oïleus, koning van Lokris. Zij nemen beiden deel aan den oorlog, onder het bestormende leger.
Alalkomeneensche: bijnaam van Athenè, naar hare geboorteplaats.
Alexandros: zoon van Priamos, ook Paris genaamd; ontvoerder van Helena, en aldus oorzaak van den oorlog. Zijn naam beteekent: de mannenafwerende.
Alkè: weerstandsvermogen, verpersoonlijkt.
Alkimedoon: wagenmenner van Achilleus.
Alkinoös: koning der Phaiakiërs, op het eiland Korkurè. Zijn naam beteekent: werend, verdedigend verstand.
Amazonen: fabelachtige stam van krijgvoerende vrouwen.
Ambrosia: drank of spijs, waarmede de goden zich verkwikten, ook aangewend als reukwerk.
Anchises: vorst onder de Dardaniërs, op het Trojaansche land; vader van Aineias.
Andromachè: echtgenoote van Hektoor, moeder van Astuanax.
Antenoor: bejaard Trojaan, aanvoerder der vredespartij.
Antilochos: zoon van Nestoor.
Aphroditè: beschermgodin van Aineias, de moeder van dezen laatste. Wordt ook Kupris genoemd.
Apolloon: beschermgod van Ilios.
Archeptolemos: wagenmenner van Hektoor.
Ares: de krijgsgod.
Argos: het gebied van Agamemnoon.
Arisèpos: een Trojaan.
Artemis: godin van bergen en wouden; jachtgodin.
Asios: bondgenoot der Trojanen.
Astuanax: zoon van Hektoor en Andromachè.
Atè: het onheil, verpersoonlijkt.
Athenè: dochter van Zeus, beschermgodin van Achilleus en Odusseus, tevens stadsgodin der Trojanen.
Atreus: vader van Agamemnoon en van Menelaos, de Atreïden. Zijn naam beteekent: de niet-bevende.
Automedoon: wagenmenner van Achilleus.

B

Balios: paard van Achilleus; beteekent: de bonte.
[pagina 729]
[p. 729]
Boreas: de Noordewind, als persoon gedacht.
Briareus: duizendarmige reus, zoon van Poseidoon.

C

Chios: eiland aan de kust van Klein-Azië.
Chiroon: een Kentauros.
Chitoon: mannelijk onderkleed.
Chrusè: eiland nabij de Trojaanse kust.
Chruseïs: dochter van Chruses.
Chruses: priester van Apolloon. Beteekent: de goudene.
Chrusothemis: dochter van Agamemnoon.

D

Daidalos: kunstenaar (zijn naam beteekent: vierkunstenaar en dat zal hij ook geweest zijn) op Kreta.
Daimoon: goede of kwade geest.
Danaërs: de troepen van Agamemnoon.
Dardanos: zoon van Zeus, stamvader van het Trojaansche koningshuis.
Deinos: het schrikaanjagende, verpersoonlijkt.
Deïphobos: zoon van Priamos.
Diomedes: koning van Aitolië, zoon van Tudeus.
Dionè: moeder van Aphroditè.
Dionusos: natuurgod.
Dioores: vader van Automedoon.
Dodonè: stad in Thesprotië, waar Zeus vereerd werd als stam-god van Achilleus.
Driepikkel: drievoet, stoel op drie voeten, waar vaten met reukwerk, waschbekkens, enz. op geplaatst werden.

E

Eëtioon: koning in Troas.
Elis: het noordwestelijk gedeelte van den Peloponnesos.
Elpenoor: makker van Odusseus.
Eniopeus: wagenmenner van Hektoor.
Enualios: een krijgsgod, vereenzelfdigd met Ares.
Enuo: krijgsgodin.
Eoos: de dageraad, en bij uitbreiding het oosten, verpersoonlijkt.
[pagina 730]
[p. 730]
Epikles: Lukiër.
Erinos: wraakgodin.
Eris: twist, wedijver, verpersoonlijkt als zuster van Ares.
Euphorbos: een Trojaan.
Eureos: vorst op Lemnos.
Eurubates: heraut van Agamemnoon.
Eurumedoon: wagenmenner van Agamemnoon.
Eurustheus: koning van Mukène.

