Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 203]
[p. 203]

Apparaat

[pagina 205]
[p. 205]

Bronnenlijst

H-1

Materiële beschrijving

Brochure Boeatan van de vereniging ‘Oost en West’, Den Haag, 18,5 × 23,2 cm. Op de achterzijde beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mm15]

Datering

Tussen augustus 1903 en augustus 1904.

Bewaarplaats

1-6/127434 (Inv. 6)

Bijzonderheden

De brochure, 16 pagina's met omslag, bevat informatie over ‘Boeatan’, een ‘Permanente tentoonstelling met gelegenheid tot koop en nabestelling van Nederlandsch-Indische kunstnijverheid en huisvlijt’ die in augustus 1903 werd ingericht door de ‘Vereeniging Oost en West’, Plaats 9 te Den Haag. Wanneer de brochure precies verscheen, is niet bekend, maar zeker vóor augustus 1904: tussen de invallen en praktische notities die Van de Woestijne op de achterzijde noteerde, komt onder meer een vroege aanzet voor van de versie van ‘Vlaanderen, o welig huis waar wij zijn als genoden’ die in augustus 1904 in Vlaanderen verscheen.

Een andere regel die op de achterzijde geschreven werd is verwerkt in ‘Gij spreekt geen woord, o vrouw, maar weent aan mijne zijde’ [mm15], dat op 25 augustus 1911 door de redactie van De gids ontvangen werd /7/. Een nadere datering van de regel uit [mm15] is niet mogelijk; vermoedelijk schreef Van de Woestijne de regel al vóor 1910.

H-2

Materiële beschrijving

1 blad, 14,1 × 21,9 cm. Eenzijdig beschreven met zwartbruine inkt.

Gedichten

[a1]
[a2]
[mm6]

Datering

Vóor mei 1908.

Bewaarplaats

2-85/127473 (Inv. 115)

Bijzonderheden

Het manuscript bevat enkele voorstadia voor [a1] (later omgewerkt tot [mm6]) en vermoedelijk voor [a2]. De datering is bepaald door publikatie van [a1] en [a2] in Europa van mei 1908 /1/.

[pagina 206]
[p. 206]

H-3

Materiële beschrijving

1 blad, 21,0 × 27,5 cm. Briefpapier: firma ‘Miroirs de tous Genres & Style Paul Van Hende, Gand’. Eenzijdig beschreven (achterzijde) met zwarte inkt.

Gedichten

[mm24]
[mm25]
[mm27]

Datering

Eind maart - april 1910.

Bewaarplaats

3-124/127488 (Inv. 128)

Bijzonderheden

De gedichten op het manuscript ontstonden naar aanleiding van Van de Woestijnes wake bij zijn stervende schoonvader F.P. van Hende, eind maart-begin april 1910 (zie het variantenapparaat van [mm24], noot 1). In die dagen of kort daarna moet het manuscript zijn vervaardigd.

H-4

Materiële beschrijving

1 blad gelinieerd papier, 13,8 × 16,8 cm. Eenzijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mm27]

Datering

Eind maart - april 1910.

Bewaarplaats

10-317/135067-1 (Inv. 315)

Bijzonderheden

Het blad bevat kladfragmenten van ‘Gij brandt mijne oogen toe; gij brandt mijne oogen open’ [mm27]. Het gedicht ontstond naar aanleiding van Van de Woestijnes wake bij zijn stervende schoonvader F.P. van Hende, eind maart-begin april 1910 (zie het variantenapparaat van [mm24], noot 1). In die dagen of kort daarna moeten de fragmenten geschreven zijn. Op het blad staan tevens notities voor het verhaal ‘De arme Hendrik’, dat niet gepubliceerd werd. De chronologische volgorde ten opzichte van H-3 is niet zeker.

H-5

Materiële beschrijving

1 genummerd blad eenzijdig gelinieerd papier, 12,5 × 20,2 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met grijszwarte inkt.

Gedichten

[1] 18 [mm26]

Datering

Vermoedelijk na eind maart - begin april 1910, vóor juli 1910.

Bewaarplaats

3-126/131510 (Inv. 129)

Bijzonderheden

Kopijhandschrift voor publikatie in Groot Nederland van juli 1910 /2/. Het gedicht is genummerd met 3, overeenkomstig de tijdschriftpublikatie: daar was het de derde van drie ‘Stanzen’. Dit verwijst naar Jean Moréas aan wie Van de Woestijne de cyclus ‘Op den dood van Jean Moréas’ wijdde

[pagina 207]
[p. 207]

(zie het variantenapparaat van [mm24], noot 1). Het is mogelijk dat het gedicht in dezelfde periode geschreven werd als andere gedichten in die cyclus, eind maart/april 1910.

H-6

Materiële beschrijving

2 bladen, 16,1 × 24,8 cm. Uitgesneden tijdschriftpublikatie met varianten in zwarte inkt.

Gedichten

[1] 53 (682)
[2] 54 [mm8]
[3] 55 [a4]
[4] 56 [mm26]

Datering

Tussen juli 1910 en 1 februari 1916.

Bewaarplaats

1-15/127442-a en -b (Inv. 194)

Bijzonderheden

Deel van de publikatie in Groot Nederland van juli 1910 /2/. Alleen bij de tekst van ‘Ik ben u moe. Gij hebt mijn traagste hoop vermoeid’ [mm8] zijn varianten geschreven. Op grond van de varianten lijkt het zeker dat ze voorafgaan aan de versie die Van de Woestijne op 1 februari 1916 aan Johan de Meester zond voor publikatie in De gids van april 1916 /15/.

H-7

Materiële beschrijving

2 bladen geruit papier, watermerk globe en naam ‘Elite’, 13,8 × 21,4 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1] [mm27]
[2] [mm28]

Datering

Na eind maart - begin april 1910, vóor januari 1911.

Bewaarplaats

3-123/131509-3 en -4 (Inv. 127)

Bijzonderheden

De manuscripten zijn vermoedelijk vervaardigd bij de voorbereiding van H-8, dat kopij was voor de publikatie in Groot Nederland van januari 1911. Het papier is identiek aan enkele van die kopijhandschriften en de gedichten bevatten enkele varianten die aan de versie van H-8 voorafgaan.

H-8

Materiële beschrijving

9 genummerde bladen geruit papier, [1-3] en [9] 13,8 × 21,4 cm, watermerk globe en naam ‘Elite’; [4-8] 10,3 × 16,7 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1] 6 [mm24]
[2] 7 [mm25]
[3] 8 [mm27]

[pagina 208]
[p. 208]

[4] 6 [mm27]
[5] 7 [a5]
[6-8] 8-10 [a6]
[9] 9 [mm28]

Datering

Vóor januari 1911.

Bewaarplaats

[1-2]: 3-123/131509-1 en -2 (Inv. 127)
[3-9]: geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Kopij voor de publikatie in Groot Nederland van januari 1911 /4/. De totstandkoming van het manuscript is problematisch. [mm27] komt tweemaal voor, en er zijn twee verschillende papierformaten. Bovendien is de nummering merkwaardig: er zijn doublures, en een begin met 1 ontbreekt. Dat de manuscripten verband met elkaar houden, is niettemin zeker: met potlood zijn tweemaal nieuwe nummeringen aangebracht door de redactie van Groot Nederland.

De bladen zijn op basis van het papier te verdelen in twee groepen. De grote bladen [1-3] en [9] bevatten de gedichten [mm24], [mm25], [mm27] en [mm28]. Deze gedichten (dus niet de bladen) werden door Van de Woestijne van 1 tot 4 genummerd. De bladnummering was 6-9. Bovenaan het eerste hiervan schreef Van de Woestijne de groepstitel ‘In Memoriam Jean Moréas’ en de toevoeging ‘terwijl ik waakte bij een stervend man.’ Deze tekst verviel bij de tijdschriftpublikatie. Boven de groepstitel staat een romeinse ii, wat erop duidt dat aan de bijdrage in eerste instantie ander werk voorafging. Van de Woestijne gebruikte voor de kopij van de Groot Nederland-bijdrage dus manuscripten die hij eerder met een ander doel, of in een andere volgorde vervaardigde. Het resterende deel van de manuscripten heeft vergelijkbare kenmerken. De bladen [4-8] zijn van iets kleiner formaat; ze bevatten de gedichten [mm27], [a5] en [a6] waarvan de volgorde bepaald werd met behulp van de letters a, b en c boven de gedichten. Van de Woestijne nummerde de bladen van 6 tot 10 en bovenaan het eerste schreef hij ‘In Memoriam Jean Moréas.’ Deze drie bladen zijn van vroeger datum dan de eerder beschrevene ([1-3] en [9]).

Het ineenschuiven van beide groepen manuscripten resulteerde in de genoemde onduidelijkheden: de herhaling van [mm27] bleef onopgemerkt, maar de incoherente nummering werd met potlood verbeterd, vermoedelijk niet door Van de Woestijne zelf maar later ter redactie van Groot Nederland. Eerst werden alle bladen juist genummerd (met uitzondering van het eerste, omdat het de bijdrage opende); en het cijfer 9 stond toevallig al op het laatste blad. Op p. [1] werd het romeinse cijfer 11 doorgehaald en op p. [4] gebeurde hetzelfde met de groepstitel van het andere stel. Ook de gedichten zelf kregen een nieuw nummer; de a, b, en c boven de gedichten op de bladen [4-8] werden geschrapt, evenals het cijfer 4 boven het slotgedicht. De cijfers 1 tot 3 boven de eerste drie gedichten konden gehandhaafd blijven, de volgende kregen nieuwe nummers van 4 tot 7. (Op p. [1] is nog geschreven: ‘Proef Gaucheretstraat 160 Brussel’.)

Het was vervolgens de zetter die op hetzelfde blad [4] opmerkte: ‘N[oot] v[an] d[e] Z[etter] - Dit is gelijk aan pag. 3.’ Deze opmerkzaam-

[pagina 209]
[p. 209]

heid leidde tot het laten vervallen van de tweede versie van [mm27] (de oudste versie, die met a was aangeduid) en tot een nieuwe, nu correcte nummering van de bladen na [3]; in de nummering van de gedichten werd echter niet opnieuw ingegrepen.

H-9

Materiële beschrijving

2 bladen, fotokopie van brief aan Firmin van Hecke.

Gedichten

[mm13]

Datering

Vóor 25 augustus 1911.

Bewaarplaats

De fotokopie werd in 1990 door J.B.W. Polak beschikbaar gesteld. Het origineel is in bezit van de Stichting Johan Polak en momenteel niet raadpleegbaar. Een andere fotokopie is in het amvc, inv. nr. 138765.

Bijzonderheden

Van de Woestijne schreef aan het slot van een brief van zijn vrouw en hemzelf aan Firmin van Hecke ‘Weêr gaat het veege licht der asters bloeien’ [mm13] af. De brief is niet gedateerd, maar is vermoedelijk uit 1911. Kopij voor de publikatie van het gedicht in De gids van december 1911 /7/ werd door de redactie ontvangen op 25 augustus van dat jaar.

H-10

Materiële beschrijving

1 blad, 11,3 × 17,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt en potlood.

Gedichten

n.v.t.

Datering

9 juli 1911; varianten 27 juni 1913, 7 november 1913 en kort daarna.

Bewaarplaats

3-96/127478 (Inv. 146)

Bijzonderheden

Schema voor meerdelig dichtwerk Het Licht der Kimmen, enkele malen gewijzigd.

De drie dateringen noteerde Van de Woestijne zelf onder de drie stadia van bewerking.

H-11

Materiële beschrijving

1 blad blocnotepapier, 12,9 × 17,8 cm. Eenzijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

Omstreeks juli 1911?

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

[pagina 210]
[p. 210]

Bijzonderheden

Het blad bevat benevens enkele poëziefragmenten een notitie voor een Kyrie van een Heilige Mis; zie hiervoor de Ontstaansgeschiedenis, § 2.1.2. Het schema voor Het licht der kimmen, waarin een dergelijk plan voorkomt (H-10), dateert van 9 juli 1911. Niettemin is de datering onzeker; vergelijk H-13.

H-12

Materiële beschrijving

1 blad blocnotepapier, 12,9 × 17,8 cm. Tweezijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[gz29]

Datering

Omstreeks juli 1911?

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Het blad bevat talrijke notities en invallen van uiteenlopende aard. Een ervan is in 1921 verwerkt in ‘Gelijk het gonzend bliksmen van motoren’ [gz29]. De onzekere datering is gebaseerd op het papier, dat identiek is aan het vorige manuscript, H-11.

H-13

Materiële beschrijving

1 blad, 11,4 × 17,6 cm. Tweezijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[mm18]

Datering

Omstreeks juli 1911?

Bewaarplaats

3-120/131506 (Inv. 125)

Bijzonderheden

Het manuscript bevat een klad van een vroege, uitgebreide versie van ‘o Ziek, onzeker en onzuiver’ [mm18]. Een verloren gegane netversie die aansluit bij het klad is in bezit geweest van Maurice Roelants (zie noot 1 bij het variantenapparaat van het gedicht) en ging vergezeld van het bijschrift: ‘Uit den “Kyrie” eener “Heilige Mis”, in bewerking.’ Die toevoeging laat de mogelijkheid open dat het gedicht is ontstaan in de tijd van het eerste plan voor Het licht der kimmen, dat gedateerd was op 9 juli 1911; zeker is dit echter niet.

H-14

Materiële beschrijving

1 blad, 12,4 × 16,2 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[mm28]

Datering

Vóor november 1911.

[pagina 211]
[p. 211]

Bewaarplaats

3-127/131511 (Inv. 130)

Bijzonderheden

Kopijhandschrift voor publikatie in Dietsche warande & Belfort van november 1911 /6/. In een andere hand werd het blad met potlood genummerd met 5, en onderschreven met de naam ‘Karel van de Woestijne’. Vermoedelijk is dit gedaan door Jules Persyn, redacteur van het tijdschrift, uit wiens nalatenschap het manuscript afkomstig is.

H-15

Materiële beschrijving

Agenda Souvenir Journalier 1912. Gebonden in bordeauxrood leder, snede verguld, 7,8 × 12,8 cm. Goudopdruk linkerbovenhoek: Agenda.

Datering

1912.

Bewaarplaats

23/135170 en -a (Inv. 460)

H-16

Materiële beschrijving

1 genummerd blad geruit papier, 10,3 × 16,7 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt en potlood.

Gedichten

[1] 12 [mm18]

Datering

Na januari 1912?

Bewaarplaats

3-119/131505 (Inv. 124)

Bijzonderheden

Het manuscript werd met dezelfde inkt als de tekst genummerd met 12 (later met potlood gewijzigd in 3). Het heeft dus deel uitgemaakt van een verzamelhandschrift, maar het is niet bekend met welk doel dat gemaakt kan zijn. Boven het gedicht, dat met 1 genummerd is, staat ‘Liederen.’; dit wijst op een beoogde tijdschriftpublikatie. Aan het gedicht ging een afwijkende, uitgebreidere versie vooraf, die in Onze eeuw van januari 1912 gepubliceerd werd /8/; het manuscript is dus vermoedelijk na die publikatie vervaardigd.

H-17

Materiële beschrijving

2 genummerde bladen, ca. 13,5 × 23,8 cm. Uitgesneden tijdschriftpublikatie.

Gedichten

[1] 113 [mm2]
[2-4] 398-401 [mm23]

Datering

Na april 1912.

Bewaarplaats

22-481/135940-a en -b (Inv. 111)

[pagina 212]
[p. 212]

Bijzonderheden

De uitgesneden bladen bevatten de gedichten xi en xii (‘De dag is moede en stil, en de uren gaan verbleeken’ en ‘In memoriam Renée Vivien’) uit de tweedelige reeks ‘Uit Het gelaat des dichters’ in De gids van april 1912 /9/. In de teksten zijn geen correcties of varianten aangebracht.

De bladen moeten op enig moment gefungeerd hebben in de voorbereidingsfase van Het gelaat des dichters. De gedichten werden met blauw potlood respectievelijk ii en iv genummerd, en in het lange tweede gedicht zijn tevens markeringen aangebracht om de tekst over meerdere pagina's te verdelen, zoals in H-23. Met rood potlood werd diagonaal een streep getrokken over de hele tekst van het eerste gedicht. Vergelijk H-20 en H-32.

H-18

Materiële beschrijving

1 blad, 11,3 × 17,6 cm. Tweezijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mm4]
[mm20]
[mm29]

Datering

Vermoedelijk vóor 29 juni 1912, zeker vóor oktober 1912.

Bewaarplaats

3-109/131339 (Inv. 113)

Bijzonderheden

De datering is gebaseerd op de voltooiing van [mm20] (zie H-19) en op de voorpublikatie van [mm4] en [mm29] in Groot Nederland van oktober 1912 /10/.

H-19

Materiële beschrijving

1 blad, 12,4 × 16,7 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[mm20]

Datering

29 juni 1912.

Bewaarplaats

3-121/131507 (Inv. 126)

Bijzonderheden

Boven de tekst van het gedicht staat ‘Het Gelaat des Dichters.’ met een noot onderaan het blad: ‘Ter perse bij C.A.J. van Dishoeck, te Bussum. - Zie De Gids, December 1911 en April 1912.’ Het manuscript behoorde tot kopij voor De gids die op 29 juni 1912 bij de redactie ontvangen werd, maar vervolgens werd teruggevraagd; zie ook de toelichting bij /12/. Later zond Van de Woestijne alsnog in, gebruikmakend van hetzelfde (maar iets kleiner gesneden) papier (zie H-31). Het is mogelijk dat bladen die deel uitmaakten van de eerste kopij in H-31 opnieuw gebruikt werden.

[pagina 213]
[p. 213]

H-20

Materiële beschrijving

3 genummerde bladen, ca. 15,6 × 23,0 cm. Uitgesneden tijdschriftpublikatie, gecorrigeerd met zwarte inkt.

Gedichten

[1] [397] [mm4]
[2-5] 398-401 [mm29]

Datering

Na oktober 1912.

Bewaarplaats

22-480/135939-a t/m -c (Inv. 114)

Bijzonderheden

De uitgesneden bladen bevatten de twee ‘Verzen’ (‘Aan de eeuwige’ en ‘Aan de eeuwig-eenige’) die gepubliceerd werden in Groot Nederland van oktober 1912 /10/. De correcties komen voor in de tekst van het tweede gedicht.

De bladen moeten op enig moment gefungeerd hebben in de voorbereidingsfase van Het gelaat des dichters. De gedichten werden met blauw potlood respectievelijk ii en iii genummerd, en in het lange tweede gedicht zijn tevens markeringen aangebracht om de tekst over meerdere pagina's te verdelen. Met rood potlood werd diagonaal een streep getrokken over de hele tekst van het eerste gedicht. Vergelijk H-17 en H-32.

H-21

Materiële beschrijving

2 bladen, watermerk ‘Original Violet Mill’, 10,9 × 17,4 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1] [a14]
[2] [mm20]

Datering

1913?

Bewaarplaats

3-122/131508-1 en -2 (Inv. 137)

Bijzonderheden

Uit het opschrift op het eerste blad: ‘Verzen door Karel van de Woestijne’ en de romeinse nummering van de gedichten met i en ii (alles door Van de Woestijne zelf) is af te leiden dat de manuscripten als kopij hadden moeten dienen. Een voorpublikatie in deze vorm is echter niet bekend. Een grote romeinse i in blauw potlood op beide bladen kan er op wijzen dat de gedichten in de voorbereidingen van Het gelaat des dichters een rol hebben gespeeld, maar zeker is dat niet: vermoedelijk zijn de cijfers door een ander geschreven.

Dateren van het manuscript is niet mogelijk, aangezien herhaalde voorpublikatie van gedichten voor Van de Woestijne geen uitzondering was en de vroegste publikatie van een der beide gedichten ([mm20] in De lelie van juli 1913 /11/) dus geen zekere terminus ante quem biedt. Omdat het andere gedicht op 23 oktober van hetzelfde jaar verzonden werd naar De gids /12/, wordt onder voorbehoud als globale datering 1913 aangehouden. Het papier is identiek aan dat van H-27, dat op maart/april 1913 gedateerd is.

[pagina 214]
[p. 214]

H-22

Materiële beschrijving

7 genummerde bladen, 17,2 × 21,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

Eind februari 1913.

Bewaarplaats

3-97/127480-a t/m -g (Inv. 147)

Bijzonderheden

De bladen waren kopijhandschrift voor het voorwerk van Het gelaat des dichters en gaan direct vooraf aan de kopij voor het eerste vel (zie H-23). Met uitzondering van het eerste blad werden ze door Van de Woestijne gepagineerd, waarbij het vijfde blad, dat de inhoudsopgave van de bundel bevat, met ‘5 en 6’ genummerd werd. Op het eerste blad, dat de titel en de aanwijzing ‘Voorwerk’ bevat, schreef hij: ‘Spoedig proef, s.v.pl.’ Blad 2 was bedoeld voor een lijst van eerdere publikaties van Van de Woestijne bij Van Dishoeck; blad 3 is het titelblad, waarop onder de titel is toegevoegd ‘portret door Gustave van de Woestijne’; als jaar van uitgave is (in romeinse cijfers) 1913 opgegeven. De bladen met de nummers 4, 7 en 8 bleven blanco.

Het eerste blad werd met blauw potlood genummerd met het cijfer 1, vermoedelijk door Van Dishoeck in een latere fase van de voorbereiding van de bundel. Voor de drukker noteerde hij daar ook, met potlood: ‘Geheel gelijk aan vorige bundels voor reis-Ex. spoed: voorwerk & 1 vel’.

H-23

Materiële beschrijving

7 bladen, 17,2 × 21,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1] motto: ‘En droef en fel’ Vondel.
[2] [a9]
[3] onderafdelingstitel: ‘De Vergroot-spiegel’
[4] [a11]
[5] [mm13]
[6] [mm12]
[7] mm14]

Datering

Eind februari 1913

Bewaarplaats

[1] en [3-5]: 3-112/131501-a t/m -d (Inv. 134)
[2]: 5-164/135004 (Inv. 131)
[6-7]: 3-111/131500-1 en -2 (Inv. 116)

Bijzonderheden

Kopij voor het eerste vel van de proef van Het gelaat des dichters. Het papier is identiek aan dat van H-22, de kopij voor het voorwerk. Met blauw potlood is aangegeven hoe de tekst in druk over de pagina's verdeeld moest worden, maar op het laatste blad is de verdeling door Van de Woestijne zelf direct met zwarte inkt gemarkeerd, aansluitend op het voor-

[pagina 215]
[p. 215]

gaande; dit wijst erop dat deze kopij in ten minste twee etappes tot stand kwam.

Na blad [5] werden in een volgende bewerkingsfase van de kopij de bladen [1] en [2] van H-29 tussengevoegd. (In deze nieuwe volgorde worden ze thans bewaard.)

H-24

Materiële beschrijving

1 blad, watermerk ‘Original Violet Mill’, 17,2 × 21,4 cm. Eenzijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mm15]
[mm16]

Datering

Omstreeks 26 februari 1913(?); vóor 23 oktober 1913.

Bewaarplaats

7-237/139174 (Inv. 294)

Bijzonderheden

Blad met diverse kladfragmenten. Het watermerk ‘Original Violet Mill’ komt in deze periode ook elders voor. Wanneer ‘Ik ben met u alleen, o Venus, felle star’ [mm16] omstreeks 26 februari 1913 geconcipieerd zou zijn (zie de ontwikkelingsgang van het gedicht), geldt die datum als terminus post quem van het manuscript; op 23 oktober 1913 werd de voltooide versie van het gedicht als kopij ingezonden voor publikatie in De gids van januari 1914.

H-25

Materiële beschrijving

2 gevouwen bladen, 15,8 × 21 cm. Drukproef van Het gelaat des dichters, gecorrigeerd met zwarte inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

8 maart 1913.

Bewaarplaats

[1-4] 3-102/127481-e (Inv. 151)
[5-8] 3-101/127481-b (Inv. 150)

Bijzonderheden

Drukproef van het voorwerk van Het gelaat des dichters, bestaande uit twee bladen die gevouwen 8 pagina's vormen. Ze waren voorlopig, en inderhaast vervaardigd met het oog op Van Dishoecks ophanden zijnde aanbiedingsreis voor het voorjaar van 1913; zie de Ontstaansgeschiedenis, § 3.1.1. Op het tweede dubbelblad staan datumstempels van drukkerij G.J. Thieme, waaruit blijkt dat de proeven aan Van de Woestijne verzonden werden op 8 maart 1913 en gecorrigeerd ontvangen op 13 maart. De volledige samenstelling is:

[1] titelblad
[2] drukkersnaam
[3] Franse titel
[4] opgave andere uitgaven van Van de Woestijne

[pagina 216]
[p. 216]

[5-6] blanco
[7] inhoudsopgave
[8] blanco

Op de proef komen verscheidene correcties en aanwijzingen voor. Van de Woestijne noteerde bij de (gecorrigeerde) ‘Tabel des inhouds’: ‘Wordt natuurlijk aangevuld’. Van Dishoeck schreef op p. [5]: ‘Wordt natuurlijk nog niet afgedrukt. Is maar voor de reis’; en met andere inkt: ‘voor reis- Ex. 6 voorwerk 25 vel 1’.

Van beide proefbladen is tevens een ongecorrigeerd exemplaar bewaard gebleven, respectievelijk 3-102/127481-d (Inv. 151) en 3-101/127481-c (Inv. 150).

H-26 sluit direct op deze drukproef aan.

H-26

Materiële beschrijving

4 gevouwen bladen, 15,8 × 21 cm. Drukproef van Het gelaat des dichters, gecorrigeerd met zwarte inkt.

Gedichten

5 [a9]
9 [a11]
12-13 [mm13]
14 [mm12]
15-16 [mm14]

Datering

8 maart 1913.

Bewaarplaats

[1-2] en 15-16: 3-100/127481-g (Inv. 152)
[3-4] en 13-14: 3-100/127481-a (Inv. 152)
5-[6] en [11]-12: 5-165/135005 (Inv. 153)
[7-10]: 3-100/127481-f (Inv. 152)

Bijzonderheden

De proef wordt in twee gedeelten bewaard. De vier gevouwen bladen vormden het eerste tekstvel, dat in Het gelaat des dichters direct na het voorwerk (proef: H-25) moest komen. De volledige samenstelling is:

[1] afdelingsnummer: i
[2] blanco
[3] motto: ‘En droef en fel Vondel.’
[4] blanco
5 [a9]
[6] blanco
[7] onderafdelingstitel: ‘De vergroot-spiegel.’
[8] blanco
9 [a11]
[10] blanco
[11] blanco
12-13 [mm13]
14 [mm12]
15-16 [mm14]

[pagina 217]
[p. 217]

Op de eerste pagina schreef Van de Woestijne: ‘Wordt toch ook niet definitief afgedrukt? Alleen voor de reis? Er komt wellicht verandering in de plaats der gedichten’. Van Dishoeck beantwoordde dit met ‘Neen’ en het verzoek: ‘Maak nu svp in orde?’

De gecorrigeerde proef is ook later nog gebruikt bij verdere voorbereidingen voor Het gelaat des dichters. Van de Woestijne wilde de teksten op p. 12-14 éen bladzijde naar voren schuiven en op p. 14 ‘Oud hart, dat niet bemind en heeft’ opnemen. Hij veranderde dienovereenkomstig de paginering. Later heeft Van Dishoeck die met blauw potlood deels bevestigd, deels om onbekende redenen veranderd.

Van hetzelfde proefvel is een ongecorrigeerd en niet opengesneden exemplaar bewaard gebleven: 22-483/135942 (Inv. 154).

H-27

Materiële beschrijving

2 gevouwen stroken en 1 blad, watermerk ‘Original Violet Mill’, 10,9 × 13,0 cm. De twee stroken zijn in elkaar gelegd als een soort katern, het blad ligt bovenop. Alleen de bovenzijden zijn beschreven, met zwarte inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

Vermoedelijk omstreeks maart-april 1913.

Bewaarplaats

3-99/127480-jj, -j en -k (Inv. 149)

Bijzonderheden

Het losliggende blad en de twee ineengeschoven gevouwen stroken vormen 10 pagina's. Alleen de zo ontstane pagina's [1], [3] en [5] zijn beschreven met respectievelijk de romeinse cijfers ii, iii en iv en de bijbehorende onderafdelingstitels ‘Aan de eeuwige’, ‘Aan de eeuwig-eenige’ en ‘Stervens-zangen’, die behoorden tot de oorspronkelijke plannen voor Het gelaat des dichters. Het manuscript moet een probeersel geweest zijn voor de samenstelling van de eerste helft van de bundel; zie ook de Ontstaansgeschiedenis, § 3.1.2.

De beschreven zijden zijn in de weergegeven volgorde in een andere hand met potlood genummerd 1-3.

H-28

Materiële beschrijving

2 bladen, 17,1 × 21,5 cm. Helften van een blad briefpapier: ‘Ministère de l'Intérieur et de l'Instruction Publique, Administration des Sciences et des Lettres’. Eenzijdig beschreven (achterzijde) met zwartbruine inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

Tussen eind maart 1913 en 21 juli 1915.

Bewaarplaats

3-98/127480-h en -i (Inv. 148)

Bijzonderheden

Op het eerste blad noteerde Van de Woestijne een lijst met gedichten die voor opneming in Het gelaat des dichters in aanmerking kwamen; de lijst

[pagina 218]
[p. 218]

wordt besproken in de Ontstaansgeschiedenis, § 3.1.3. Op het tweede blad schreef Van de Woestijne een romeinse i en de onderafdelingstitel ‘De Vergrootspiegel’.

H-29

Materiële beschrijving

14 bladen, 17,2 × 21,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt. [3] is fotokopie.

Gedichten

[1] [a7]
[2] [a8]
[3] [a12]
[4] [a13]
[5] [mm2]
[6] [mm4]
[7] [mm5]
[8] [mm7]
[9] [mm9]
[10] [mm10]
[11] [mm21]
[12] [mm23]
[13] [mm24]
[14] [mm16]

Datering

Eind maart - begin april 1913 of kort daarna.

Bewaarplaats

[1]: 5-167/135007 (Inv. 141)
[2]: 3-112/131501-e (Inv. 134)
[3]: 5-171/135008 (Inv. 142) Fotokopie, met tekst op achterzijde: ‘Orig. bij Fam. V. d. Woestijne, Brussel’. Het origineel is niet teruggevonden.
[4]: 3-112/131501-f (Inv. 134)
[5]-[12]: 3-107/131337-a1 en -2 t/m -8 (Inv. 110)
[13]: 3-113/131501-g (Inv. 144)
[14]: 3-118/131504 (Inv. 121)

Bijzonderheden

Het papier van deze bladen is identiek aan dat van de kopij van het voorwerk en het eerste vel van Het gelaat des dichters (resp. H-22 en H-23). De manuscripten zijn vervaardigd in het stadium waarin Van de Woestijne, ná de drukproef van 8 maart 1913 (H-26), voortging met het samenstellen van de bundel. Op blad [12] is slechts geschreven: ‘In Memoriam Jean Moréas (gedicht terwijl ik, bij nachte, een stervend man waakte)’ en het cijfer 1. Later voegde Van de Woestijne onderaan in potlood toe (de cijfers in superscript horen bij het citaat): ‘Groot-Nederland januari 1911 (14861) Juni 1910 (14861)’. In juli 1910 verschenen in dat tijdschrift van Van de Woestijne onder meer drie ‘Stanzen’ /2/, in januari 1911 zes verzen ‘In memoriam Jean Moréas’ /4/. Het is niet duidelijk welke betekenis de getallen tussen parenthesen hebben. Het is mogelijk dat de verwijzing naar het tijdschrift bedoeld was voor Van Dishoeck, om aan te geven waar deze de te zetten tekst kon vinden. (In de correspondentie met Van Dishoeck

[pagina 219]
[p. 219]

verwees Van de Woestijne hem voor kopij wel vaker naar voorpublikaties in tijdschriften.)

Op de eerste drie bladen is met nummering in blauw potlood aangegeven hoe de tekst in druk over de pagina's verdeeld moest worden. (Op de zwartwit-fotokopie [3] is dit uiteraard niet te zien, maar er is geen twijfel over de plaats van het originele manuscript of over de paginering.) Deze bladen dienden te worden ingevoegd in de oorspronkelijke kopij voor het eerste vel dat voor het reisexemplaar was gebruikt. Voor het overige kunnen aan de volgorde van de manuscripten geen conclusies verbonden worden met betrekking tot de geïntendeerde indeling van Het gelaat des dichters: de volgorde is bij archivering bepaald door de bundeling in De modderen man.

H-30

Materiële beschrijving

1 blad, 12,7 × 21,6 cm. Tweezijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[mm15]

Datering

Vóor 23 oktober 1913.

Bewaarplaats

3-114/131502 (Inv. 117)

Bijzonderheden

De datering is gebaseerd op inzending van de kopij voor de bijdrage in de De gids van januari 1914 /12/; zie H-31. De papiersoort (niet het formaat) en de inkt zijn daarmee identiek; het manuscript werd zeer kort vóor die kopij vervaardigd.

H-31

Materiële beschrijving

6 bladen, 12,1 × 16,1 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1-2] [1]-2 [mm15]
[3] 3 [a13]
[4] 4 [mm16]
[5] 5 [mm18]
[6] 7 [mm20]

Datering

23 oktober 1913.

Bewaarplaats

[1-3] en [5-6]: 3-115/131503-a t/m -e (Inv. 118)
[4]: 3-116/127485 (Inv. 120)

Bijzonderheden

Kopij voor de publikatie in De gids van januari 1914 /12/. Bovenaan het als enige niet genummerde eerste blad schreef Van de Woestijne ‘Het gelaat des Dichters’ met een noot onderaan het blad: ‘Zie De Gids, December 1911 en April 1912.’ Het oorspronkelijke zesde blad, dat de tekst van [a14] bevat moet hebben, ontbreekt. Een eerdere bijdrage aan hetzelfde tijdschrift werd teruggevraagd; zie de toelichting bij /12/. Het is mogelijk dat gedeelten van

[pagina 220]
[p. 220]

die inzending hier opnieuw als kopij zijn ingevoegd, aangezien Van de Woestijne identiek papier en dezelfde zwarte inkt gebruikte. De nummering biedt in dit opzicht geen houvast. In de linkermarge werd in een andere hand geschreven: ‘Proef aan K.v.d.W. 24 St Annadreef Laeken (Brussel)’. De gedichten zijn romeins genummerd, in overeenstemming met de publikatie in De gids; om onbekende redenen werd de ii boven het tweede gedicht ‘Laat uw trage wake duren’ [a13] doorgehaald.

H-32

Materiële beschrijving

2 genummerde bladen, 11,5 × 17,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1] 3 [a15]
[2] 6 [mm11]

Datering

Eind 1913 - begin 1914?

Bewaarplaats

3-110/131340-1 en -2 (Inv. 139)

Bijzonderheden

De oorspronkelijke bestemming van de manuscripten is niet duidelijk. Ze kunnen deel hebben uitgemaakt van de op 29 juni 1912 aan De gids ingezonden maar teruggevraagde kopij, al wijkt het papier af van andere manuscripten die daar zeker wel toe behoorden (zie bij /12/). Het is verder mogelijk dat ze (tevens) een rol gespeeld hebben in een voorbereidende fase van Het gelaat des dichters, al lijken ze nergens inpasbaar tussen andere overgeleverde documenten van de voorbereiding van die bundel, op grond van de positie die de manuscripten kennelijk ten opzichte van elkaar dienden te hebben: blad [1] is door Van de Woestijne met 3 genummerd, het gedicht zelf met xvi; blad [2] werd met 6 genummerd, het gedicht kreeg nummer xix. Onder het eerste gedicht schreef Van de Woestijne, vermoedelijk later dan de tekst van het gedicht geschreven werd: ‘Achter: Gij zult mij allen, allen kennen’. Op de voorzijde van [1] is met blauw potlood een 1 geschreven, op de achterzijde van [2] een ii; wellicht houdt dit verband met een der voorstadia van Het gelaat des dichters: vergelijkbare nummers komen op andere manuscripten voor; vergelijk H-17 en H-20.

‘Want neen: geen spijt'ge doem’ [a15] werd op 23 oktober 1913 als kopij voor De gids aan Johan de Meester gezonden. Het papier waarop beide gedichten geschreven zijn, gebruikte Van de Woestijne nog enkele malen in 1913. De datering eind 1913 - begin 1914 is onder voorbehoud.

H-33

Materiële beschrijving

Calendrier Semainier 1914. Gebonden in zwart leder, 6,8 × 13,2 cm. Goudopdruk linkerbovenhoek: 1914.

Datering

1914.

Bewaarplaats

23/135171 (Inv. 461)

[pagina 221]
[p. 221]

H-34

Materiële beschrijving

2 bladen, 17,3 × 21,7 cm. Briefpapier: ‘Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, Beheer van het Hooger Onderwijs, de Wetenschappen en de Letteren’. Eenzijdig beschreven (achterzijde) met zwarte inkt. De bladen zijn beplakt met beschreven strookjes papier.

Gedichten

[mb]

Datering

Tussen 25 januari 1914 en 1 februari 1916.

Bewaarplaats

3-93/131333-a en -b (Inv. 105)

Bijzonderheden

De bladen zijn intensief bewerkte kladhandschriften van het eerste gedeelte van ‘Het menschelijk brood’. Een uitgebreide beschrijving is gegeven bij de ontwikkelingsgang van ‘Het menschelijk brood’. De datering is gebaseerd op de vroegste achterhaalde notitie voor het gedicht en de inzending voor publikatie in De gids van april 1916 /15/ op 1 februari 1916.

P. Minderaa nummerde de bladen op de voorzijde met 1 en 2. Papier en inkt komen overeen met H-44 waarvan de gedichten in dezelfde aflevering van De gids werden gepubliceerd.

H-35

Materiële beschrijving

1 blad, 17,2 × 21,6 cm. Briefpapier: ‘Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, Beheer van het Hooger Onderwijs, de Wetenschappen en de Letteren’. Tweezijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mb]

Datering

September 1914 - februari 1916?

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Met uitzondering van een notitie op de briefhoofdzijde, is het blad alleen aan de blancozijde beschreven. Het bevat invallen en fragmenten van uiteenlopende aard. Een ervan is verwant aan r. 120 van ‘Het menschelijk brood’ en aan een passage in een journalistieke bijdrage van Van de Woestijne in de N.R.C. van 13 en 15 september 1914 (zie het variantenapparaat van het gedicht). Het manuscript bevat echter ook aantekeningen die letterlijk in de agenda van 1916 voorkomen bij 4 en 10 februari. Een zekere datering is dus niet mogelijk.

H-36

Materiële beschrijving

Agenda Select 1915. Gebonden in zwart leder, snede verguld, 9,3 × 8,7 cm. Goudopdruk rechterbovenhoek: 1915.

Datering

1915.

Bewaarplaats

23/135172 (Inv. 462)

[pagina 222]
[p. 222]

H-37

Materiële beschrijving

1 blad, watermerk ‘Original Violet Mill’, 17,1 × 21,4 cm. Eenzijdig beschreven met grijs potlood, rose anilinepotlood en zwarte inkt.

Gedichten

[mb]
[mm17]
[mm19]

Datering

Vermoedelijk april/mei 1915.

Bewaarplaats

7-268/135122 (Inv. 123)

Bijzonderheden

Op het blad komen journalistieke aantekeningen, poëziefragmenten en berekeningen voor. Het blad is gevouwen geweest, de ‘binnenzijde’ bleef blanco. Het is waarschijnlijk in eerste instantie gebruikt voor de journalistieke aantekeningen over de oorlogssituatie. Ze zijn met potlood genoteerd. De eerste daarvan luidt: ‘torpedeeren van Katwijk, dat tusschenkomst van Holland kan meêbrengen’. Het Nederlandse stoomschip Katwijk werd door de Duitsers getorpedeerd op 14 april 1915.

H-38

Materiële beschrijving

1 gevouwen blad, 10,5 × 17,0 cm. Beschreven met grijs en rood potlood.

Gedichten

[mm17]

Datering

Tussen april/mei 1915 en 21 juli 1915.

Bewaarplaats

3-117/127486 (Inv. 122)

Bijzonderheden

Het manuscript is een gevouwen blad dat alleen aan de buitenzijden beschreven is. De datering wordt enerzijds begrensd door een oudere versie van [mm17] die van april/mei 1915 moet dateren (op H-37), en anderzijds door inzending van kopij voor publikatie van het gedicht in Elsevier's geïllustreerd maandschrift van februari 1916 /14/.

H-39

Materiële beschrijving

5 bladen. [1] 15,0 × 21,6 cm; [2] 13,7 × 21,4 cm; [3] 17,2 × 21,7 cm, briefpapier: ‘Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, Beheer van het Hooger Onderwijs, de Wetenschappen en de Letteren’; [4] 13,5 × 21,4 cm; [5] watermerk ‘Bruxelles’, 13,5 × 21,1 cm. Eenzijdig beschreven (briefpapier: achterzijde) met zwarte inkt.

Gedichten

[1] [mm17]
[2] [mm19]
[3] [a17]
[4] [a18]
[5] [mm22]

[pagina 223]
[p. 223]

Datering

21 juli 1915.

Bewaarplaats

[1-2]: 3-108/131338-2 en -3 (Inv. 112)
[3]: 5-169/54654-28 (Inv. 138)
[4]: 5-168/54654-27 (Inv. 136)
[5]: 3-108/131338-4 (Inv. 112)

Bijzonderheden

Zeer waarschijnlijk kopij voor Elsevier's geïllustreerd maandschrift van februari 1916 /14/, door Van de Woestijne ingezonden op 21 juli 1915. De papiersoorten zijn verschillend: er is een blad briefpapier bij, en hoewel de andere manuscripten van gelijkend dun papier zijn, zijn de afmetingen afwijkend en bevat blad [5] een (deel van een) watermerk dat bij de andere ontbreekt. De voornaamste argumenten om de manuscripten desondanks kopijstatus te verlenen zijn overeenkomsten tussen de tekst van de gedichten en de publikatie in Elsevier's, én de initiaal ‘R.’ die met rood potlood op alle bladen geschreven is. Dat is naar alle waarschijnlijkheid een verwijzing naar Herman Robbers, redacteur van Elsevier's geïllustreerd maandschrift. Wie de initiaal geplaatst heeft, is niet duidelijk. Dat het op de zetterij gebeurd is, lijkt aannemelijker dan dat de vroegere eigenaar Paul van de Woestijne of anders Maurice Roelants of een van de eerdere onderzoekers er verantwoordelijk voor is; dezen maakten in de regel slechts notities op de versozijde van manuscripten.

H-40

Materiële beschrijving

37 genummerde bladen: 27 typoscripten op doorslagpapier 21,6 × 28,0 cm; 5 typoscripten op gewoon papier 21,0 × 26,9 cm; 4 bladen briefpapier: ‘Ministère des Sciences et des Arts, Administration de l'Enseignement Supérieur des Sciences et des Lettres’, 20,6 × 31,3 cm, eenzijdig beschreven (achterzijde) met zwarte inkt; 1 blad van identiek maar niet bedrukt papier, eenzijdig beschreven met zwarte inkt. Correcties en varianten met zwarte inkt en potlood. Zie verder onder bijzonderheden.

Gedichten

[1] 2 afdelingsnummer: i
[2] 3 [mm1]
[3] 4 blanco
[4] 5 [mm2]
[5] 6 [mm3]
[6] 7 [mm4]
[7] 8 [mm5]
[8] 9 [mm6]
[9] 10 [mm7]
[10] 11 [mm8]
[11] 12 [mm9]
[12] 13 [mm10]
[13] 14 [mm11]
[14] 15 afdelingsnummer: ii
[15] 16 [mm12]

[pagina 224]
[p. 224]

[16] 17 [mm13]
[17] 18 [mm14]
[18-19] 19-20 [mm15]
[20] 21 [mm16]
[21] 22 [mm17]
[22] 23 [mm18]
[23-24] 24-25 [mm19]
[25] 26 [mm20]
[26] 27 [mm21]
[27] 28 [mm22]
[28] 29 afdelingsnummer: iii
[29-30] 30-31 [mm23]
[31] 32 [mm24] t/m [mm26]
[32] 33 [mm27] en [mm28]
[33] 34 blanco
[34-36] 35-37 [mm29]
[37] 38 [mm30]

Datering

Tussen 21 juli 1915 en 1 februari 1916.

Bewaarplaats

3-104/127483-a t/m z en -aa t/m -kk (Inv. 107)

Bijzonderheden

Het manuscript is in de overgeleverde samenstelling kopij geweest voor De modderen man, maar werd grotendeels vervaardigd voor Het gelaat des dichters. Dit is af te leiden uit een tweede set van gelijksoortige typoscripten waarin zich bladen met onderafdelingstitels voor die bundel bevinden; zie H-41.

Er zijn twee soorten typoscripten. Het merendeel (27 bladen, paarse inkt) is wat groter van formaat dan de overige; ze zijn als eerste vervaardigd. Vijf bladen zijn iets kleiner en hebben blauwe inkt: [2], [5], [8], [10] en [37]. De datering is gebaseerd op de omstandigheid dat de gedichten die Van de Woestijne op 21 juli 1915 inzond voor Elsevier's geïllustreerd maandschrift van februari 1916 /14/ ook op de vroegst vervaardigde typoscripten voorkomen, terwijl de gedichten op de vijf afwijkende bladen samenvallen met de gedichten die op 1 februari 1916 voor De gids van april 1916 /15/ werden ingezonden. De afwijkende bladen moeten dus later zijn ingevoegd. Zie ook de Ontstaansgeschiedenis, § 3.1.3.

Om de kopij te vervolledigen gebruikte Van de Woestijne vellen briefpapier van het ministerie waar hij werkzaam was. Het eerste vel met het afdelingsnummer i is van hetzelfde papier, maar blanco; voor [3], [14], [28] en [33] werden de versozijden van voorbedrukt briefpapier gebruikt.

In afwijking van de bundel De modderen man heeft het manuscript een blanco pagina na [mm1] en na [mm28], het slotgedicht van de cyclus ‘Op den dood van Jean Moréas. Tevens werden de vijf gedichten uit die cyclus, die in de bundel op afzonderlijke pagina's gedrukt werden, in het manuscript op [31] en [32] direct onder elkaar getypt.

De nummering van de bladen is problematisch. Ze zijn alle met de hand rechtsboven doorlopend genummerd, vermoedelijk door Van de Woestijne

[pagina 225]
[p. 225]

zelf, te beginnen met 2: blad 1 ontbreekt. De nummering is geschreven in rood potlood, met uitzondering van de bladen 3/[2] en 4/[3], waar blauw potlood gebruikt werd. De afwijking correspondeert dus niet met de vijf later tussengevoegde bladen.

Op de bladen [10] tot en met [13] is linksonder met potlood ‘Z.’ geschreven. Dit houdt ongetwijfeld verband met de publikatie van de gedichten [mm8] tot en met [mm11] in Het roode zeil van maart 1920 /17/, waarvoor het typoscript eveneens als kopij diende: De modderen man verscheen bij dezelfde uitgeverij, Het Roode Zeil. Een vergelijkbare aantekening ontbreekt echter op de bladen [4] tot en met [7] met de gedichten voor de tweede voorpublikatie in de volgende aflevering van hetzelfde tijdschrift, /18/.

De matige verzorging van het typewerk en een enkele direct aangebrachte variant wijzen erop dat Van de Woestijne de typoscripten vervaardigde. Bovendien heeft hij in de tekst met zwarte inkt zowel correcties als varianten aangebracht. Er komen ook correcties met potlood voor. Het is mogelijk dat die door een ander zijn aangebracht.

H-41

Materiële beschrijving

12 bladen, 21,6 × 28,0 cm. Typoscripten op doorslagpapier,

Gedichten

[1] bundeltitel: ‘Het gelaat des dichters.’
[2] onderafdelingstitel: ‘De vergroot-spiegel’
[3] [a9]
[4] [a15]
[5] [a17]
[6] [a14]
[7] [a13]
[8] [a18]
[9] [a8]
[10] [a11]
[11] onderafdelingstitel: ‘Aan de eeuwige.’
[12] [a7]

Datering

Tussen 21 juli 1915 en 1 februari 1916.

Bewaarplaats

3-103/127482-a t/m -l (Inv. 132)

Bijzonderheden

Het manuscript behoorde tot de voorbereidingsfase van Het gelaat des dichters en is in samenhang met het vorige manuscript (H-40) vervaardigd. De gedichten zijn bij samenstelling van De modderen man afgevallen. Aan de huidige volgorde kan waarschijnlijk weinig betekenis worden toegekend; zie ook de Ontstaansgeschiedenis, § 3.1.3.

De tekst is niet gecorrigeerd, in tegenstelling tot die van de gedichten die wel in De modderen man werden opgenomen.

[pagina 226]
[p. 226]

H-42

Materiële beschrijving

Agenda Commercial 1916. Twee deeltjes, ingenaaid in zwart karton, snede verguld, 8,1 × 13,9 cm.

Datering

Januari 1916 - juni 1916.

Bewaarplaats

23/135173-1 en -2 (Inv. 463)

Bijzonderheden

Van de oorspronkelijke vier deeltjes van de agenda zijn slechts die van de eerste twee trimesters bewaard gebleven. Vermoedelijk is er een los omslag geweest waar de vier deeltjes successievelijk in meegedragen werden.

H-43

Materiële beschrijving

1 blad, 13,3 × 21 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[a16]

Datering

Omstreeks 1 januari 1916?

Bewaarplaats

5-174/135010 (Inv. 206)

Bijzonderheden

Het manuscript wekt de indruk als kopij bedoeld te zijn geweest door het opschrift: ‘Uit “De Vergroot-spiegel”.’ Er is echter alleen een voorpublikatie bekend in de vorm van een facsimile in De nieuwe Amsterdammer van 1 januari 1916 /13/. Voor die publikatie werd een ander niet bewaard manuscript gebruikt; een opschrift ontbreekt bij de tijdschriftpublikatie en na de ondertekening werd als datum geschreven: ‘Brussel, 10 December 1915.’ De datering van het onderhavige manuscript is daarop gebaseerd.

H-44

Materiële beschrijving

2 bladen, 17,3 × 21,7 cm. Briefpapier: ‘Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, Beheer van het Hooger Onderwijs, de Wetenschappen en de Letteren’. Eenzijdig beschreven (achterzijde) met zwarte inkt.

Gedichten

[1] [mm1]
[2] [mm6]

Datering

Vóor 1 februari 1916.

Bewaarplaats

3-105/131335-1 en -2 (Inv. 108)

Bijzonderheden

De teksten lijken ‘semi-definitieve’ versies van respectievelijk ‘Vervarelijk festijn voor onverzaedlijk dorsten’ en ‘Gij die u, sterker liefde omgord’. Mogelijk maakten ze deel uit van de voorbereidingen voor de publikatie in De gids van april 1916 /15/. De datering is gebaseerd op de inzending voor die publikatie op 1 februari 1916.

P. Minderaa nummerde de bladen met potlood aan beide zijden dóor, dus van 1 tot 4. Papier en inkt komen overeen met H-34, waarvan de tekst in dezelfde aflevering van De gids werd gepubliceerd.

[pagina 227]
[p. 227]

H-45

Materiële beschrijving

1 blad, 14,0 × 21,4 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[mm3]

Datering

Vermoedelijk vóor 1 februari 1916.

Bewaarplaats

3-108/131338-1 (Inv. 112)

Bijzonderheden

Het manuscript is, waarschijnlijk door het dunne papier en de afmetingen, bewaard in een map met enkele (vermoedelijke) kopijhandschriften voor Elsevier's geïllustreerd maandschrift van februari 1916 (zie H-39), maar het gedicht maakte van die voorpublikatie geen deel uit. Ook mist het blad de rode initiaal ‘R.’ die op de genoemde manuscripten voorkomt.

Varianten wijzen erop dat het manuscript de oudste overgeleverde bron van het gedicht is. Daarom is de datering gebaseerd op de eerstvolgende bron voor het gedicht, de kopij voor de tijdschriftbijdrage in De gids van april 1916 die op 1 februari 1916 werd verzonden.

H-46

Materiële beschrijving

7 deels genummerde bladen, 13,3 × 20,9 cm. Beschreven met zwartblauwe inkt.

Gedichten

[1]-3 [mb]
[4] [mm1]
[5] [mm3]
[6] [mm6]
[7] [mm30]

Datering

1 februari 1916.

Bewaarplaats

[1-3] geen inventarisnummer
[4-7] 3-106/13136-1 t/m -4 (Inv. 109)

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in De gids 80.11 (april 1916) /15/. Boven het gedicht op blad [1]: ‘Verzen.’ en daaronder ‘Uit: “Het menschelijke Brood”.’ Boven het gedicht op blad [4]: ‘Uit “Aan de Eeuwige”’. Van de Woestijne nummerde alleen de bladen die tot ‘Het menschelijk brood’ behoren. P. Minderaa nummerde de bladen [4]-[7] met potlood 1-4.

H-47

Materiële beschrijving

Agenda Semainier 1917. Gebonden in groen linnen, snede verguld, 6,2 × 13,4 cm. Goudopdruk linkerbovenhoek: Memo.

Datering

1917.

Bewaarplaats

23/135174 (Inv. 464)

[pagina 228]
[p. 228]

H-48

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd papier, 11,5 × 15,1 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met zwartbruine en paarse inkt.

Gedichten

[gz38]

Datering

Vóor 28 juli 1917.

Bewaarplaats

4-136/127492 (Inv. 164)

Bijzonderheden

Dit manuscript en het volgende (H-49) zijn in dezelfde periode vervaardigd. Aangezien de versie van het gedicht ‘Gij zijt dees roos, - en 'k ben alleen met u’ [gz38] ouder moet zijn dan de tijdschriftversie van dat gedicht, waarvan de kopij op 28 juli 1917 aan Herman Robbers gezonden werd, is die datum de terminus ante quem.

Boven de tekst schreef Van de Woestijne met paarse inkt: ‘Er een verkondiging van maken’.

H-49

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd papier, 11,5 × 15,1 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met zwartbruine inkt.

Gedichten

[gz6]

Datering

Omstreeks juli 1917.

Bewaarplaats

4-129/131526 (Inv. 158)

Bijzonderheden

Papier en inkt zijn identiek aan H-48. De manuscripten moeten in dezelfde periode vervaardigd zijn.

H-50

Materiële beschrijving

5 genummerde bladen grijs papier, 13,2 × 20,7 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt; blad 5 verso tevens potlood.

Gedichten

1 (427)
2 (420)
3 [a19]
4 [gz38]
5 [a20]

Datering

28 juli 1917.

Bewaarplaats

2-91/131525-a t/m -e (Inv. 101)

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in Elsevier's geïllustreerd maandschrift van oktober 1917 /16/, aan Herman Robbers gezonden op 28 juli 1917. Op de achterzijde van het laatste blad schreef Van de Woestijne later met potlood enkele poëziefragmenten die geen verband houden met Wiekslag om de kim. Onder het slotgedicht dateerde Van de Woestijne de bijdrage met ‘Pamel,

[pagina 229]
[p. 229]

Juli 1917.’ (De gedichten op de bladen 1 en 2 zijn niet in het tekstdeel opgenomen.)

De kopij wijkt af van de publikatie in het tijdschrift. Bovenaan op het eerste blad: ‘Verzen door Karel van de Woestijne’ en daaronder de groepstitel ‘Anterotische liederen’, waarna de gedichten zijn genummerd van i tot v. Van de Woestijne moet in de proeven de opzet gewijzigd hebben: onder de oorspronkelijke titel kwamen alleen de laatste drie gedichten, de eerste twee werden de groep ‘Chariten’. De datering bleef in het tijdschrift achterwege.

H-51

Materiële beschrijving

1 blad grijs papier, 13,2 × 20,7 cm. Eenzijdig beschreven met grijszwarte inkt.

Gedichten

[gz6]

Datering

Omstreeks juli 1917?

Bewaarplaats

3-125/127487 (Inv. 157)

Bijzonderheden

Het manuscript bevat een netversie van ‘Een vrucht, die valt’. Hoewel van de overgeleverde manuscripten van dit gedicht deze versie het meest aansluit bij de tijdschriftpublikatie in Dietsche warande & Belfort van maart 1924 /27/, is het vermoedelijk geen kopijhandschrift geweest: noch het blad, noch het gedicht zelf is genummerd, en onder de tekst staat een streep over de hele tekstbreedte, wat er eerder op wijst dat het manuscript hetzij geheel op zichzelf stond, hetzij laatste was van een reeks. Omdat papiersoort, watermerk (een decoratief motief zonder tekst) en afmetingen gelijk zijn aan die van H-50, wordt het manuscript onder voorbehoud in dezelfde periode gedateerd.

H-52

Materiële beschrijving

Agenda Ma Mémoire 1918. Gebonden in bordeauxrood linnen, snede verguld, 7,9 × 11,8 cm. Goudopdruk rechterbovenhoek: Agenda.

Datering

1918.

Bewaarplaats

23/135175 (Inv. 465)

Bijzonderheden

In de agenda zijn papieren gestoken van uiteenlopende aard, onder meer bidprentjes, visitekaartjes en manuscripten. Ze speelden bij het Wiekslag-onderzoek geen rol.

H-53

Materiële beschrijving

Agenda Ma mémoire 1919. Vier deeltjes, ingenaaid in blauw gemarmerd karton, snede verguld, 7,9 × 12,4 cm. Omslag: groen linnen. Goudopdruk rechterbovenhoek: Agenda.

[pagina 230]
[p. 230]

Datering

1919.

Bewaarplaats

23/135176-1 t/m 4 (Inv. 466)

H-54

Materiële beschrijving

1 blad, 13,1 × 20,7 cm. Eenzijdig beschreven met zwartblauwe inkt.

Gedichten

[gz29]

Datering

Omstreeks maart 1919.

Bewaarplaats

7-220/97998-10a (Inv. 260)

Bijzonderheden

Op het blad staan twee kladfragmenten van een gedicht ‘Doode karpers’ dat niet voltooid werd, maar waarvan overeenkomstige fragmenten in de agenda van 1919 voorkomen bij 12 februari en 15 maart; de fragmenten zijn verwant met de derde strofe uit ‘Gelijk het gonzend bliksmen van motoren’ [gz29].

H-55

Materiële beschrijving

28 bladen, 18,7 × 27,9 cm. Drukproef van De modderen man, gecorrigeerd met blauwe inkt.

Gedichten

[1]   Franse titel
[2] 3 titelblad
[3] 4 motto
[4] 5 afdelingsnummer: i.
[5] 7 [mm1]
[6] 8 [mm2]
[7] 9 [mm3]
[8] 10 [mm4]
[9] 11 [mm5]
[10-11] 12-13 [mm6]
[12-13] 14-15 [mm7]
[14] 16 [mm8]
[15] 17 [mm9]
[16] 18 [mm10]
[17] 19 [mm11]
[18] 21 afdelingsnummer: ii.
[19] 23 [mm12]
[20] 24 [mm13]
[21-22] 25-26 [mm14]
[23-25] 27-29 [mm15]
[26] 30 [mm16]
[27] 31 [mm17]
[28] 32 [mm18]

Datering

Vóor 3 maart 1920.

[pagina 231]
[p. 231]

Bewaarplaats

3-95/131334-a t/m -z, -α en -β (Inv. 155)

Bijzonderheden

Door Van de Woestijne gecorrigeerde drukproef van een deel van De modderen man. De bladen worden bewaard in een gevouwen, niet ingevuld certificaat voor toelating tot de kandidaatsexamens in ‘sciences physiques en mathématiques et de candidat ingénieur’, afgegeven door het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten. Op de voorzijde van dit omslag schreef de taal- en letterkundige C. de Baere: ‘Drukproef van Karel v.d. Woestyne. Werd me op Donderdag, 7 April 1927 ter hand gesteld door collega Mr Huydts. [get.] C. De Baere’. Mogelijk had Van de Woestijne de proeven na beëindiging van zijn betrekking bij het ministerie in 1920 achtergelaten.

De uitgeversnaam op de titelpagina is nog De Zwarte Ruiter, oorspronkelijk de beoogde naam voor de nieuwe uitgeverij. De oprichtingsdatum van de uitgeverij onder de definitieve naam Het Roode Zeil vond plaats op 3 maart 1920, zodat de proef vóor die datum vervaardigd moet zijn. De naam werd op de proef verbeterd in een onbekende hand.

Van de Woestijne schreef op het eerste blad: ‘Een laatste proef a.u. bl. aan den schrijver: Kabinetssecretaris van den Minister van Wetenschappen en Kunsten, Wetstraat, 10 Brussel’. De paginering in de proef wijkt af van de definitieve druk.

H-56

Materiële beschrijving

1 blad, 13,8 × 213 cm. Beschreven met potlood (achterzijde).

Gedichten

[bm11]

Datering

Vóor 7 november 1920.

Bewaarplaats

7-269/135123 (Inv. 266)

Bijzonderheden

Het blad is het afgescheurde slotgedeelte van een brief van Herman Teirlinck. Van de Woestijne gebruikte de achterzijde om met potlood verscheidene notities te maken. Door het ontbreken van de aanhef is een precieze datering niet mogelijk. Aangezien er in de brief sprake is van een bezoek aan Prosper van Langendonck moet de brief vóor diens overlijden op 7 november 1920 geschreven zijn. Onder de ondertekening voegde Teirlinck in grote, dubbel onderstreepte letters toe: ‘klimmen de torens?’, een toespeling op de door hem en Van de Woestijne gezamenlijk geschreven roman De leemen torens. Het is echter niet duidelijk of Teirlinck informeert naar de voortgang van het schrijven (in dat geval zou de brief ouder zijn: de roman werd al in 1917 en 1918 in De gids voorgepubliceerd), danwel naar eventuele resultaten van Van de Woestijnes herhaalde pogingen om het werk bij een uitgever onder te brengen (wat eerst in 1928 tot een uitgave leidde).

[pagina 232]
[p. 232]

H-57

Materiële beschrijving

Notitieboekje, ingenaaid in zwart karton, snede verguld, 7,3 × 13,2 cm. Opdruk linkerbovenhoek: Notes. Gelinieerd papier, 33 bl.

Datering

December 1920 - april(?) 1922.

Bewaarplaats

23/135177 (Inv. 467)

Bijzonderheden

Op p. 3r schreef Van de Woestijne: ‘1920-1921’; op p. 8 r: ‘1921-1922’.

H-58

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in bordeauxrood leder, 8,5 × 13,3 cm. Gelinieerd papier, 48 bl.

Datering

1921.

Bewaarplaats

23/135178 (Inv. 468)

Bijzonderheden

Op p. 1r schreef Van de Woestijne: ‘1921’. Op. p. 48r, na omkering van het carnet de eerste pagina, schreef Van de Woestijne hetzelfde jaartal opnieuw.

H-59

Materiële beschrijving

5 bladen gelinieerd papier, 12,5 × 20,1 cm. Eenzijdig beschreven ([1-3] op de ongelinieerde zijde) met zwartblauwe inkt.

Gedichten

[1] [gz23]
[2] [gz25]
[3] [gz29]
[4] [gz28]
[5] [a21]

Datering

Vóor april 1921.

Bewaarplaats

[1-3]: 4-132/54648-a t/m -c (Inv. 161)
[4-5]: geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in Elsevier's geïllustreerd maandschrift van april 1921 /19/. Bovenaan op het eerste blad schreef Van de Woestijne ‘Verzoeking van God door Karel van de Woestijne’. De bladen zijn niet genummerd; de gedichten zijn overeenkomstig de tijdschriftpublikatie romeins genummerd van i tot v. Op de versozijde van [1] noteerde Van de Woestijne onder elkaar enkele namen: [Herman] Robbers, Van Loghum Slaterus & Visser (Arnhem), [O.] Dambre, Maurice [Roelants] en Gustave [van de Woestijne].

[pagina 233]
[p. 233]

H-60

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in bordeauxrood linnen, 7,2 × 12,3 cm. Opdruk middenboven: Notes. Geruit papier, 79 bl.

Datering

November 1921 - december 1922.

Bewaarplaats

23/135179 (Inv. 469)

Bijzonderheden

Op p. iv schreef Van de Woestijne in paars aniline: ‘1921-1922’; op p. 2r ernaast, met zwarte inkt: ‘1922’.

Twee blaadjes in het carnet zijn losgeraakt; ze hebben hetzelfde inventarisnummer als het carnet.

H-61

Materiële beschrijving

8 genummerde bladen eenzijdig gelinieerd blauw papier met linnenopdruk, 14,7 × 24,2 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met blauwe inkt. Genummerd [1]-8.

Gedichten

[1] [gz2]
2 [gz4]
3 [gz24]
4 [gz7]
5 [a22]
6 [gz27]
7 [gz42]
8 [a23]

Datering

Eind 1921 - begin 1922.

Bewaarplaats

geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kopij voor Elsevier's geïllustreerd maandschrift van mei en juni 1922 (/20/ en /21/ die als éen doorgenummerde bijdrage aan Herman Robbers werd gezonden. Robbers verdeelde de gedichten per groep over twee afleveringen; zie ook de toelichting in de Lijst van voorpublikaties. Bovenaan het eerste blad, boven de tekst van het gedicht, schreef Van de Woestijne: ‘Verzen door Karel van de Woestijne’ en iets lager de groepstitel ‘Tenebrae’. Boven de tekst van het gedicht op blad 6 schreef Van de Woestijne de groepstitel ‘In voto.’ De gedichten in de beide groepen werden romeins genummerd i-v respectievelijk i-iii, zoals in het tijdschrift.

Op de voorzijde van het eerste blad schreef Robbers een instructie voor de zetter: ‘Egm [= Elsevier's geïllustreerd maandschrift] proef aan schrijver 6 Wellingtonstr Oostende Belgie’. Op de achterzijde van hetzelfde blad is met potlood de naam van M. Roelants geschreven.

H-62

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in donkergroen gelakt linnen, snede op de hoeken en bij de rug verguld, 6,9 × 11,6 cm. Geruit papier, 58 bl.

[pagina 234]
[p. 234]

Datering

November 1922 - januari(?) 1926.

Bewaarplaats

24/135180 (Inv. 470)

Bijzonderheden

Op p. 2r schreef Van de Woestijne: ‘1922-23’; op p. 17r: ‘1923-24’; op p. 24r: ‘1924-25’; op p. 28r: ‘1925-26’.

H-63

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in donkerpaars leder, snede verguld, 10,0 × 13,5 cm. Blanco papier, 69 bl.

Datering

Januari 1923 - december 1923.

Bewaarplaats

24/135181 (Inv. 471)

Bijzonderheden

Op p. 3r schreef Van de Woestijne: ‘1923’.

H-64

Materiële beschrijving

3 bladen geruit blocnotepapier, 13,0 × 18,0 cm. Eenzijdig beschreven met paarse inkt.

Gedichten

[1] [gz31]
[2] [gz30]
[3] [gz31]

Datering

Kort voor 7 december 1923.

Bewaarplaats

[1]: 4-131/127490 (Inv. 163)
[2-3]: 4-133/131527-a en -b (Inv. 162)

Bijzonderheden

De manuscripten zijn vervaardigd tijdens de voorbereiding van de publikatie in Orpheus van februari 1924 /26/, waarvoor Van de Woestijne op 7 december 1923 de kopij inzond. Voor die kopij werd hetzelfde papier en dezelfde inkt gebruikt; zie H-65. De hier gegeven volgorde is bepaald door de archivering in het amvc.

De twee volledige versies van [gz31], ‘Gij rijst aan mij gelijk een vlindering van bloemen’, zijn voor zover aan de varianten is af te lezen in de aangegeven volgorde vervaardigd. Onder de tekst op blad [2] maakte Van de Woestijne een berekening.

H-65

Materiële beschrijving

3 genummerde bladen geruit blocnotepapier, 13,0 × 17,9 cm. Eenzijdig beschreven met paarse inkt.

Gedichten

[1]-3 [mb]

Datering

7 december 1923.

Bewaarplaats

geen inventarisnummer

[pagina 235]
[p. 235]

Bijzonderheden

Bovenaan het eerste blad schreef Van de Woestijne: ‘Gedichten door Karel van de Woestijne’ en iets daaronder: Uit ‘Het Menschelijke Brood’. Onder de tekst schreef Van de Woestijne als datering van het gedicht ‘(1915)’. De tekst beslaat het tweede gedeelte van dat gedicht. Het is vrijwel zeker dat de bladen oorspronkelijk behoorden tot de kopij die Van de Woestijne leverde voor Orpheus van februari 1924 (H-66). ‘Het menschelijk brood’ is daarin echter niet verschenen. Er is een geringe afwijking in papierformaat (de lengte verschilt 2 mm) maar overigens is de inkt identiek en sluit de nummering van de kopij van het wel gepubliceerde deel aan op dit gedeelte. Bovendien is de opzet van beide delen gelijk: vergelijk de datering aan het slot van ‘Het menschelijke brood’ respectievelijk aan het slot van de beide groepen ‘Uit: “Supplementa”’ en ‘Uit: “Geheim van den Honig”.’ Doordat op het eerste blad al ‘Gedichten’ en de naam van de dichter geschreven is, ontbreekt een dergelijke aanduiding op de kopij van het gepubliceerde gedeelte.

H-66

Materiële beschrijving

7 genummerde bladen geruit blocnotepapier, 13,0 × 18,1 cm. Eenzijdig beschreven met paarse inkt.

Gedichten

[1] 4 [gz31]
[2] 5 [a19]
[3] 6 [gz34]
[4] 7 [gz21]
[5] 8 [gz40]
[6] 9 [gz38]
[7] 10 [gz30]

Datering

7 december 1923.

Bewaarplaats

geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in Orpheus van februari 1924 /26/. De oorspronkelijke nummering sluit aan op die van H-65, dat er zeer waarschijnlijk deel van uitmaakte maar niet in het tijdschrift werd geplaatst.

Boven het eerste gedicht schreef Van de Woestijne ‘Uit: “Supplementa”’ en de vijf gedichten in die afdeling ([gz31] t/m [gz40]) nummerde hij van 1 tot 5; boven het eerstvolgende gedicht schreef hij ‘Uit: “Geboorte van den Honig”.’ De twee gedichten in die afdeling ([gz38] en [gz30]) nummerde hij 1 en 2. De eerste reeks werd afgesloten met de datering ‘(1917-1923)’, de tweede met ‘(1923)’. Al deze toevoegingen bij de gedichten werden in het tijdschrift overgenomen, zij het dat redacteur C.S. Adama van Scheltema, zoals op de kopij te zien is, de arabische nummering van de gedichten wijzigde in een romeinse. Ook nummerde hij de bladen opnieuw van i tot vii, en noteerde hij als instructie voor de zetter ‘Proef aan Karel v.d. Woestijne Hofstraat 25 Oostende’. Met potlood werd de corresponderende paginering van het tijdschrift op de bladen genoteerd, vermoedelijk door de zetter. Van de Woestijne zelf schreef later met blauwe inkt het adres

[pagina 236]
[p. 236]

voor het retourneren van de drukproeven op het eerste blad: Nijgh & van Ditmar's Drukkerij, Wijnhaven 113, Rotterdam.

H-67

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in donkergroen leder, snede verguld, 12,5 × 19,0 cm. Blanco papier, 72 bl.

Datering

Januari 1924 - december 1925.

Bewaarplaats

24/135182 (Inv. 472)

Bijzonderheden

Op p. 2r schreef Van de Woestijne: ‘1924’; op p. 41r: ‘1925’.

H-68

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd blauw papier, 12,3 × 14,7 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[gz12]

Datering

22 maart 1924.

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Eerste blad van de kopij voor publikatie in Derde winterboek van de Wereldbibliotheek /28/, die Van de Woestijne op 22 maart 1924 aan N. van Suchtelen zond; zie de Lijst van voorpublikaties.

Boven het gedicht schreef Van de Woestijne ‘De zieke Danser door Karel van de Woestijne’; daaronder afdelingsnummer I. Het gedicht nummerde hij met 1; deze opzet werd in het Winterboek overgenomen. Op de achterzijde staat met potlood de naam van M. Roelants.

H-69

Materiële beschrijving

1 blad, 13,2 × 20,8 cm. Eenzijdig beschreven met blauwzwarte inkt.

Gedichten

[gz6]

Datering

Na maart 1924?

Bewaarplaats

4-141/16413 (Inv. 159)

Bijzonderheden

Het manuscript bevat een netversie van ‘Een vrucht, die valt’ met de titel ‘Nacht.’ Van de overgeleverde manuscripten van dit gedicht sluit dit het meest aan bij de versie in Dietsche warande & Belfort van maart 1924; op grond van vergelijking van varianten lijkt het echter van later datum te zijn. Het manuscript, dat werd ondertekend met ‘Karel van de Woestijne’, wekt de indruk een ‘gelegenheidsmanuscript’ te zijn, wat zou kunnen verklaren dat Van de Woestijne er na de eerste publikatie nog een titel aan toevoegde.

[pagina 237]
[p. 237]

H-70

Materiële beschrijving

10 bladen, 13,7 × 20,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwartblauwe inkt.

Gedichten

[1-6] [mb]
[7] [gz44]
[8] [gz9]
[9] [gz11]
[10] [gz8]

Datering

9 oktober 1925.

Bewaarplaats

[1-2]: 3-94/54647-a en -b (Inv. 109)
[3]: geen inventarisnummer
[4-6]: 3-94/54647-c t/m e (Inv. 109)
[7]: geen inventarisnummer
[8]: 4-130/127489 (Inv. 160)
[9-10]: geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in De gids van december 1925 /29/, op 9 oktober van dat jaar door de redactie ontvangen. Boven het eerste gedicht: ‘Gedichten door Karel van de Woestijne’. De laatste twee regels van dit opschrift werden geschrapt en daarnaast werd geschreven ‘Proef aan Karel van de Woestijne, Marterstraat, te Zwynaerde bij Gent.’ Dit geschiedde door H.T. Colenbrander, redactiesecretaris van De gids. Hij nummerde tevens de bladen van 1 tot 10 en noteerde een instructie op p. [3], waar het eerste gedeelte van ‘Het menschelijke brood’ eindigt, om de aansluiting van het tweede gedeelte te verzekeren. Een onbekende hand schreef met rood potlood linksboven op het eerste blad ‘De Gids Dec’. Achterop het laatste blad staat met potlood de naam van M. Roelants.

Het eerste gedeelte van de tijdschriftpublikatie is het latere ‘Het menschelijk brood’. In het kopijhandschrift is het genummerd met ‘i’ en getiteld ‘Tot inleiding van het Gedicht’. Bovenaan p. [7] staat het cijfer ii en de kop ‘Uit het Gedicht’. De onder die titel samengebrachte gedichten werden genummerd 1 t/m 4, zoals in het tijdschrift.

H-71

Materiële beschrijving

Agenda Semainier 1926. Gebonden in donkergroen leder, snede verguld, 6,4 × 10,8 cm. Opdruk linkerbovenhoek: 1926.

Datering

1926.

Bewaarplaats

24/135183 (Inv. 473)

H-72

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in helrood gelakt linnen, 7,7 × 12,5 cm. Gelinieerd papier, 60 bl.

[pagina 238]
[p. 238]

Datering

Januari - december 1926.

Bewaarplaats

24/135184 (Inv. 474)

Bijzonderheden

Op p. 2r schreef Van de Woestijne: ‘1926’.

H-73

Materiële beschrijving

4 bladen geruit blocnotepapier, 12,5 × 17,6 cm. [1] en [3-4] eenzijdig, [2] tweezijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

n.v.t.

Datering

Begin september 1926.

Bewaarplaats

geen inventarisnummer

Bijzonderheden

De manuscripten bevatten indelingsschema's voor de niet verschenen bloemlezing uit God aan zee, Blikken. Van de Woestijne vervaardigde de bloemlezing in de eerste dagen van september 1926, toen God aan zee in eerste instantie te omvangrijk werd naar het oordeel van uitgever A.A.M. Stols. Zie de Ontstaansgeschiedenis, § 6.3.6.

De bladen zelf zijn niet genummerd. Op de achterzijde van blad [4] maakte Van de Woestijne een berekening die geen verband lijkt te houden met het overige.

H-74

Materiële beschrijving

3 gepagineerde katernen van respectievelijk 8, 8 en 4 eenmaal gevouwen bladen (80 pagina's), daaromheen een blanco omslag van hetzelfde luxepapier, 14,5 × 20,1 cm. Titel: Blikken. Alleen de rechterpagina's zijn beschreven en gepagineerd, met blauwe inkt.

Gedichten

1/2 afdelingsnummer: i
3 [gz2]
4-5 [gz10]
6 [gz8]
7 [gz4]
8 [gz5]
9-10 [gz7]
11/12 [gz11]
13/14 afdelingsnummer: ii
15-16 [gz23]
17-18 [gz25]
19-20 [gz29]
21 [gz28]
22 [gz27]
23/24 afdelingsnummer: iii
25 [gz12]
26 [gz13]

[pagina 239]
[p. 239]

27-28 [gz14]
29 [gz17]
30 [gz19]
31 [gz20]
32 [gz21]
33/34 afdelingsnummer: iv
35 [gz44]
36 [gz31]
37 [gz38]
38 [gz40]
39 [gz30]
40 [gz34]
41 [gz33]
42 [gz41]
43 [gz37]
[44] datering van de gedichten: ‘(Brussel, 1918 - Oostende, 1925)’

Datering

Begin september 1926.

Bewaarplaats

3-128/54649-a t/m -u (Inv. 156)

Bijzonderheden

Op het titelblad: ‘Blikken door Karel van de Woestijne’. Dit nethandschrift is de ‘afgeslankte’ versie van God aan zee die Van de Woestijne samenstelde nadat A.A.M. Stols te kennen had gegeven een bundel van beperkte omvang te willen uitgeven. Zie de Ontstaansgeschiedenis, § 6.3.6.

Pagina's waarvan in druk de versozijde blanco moest blijven (de bladen met de afdelingsnummers), kregen in het manuscript een dubbel paginanummer.

H-75

Materiële beschrijving

3 bladen geruit blocnotepapier, 12,5 × 17,7 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[gz45]

Datering

23 september 1926.

Bewaarplaats

4-134/131607-a t/m -c (Inv. 165)

Bijzonderheden

Het netafschrift van het slotgedicht van God aan zee werd gemaakt op dezelfde dag als het nethandschrift van de bundel voor A.A.M. Stols (H-76). Op het eerste blad dateerde Van de Woestijne: ‘23 Sept. 26’. In eerste instantie schreef hij als jaartal ‘27’ maar hij verbeterde direct. Het is door deze datering op het manuscript niet waarschijnlijk dat het gediend heeft als kopijhandschrift voor het desbetreffende deel van God aan zee; bovendien zijn er geen sporen uit de zetterij en zijn de bladen niet genummerd.

[pagina 240]
[p. 240]

H-76

Materiële beschrijving

Gepagineerd manuscript, 156 pagina's, 20,1 × 29,5 cm. Gebonden in blauwe halflederen band, karton blauw gemarmerd, kop verguld. Titel: God aan zee. Alleen de rechterpagina's zijn beschreven en gepagineerd, met blauwe inkt. De katernen zijn telkens linksonder op de eerste pagina met rode inkt genummerd (1-9).

Gedichten

3-8 [gz1]
9/10 afdelingstitel: ‘i De heete Asch’
11 [gz2]
12 [gz3]
13 [gz4]
14 [gz5]
15 [gz6]
16-17 [gz7]
18 [gz8]
19 [gz9]
20-21 [gz10]
22 [gz11]
23/24 afdelingstitel: ‘ii De Schurftige Danser’
25 onderafdelingsnummer: i
  [gz12]
26 [gz13]
27-28 [gz14]
29 [gz15]
30 [gz16]
31 onderafdelingsnummer: ii
  [gz17]
32 [gz18]
33 [gz19]
34 [gz20]
35/36 onderafdelingsnummer: iii
  [gz21]
37/38 afdelingstitel: ‘iii Verzoeking van God’
39 [gz22]
40-41 [gz23]
42-43 [gz25]
44 [gz24]
45 [gz26]
46 [gz27]
47 [gz28]
48-50 [gz29]
51/52 afdelingstitel: ‘iv Geboorte van den Honig’
53 [gz30]
54 [gz32]
55 [gz31]
56 [gz33]
57 [gz34]
58 [gz35]

[pagina 241]
[p. 241]

59 [gz36]
60 [gz37]
61/62 afdelingstitel: ‘v God aan Zee’
63 [gz38]
64 [gz39]
65 [gz40]
66 [gz41]
67 [gz42]
68 [gz43]
69/70 [gz44]
71-76 [gz45]

Datering

23 september 1926.

Bewaarplaats

Bezit Stichting Johan Polak.

Bijzonderheden

Op het titelblad: ‘God aan zee door Karel van de Woestijne’. Op de laatste pagina (p. [78]) in paarse inkt: ‘Dit afschrift van “God aan Zee”, bedoeld als eenig manuscript, werd door den dichter eigenhandig gemaakt voor A. Stols jr., wien het in vriendelijke opdracht wordt aangeboden - Oostende, op 23 September 1926’. De tekst eindigt op p. 76; op p. [77] schreef Van de Woestijne als datering van de gedichten: ‘(Oostende, 1919-1926)’.

Het begin van elk gedicht is aangegeven met een paragraafteken (¶) in paarse inkt. Ten opzichte van de eerste druk van God aan zee zijn de gedichten [gz24] en [gz25] respectievelijk [gz31] en [gz32] verwisseld. Van de Woestijne bracht de wijziging in de eerste drukproef aan (H-78).

Pagina's waarvan in druk de versozijde blanco moest blijven (bijvoorbeeld de bladen met de afdelingstitels), kregen in het manuscript een dubbel paginanummer.

Van de Woestijne schonk het manuscript aan A.A.M. Stols. Het is uitgesloten dat het manuscript zelf in de zetterij is geweest. Vermoedelijk heeft Van de Woestijne of Stols een afzonderlijk kopijhandschrift vervaardigd of laten vervaardigen: er komen in de eerste drukproef meerdere varianten en fouten voor die terug te voeren zijn op het nethandschrift. Er moet dus een minutieuze copie bestaan hebben die als kopijhandschrift diende. Zie ook de Drukgeschiedenis, § 2.1.

H-77

Materiële beschrijving

Gepagineerd manuscript, 32 pagina's, 14,4 × 20,4 cm. Gebonden in bruine halflederen band, karton gemarmerd, kop verguld. Titel: Het Menschelijke Brood. Alleen de rechterpagina's zijn beschreven, met blauwe inkt, en gepagineerd met paarse inkt.

Gedichten

3-14 [mb]

Datering

Omstreeks 23 september 1926.

Bewaarplaats

Bezit Stichting Johan Polak.

[pagina 242]
[p. 242]

Bijzonderheden

Op het titelblad: ‘Het Menschelijke Brood door Karel van de Woestijne’. Op de laatste pagina (p. [16]): ‘Dit afschrift, als eenig manuscript te beschouwen, werd door den dichter gemaakt voor den heer Alexander Stols jr., wien het in opdracht wordt aangeboden.-’

Het gedicht bestaat uit twee delen. Dit is aangegeven door een paragraafteken (¶) in paarse inkt direct vóor het eerste woord der beide gedeelten (p. 3 en p. 9). De tekst eindigt op p. 14; op p. 15 schreef Van de Woestijne als datering van het gedicht: ‘(Brussel, 1915)’.

A.A.M. Stols had Van de Woestijne verzocht om een bijdrage voor Stols' particuliere reeks To the Happy Few. Van de Woestijne bood hem daarop dit gedicht aan (brief van 4 september 1926). Het werd hoogstwaarschijnlijk direct voor of na het manuscript van God aan zee vervaardigd, dat gedateerd is op 23 september 1926 (H-76).

Van de Woestijne schonk het manuscript aan A.A.M. Stols. Vermoedelijk heeft Van de Woestijne voor de zetterij een apart kopijhandschrift gemaakt; het lijkt uitgesloten dat het manuscript zelf in de zetterij is geweest. Zie ook de Drukgeschiedenis, § 2.3.

H-78

Materiële beschrijving

Drie drukproeven van God aan zee, 13,9 × 21,8 cm. Gebonden op vijf ribben in donkerrode halflederen band en lederen hoeken, karton rood gemarmerd, kop verguld; goudopdruk horizontaal op de rug: ‘karel van / de woestijne’ (kleinkapitalen); ‘god / aan zee’ (kapitalen); onderaan ‘1926’. Gecorrigeerd met blauwe inkt.

Gedichten

[gz1] t/m [gz45] (alle driemaal)

Datering

Najaar 1926.

Bewaarplaats

17b/61674 (Inv. 166)

Bijzonderheden

Drie gepagineerde, opeenvolgende drukproeven van God aan zee, door Van de Woestijne gecorrigeerd met donkerblauwe inkt. A.A.M. Stols plaatste diverse typografische instructies en correcties met zowel potlood als zwarte inkt. In de eerste proef zijn alle teksten op de rectozijden gedrukt, in de beide revisies werd tweezijdig gedrukt. De initialen ontbreken nog. In de eerste proef werden preludium en postludium romein gezet. Van de Woestijne corrigeerde deze tekst, die daarna echter geheel moest worden overgezet. Daardoor ontstonden opnieuw fouten, waarvan Van de Woestijne enkele corrigeerde tot nieuwe varianten. De volgorde van de gedichten in de eerste proef komt overeen met die van het nethandschrift H-76; Van de Woestijne gaf in die proef de latere, definitieve schikking aan.

Als kopij voor deze proeven moet gediend hebben een kopie van het nethandschrift dat Van de Woestijne voor Stols maakte.

[pagina 243]
[p. 243]

H-79

Materiële beschrijving

Drie katernen van 16 pagina's en 20 losse bladen, 13,7 × 21,7 cm. Drukproef van God aan zee, beschreven met grijs, blauw en rood potlood.

Gedichten

[gz1] t/m [gz45]

Datering

Najaar 1926.

Bewaarplaats

Bezit J. Carton, Rijmenam.

Bijzonderheden

Complete drukproef van God aan zee (88 pagina's), het eerste en de twee laatste vellen in katernen, de overige bladen los. De proef bevat dezelfde tekstversie als de derde door Van de Woestijne gecorrigeerde proef (H-78). A.A.M. Stols verbeterde talrijke drukfouten, plaatste zetinstructies en gaf typografische aanwijzingen, vooral met betrekking tot de inhoudsopgave, de ‘bibliographische aanteekening’ en de ‘Verantwoording der oplage’ achterin. In de tekst werden tevens de correcties en varianten overgenomen die Van de Woestijne in de laatste proef had aangebracht. Op de voorzijde schreef Stols als aanwijzing voor de oplage van de bundel: ‘10+285 Pannekoek’ en ‘15 Japansche’.

De proef bevat geen handgeschreven aantekeningen van Van de Woestijne zelf.

H-80

Materiële beschrijving

1 blad, 17,2 × 21,6 cm. Briefpapier: ‘Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, Beheer van het Hooger Onderwijs, de Wetenschappen en de Letteren’. Tweezijdig beschreven met potlood en zwarte inkt.

Gedichten

[bm12]

Datering

Vóor oktober 1926.

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Met uitzondering van een notitie op de briefhoofdzijde, is het blad alleen op de blanco zijde beschreven. Er komt een vroege versie van het begin van ‘Ik heb dit hooger oord gekozen tot mijn woon’ [bm12] op voor, die gezien de varianten in de beginregel ouder moet zijn dan de eerste vermelding van de latere versie, eind oktober 1926. Weliswaar werd het papier door Van de Woestijne in de periode rond 1916 meer gebruikt, maar op grond van de thematiek van het gedicht en het feit dat Van de Woestijne het in oktober 1927 intensief bewerkte, moet het later gedateerd worden.

H-81

Materiële beschrijving

3 katernen van 8 pagina's, 14,1 × 16,7 cm. Drukproef van Het menschelijk brood.

[pagina 244]
[p. 244]

Gedichten

5-16 [mb]

Datering

November 1926.

Bewaarplaats

3-92/237479-a t/m -c (Inv. 104)

Bijzonderheden

Complete drukproef van Het menschelijk brood. De proef is niet door Van de Woestijne gecorrigeerd. De tekst van het gedicht bevat zetfouten. Er komen enkele correcties en zetaanwijzingen in potlood op voor, aangebracht door A.A.M. Stols en geen van alle betrekking hebbend op de tekst van het gedicht. In de colofon van de proef wordt december 1926 opgegeven als drukdatum, de gepubliceerde versie geeft echter november. Deze verandering maakt het waarschijnlijk dat november de juiste maand is.

H-82

Materiële beschrijving

Agenda 1927. Gebonden in gemêleerd lichtbruin leder met decoratief opdruk, snede verguld, 6,1 × 10,1 cm.

Datering

1927.

Bewaarplaats

24/135185 (Inv. 475)

H-83

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in zwart leder, snede verguld, 7,6 × 11,7 cm. Gelinieerd papier, 54 bl.

Datering

Januari 1927 - augustus 1927.

Bewaarplaats

24/135186 (Inv. 476)

Bijzonderheden

Op p. 2r schreef Van de Woestijne: ‘1927’.

H-84

Materiële beschrijving

4 genummerde bladen, 13,6 × 21,1 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[1]-4 [bm1]

Datering

Omstreeks 26 april 1927?

Bewaarplaats

Geen inventarisnummer.

Bijzonderheden

Netafschrift van ‘De blind-geborene’. Het papier is enigszins vergaan. Het manuscript kan ten grondslag hebben gelegen aan typoscript H-85, en kan dus de oorspronkelijke kopij zijn geweest voor Van de Woestijnes bijdrage aan Elsevier's geïllustreerd maandschrift van augustus 1927 /31/. Deze kopij werd ingezonden op 26 april 1927.

[pagina 245]
[p. 245]

H-85

Materiële beschrijving

6 aaneengehechte genummerde bladen, 21,4 × 27,4 cm. Typoscript, gecorrigeerd met zwarte en blauwe inkt.

Gedichten

[bm1]

Datering

Kort na 26 april 1927?

Bewaarplaats

4-140/127496-2 (Inv. 167)

Bijzonderheden

Origineel typoscript van de doorslag die kopij was voor Elsevier's geïllustreerd maandschrift van augustus 1927 /31/ (zie H-86). Het papier is in matige conditie.

Van de Woestijne heeft het typoscript waarschijnlijk niet zelf gemaakt, gelet op de goede verzorging van het typewerk. Mogelijk werd het gemaakt naar het handschrift H-84, door of in opdracht van Herman Robbers. Wel heeft Van de Woestijne het typoscript gecorrigeerd, evenals de doorslag die als kopij is gebruikt.

H-86

Materiële beschrijving

6 aaneengehechte genummerde bladen, 21,4 × 27,4 cm. Typoscript (doorslag), gecorrigeerd met zwarte en blauwe inkt.

Gedichten

[bm1]

Datering

Kort na 26 april 1927.

Bewaarplaats

4-140/127496-1 (Inv. 167)

Bijzonderheden

Doorslag van het typoscript H-85 dat mogelijk vervaardigd werd op basis van manuscript H-84. De doorslag werd gebruikt als kopij voor publikatie in Elsevier's geïllustreerd maandschrift van augustus 1927 /31/. Het papier is in matige conditie.

De titel ‘De Blind-geborene’ is direct boven het gedicht getypt, met de hand schreef de dichter daar met zwarte inkt zelf onder: ‘door Karel van de Woestijne’. Op de voorkant schreef Herman Robbers met potlood: ‘Egm [= Elsevier's geillustreerd maandschrift] proef aan schrijver “La Frondaie” Zwijnaarde - Gent, België’.

H-87

Materiële beschrijving

2 bladen geruit blocnotepapier, 12,8 × 18,2 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[1] [bm8]
[2] [bm6]

Datering

Omstreeks juli 1927?

[pagina 246]
[p. 246]

Bewaarplaats

[1]: 4-135/127491 (Inv. 171)
[2]: 4-142/48649-a (Inv. 170)

Bijzonderheden

Waarvoor beide nethandschriften zijn vervaardigd, is niet bekend. De onzekere datering is gebaseerd op het feit dat Van de Woestijne in juni 1927 de beide gedichten voltooide en kort daarna moet hebben ingezonden voor publikatie in het tijdschrift Nu van oktober daaropvolgend; kopij was H-88. Mogelijk waren de manuscripten bedoeld als eerste neerslag van de gedichten na afronding van de kladstadia. Dat ze behoord hebben tot de kopij voor Het berg-meer is niet waarschijnlijk. Ze werden weliswaar met potlood op de achterzijde respectievelijk 23 en 25 genummerd, in een onbekende hand, en deze nummers komen overeen met het paginanummer van de gedichten in Het berg-meer. Waren de bladen echter bedoeld geweest als kopij voor de bundel, dan zou Van de Woestijne ze zelf genummerd hebben, aan de voorzijde. Ook als hij de nummering aan een ander (Stols) zou hebben overgelaten, was het waarschijnlijker geweest dat die op de voorzijde zou zijn aangebracht. Het papier wijkt bovendien af van het bewaarde kopijgedeelte H-102.

H-88

Materiële beschrijving

8 genummerde bladen met linnenopdruk, 12,6 × 21,0 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[1] [bm2]
2 [bm3]
3 [bm4]
4 [bm5]
5 [bm6]
6 [bm7]
7 [bm8]
8 [bm9]

Datering

Vóor 25 juli 1927.

Bewaarplaats

[1]-5: 4-146/21564-1 t/m -5
6-8: 4-146/131609-a t/m -c (tezamen Inv. 168)

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in Nu van oktober 1927 /32/. Wanneer de inzending precies geschiedde, is niet bekend, maar uit de agenda van 1927 is af te leiden dat Van de Woestijne op 25 juli van dat jaar zijn honorarium voor de bijdrage ontving. Uit een datumstempel op de proef van de tijdschriftbijdrage (H-89) blijkt dat de gedichten op 28 juli 1927 ter drukkerij waren.

Bovenaan het eerste blad schreef van de Woestijne: ‘De Modder-haven door Karel van de Woestijne’. De gedichten werden doorlopend romeins genummerd. Op de achterzijde van het laatste blad is geschreven ‘Proef naar den Heer K. van de Woestijne, “La Frondaie”, Zwijnaarde - Gent.’ Van de Woestijne zelf maakte daar tevens een berekening die geen verband lijkt te houden met (publikatie van) de gedichten.

[pagina 247]
[p. 247]

H-89

Materiële beschrijving

4 genummerde bladen, 17,5 × 25,7 cm. Drukproef van tijdschriftbijdrage ‘De modder-haven’, gecorrigeerd met paars anilinepotlood.

Gedichten

1 [bm2], [bm3]
2 [bm3], [bm4], [bm5]
3 [bm5], [bm6], [bm7]
4 [bm8], [bm9]

Datering

28 juli 1927; 3 augustus 1927.

Bewaarplaats

22-475/135934-a t/m -d (Inv. 169)

Bijzonderheden

Drukproef van de gedichten ‘De modder-haven’ in Nu van oktober 1927 /32/. De bladen zijn eenzijdig bedrukt, de gedichten zijn gestapeld. De datumstempel op het eerste blad geeft 28 juli 1927; dezelfde hand die, vermoedelijk na Van de Woestijnes correctie, bovenaan de instructie ‘revisie’ schreef, plaatste ook de datum ‘3/8 27’. De proef bevat verder enkele aanwijzingen voor de opmaak, zoals het verplaatsen van de auteursnaam van het begin (vergelijk de kopij, H-88) naar het slot. Van de Woestijne schreef rechtsboven op blad 1: ‘na correctie, afdrukken [get.] Karel van de Woestijne’.

H-90

Materiële beschrijving

Notitieboekje, geniet met zwart kartonnen omslag, 9,3 × 14,9 cm. Gelinieerd papier, 35 bl.

Datering

September 1927 - december 1927.

Bewaarplaats

24/137187 (Inv. 477)

Bijzonderheden

Op p. 1r schreef Van de Woestijne: ‘1927 Bis’. Het