G

Gaia: de aardgodin. De Grieken stelden zich de aarde voor als eene schijf; daaromheen stroomde de rivier Okeanos; daarboven was Ouranos, de hemel, en daaronder Tartaros, de onderwereld.
Gargaroon: top van het Ida-gebergte waar Zeus als beschermgod der Trojers vereerd werd.
Ganumedes: Trojaansche vorstenzoon, door Zeus ten Olumpus ontvoerd als schenker der goden.
Gerenisch: bijnaam van Nestoor, ook te begrijpen als: bejaard.
Glaukos: aanvoerder der Lukiërs. Zijn naam beteekent: de fonkelende.
Gorgo: de verpersoonlijkte Ontzetting.

H

Hèbè: godin der bloeiende jeugd.
Hektoor: zoon van Priamos en Hekabè; de voornaamste verdediger van Ilios.
Helena, dochter van Leda en Zeus; gemalin van Menelaos, door Paris naar Troje ontvoerd.
Helios: de Zon, verpersoonlijkt.
Hellas: streek van Thessalië; bij uitbreiding: noord-Griekenland.
Hellespontos: de zee van Troje.
Hephaistos: god van het vuur en kunstig metaalbewerker. Hij mankt.
Héra: gemalin van Zeus, maar zijne tegenstreefster als beschermgodin der Argeiers.
Hermès: de bode der goden.
Hesperos: de avondster.
Hulè: plaats in Boiotië; beteekent: het beboschte.
[pagina 731]
[p. 731]
Hupereia: ‘het bovenland’, voormalige woonplaats der Phaiakiërs.
Hupnos: de slaap, verpersoonlijkt.

I

Ida: hooge berg in Troas, verblijf van Zeus als beschermgod der stad Troje.
Idaios: heraut der Trojanen.
Idomeneus: vorst der Kretenzen.
Ikarisch: naam der zee, waar Ikaros in stortte.
Ilios: andere naam voor Troje.
Iokè: de aanval, verpersoonlijkt.
Iris: de regenboog; bodes der goden, voor dewelke de regenboog als een brug tusschen hemel en aarde is.
Ithaka: het eiland van Odusseus.

K

Kadmos: stichter van Theben in Boiotië.
Kalchas: een ziener, wichelaar onder de Achajers.
Kassandra: dochter van Priamos.
Kastoor: broeder van Helena.
Kentauren: een wilde volksstam in Thessalie, gedacht als paardmenschen.
Kèr(a): doodsgodin.
Kebriones: zoon van Priamos.
Kleitos: een Trojaan, zijn naam beteekent: de vermaarde.
Klutaimnestra: gemalin van Agamemnoon.
Koös: eiland nabij de Karische kust.
Korinthos: stad aan de Isthmus.
Kronos: vader van Zeus, Hades, Poseidoon en Héra.
Krekel: door de Hellenen bijzonder vereerd, voor onsterfelijk gehouden.
Kuthereia: bijnaam van Aphroditè, op het eiland Kuthera vereerd.
Kuklopen: volk van éenoogige reuzen.
Kupris: andere naam van Aphroditè.

L

Lampos: 1o. Broeder van Priamos; 2o. paardenaam (de blinkende).
Laodike: dochter van Priamos.
Laomedoon: voormalige koning van Troje.
[pagina 732]
[p. 732]
Lapithen: wilde volksstam in Thessalië vaak in strijd met de Kentauren.
Leto: moeder van Apolloon, bij Zeus.
Lesbos: eiland aan de kust van Klein-Azië.
Lemnos: eiland in het noorden der Aigeëische Zee.
Linos: naam van een dichter; lied naar hem genaamd; 't herfstlied.
Lukiers: bewoners van Lukië, in Troas.
Lukophroon: Kutherier; zijn naam beteekent: schitterend brein.

M

Machaoon: Thessalische vorst.
Menelaos: koning van Lakedaimoon, broeder van Agamemnoon, echtgenoot van Helena. Zijn naam beteekent: aanvoerder der krijgsbende.
Menestheus: aanvoerder der Atheners.
Menoitios: vader van Patroklos.
Meriones: aanvoerder der Kretenzen, naast Idomeneus.
Messeïs: bron.
Moesen: zanggodinnen.
Moira: het lot, meer bepaald het doodslot; ook verpersoonlijkt.
Mukène: stad van Agamemnoon.
Murmidonen: het volk van Achilleus.
Mugdoon: vorst der Phrugiërs.

N

Nereus: zeegodheid, vader der Nereïden, waaronder Thetis.
Nestoor: koning der Puliërs; zijn naam beteekent: de terugkeerende.
Notos: Zuiderwind, onweêraanvoerend.
Numpha: huwbaar meisje; bij uitbreiding: jonge godes bij bronnen en in wouden.

O

Odusseus: vorst van Ithaka; zijn naam beteekent: de toornige.
Okeanos: de wereldstroom, die de aardschijf omgeeft.
Olumpos: hooge berg in Griekenland, verblijfplaats van de goden.
Othruoneus: bondgenoot der Trojanen.
[pagina 733]
[p. 733]
Ossa: de faam, verpersoonlijkt. Gezante van Zeus.
Otreus: vorst der Phrugiërs.

P

Paian: krijgszang, triumphlied.
Pallas: andere benaming van Athenè.
Panthos: paard van Hektoor.
Paris: zie Alexandros.
Patroklos: geliefdste vriend van Achilleus, en vorstenzoon op Lokris.
Pedasos: paard van Achilleus; beteekent: het springende.
Pelasgen: volksstam in Thessalië.
Peleus: koning der Murmidonen, vader van Achilleus.
Pelops: stichter van het rijk der Atreïden.
Persephone: godin van het doodenrijk.
Phorbas: Trojaan.
Phorminx: kleine harp of luit, die men om den hals droeg.
Phobos: de vrees, verpersoonlijkt.
Poludamas: een Trojaan.
Poseidoon: god van de zee.
Priamos: koning der Trojanen, vader van o.m. Paris, Hektoor en Kassandra.
Pulos: stad van Nestoor, aan de kust van Triphulië.

S

Salamis: eiland bij Athenen.
Samos: eiland bij Ithaka.
Sangarios: rivier in Phrugië.
Sarpedoon: vorst van Lukië.
Sellen: priesters van Zeus in Dodonè.
Simoëis: rivier in de Trojische vlakte.
Skaiïsch: naam eener poort van Troje.
Skamandros: zie Xanthos.
Sminthios: bijnaam van Apolloon.
Sparta: stad van Menelaos.
Sthenelos: wagenbestuurder van Diomedes.
Surinx: pijp, rietpijp, schalmei.
[pagina 734]
[p. 734]
Talanton(a): zeker gewicht aan goud, geldeenheid.
Talthubios: heraut van Agamemnoon.
Tartaros: duistere afgrond, diep onder de aarde; onderwereld.
Telamoon: koning op Salamis.
Tenedos: klein eiland vlak voor Trojen.
Thanatos: de dood, verpersoonlijkt.
Theano: priesteres van Athenè, te Troje.
Thebe(n): stad 1o. in Boiotië, 2o. in Troas.
Thersites: een Achajer.
Theseus: vorst van Athenen.
Thestoor: een Trojaan.
Thetis: dochter van Nereus, in wiens onderzeesch paleis zij woont. Bij Peleus is zij de moeder van Achilleus.
Thoas: aanvoerder der Aitoliërs.
Thrasumedes: zoon van Nestoor.
Thrasumelos: wagenbestuurder van Sarpedoon.
Thuestes: voormalige vorst van Argos.
Tiresias: wichelaar, waarzegger, te Theben.
Tmolos: gebergte in Lydië.
Tritogeneia: benaming van Athenè: de derdegeborene.
Troje: land en stad van Priamos, gewoonlijk Ilios genoemd.
Tudeus: vorst van Kaludoon in Aitolië.

X

Xanthos: rivier bij Troje, ook Skamandros genaamd; soms verpersoonlijkt.

Z

Zeleia: stad aan den voet van den Ida.
Zephuros: Westerwind.
Zeus: vader van goden en menschen, god van den berg Olympos, echtgenoot van Héra. Beschermt beurtelings Achajers en Trojanen.
voetnoot1)
Hierbij werd Prof. Dr. J. van Leeuwen's ‘Schoolwoordenboek op de gedichten van Homeros’ hier en daar gevolgd en soms nageschreven.
voetnoot2)
Bij de namen der goden worden hun alleen de hoedanigheden en attributen toegeschreven die uit de Ilias blijken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken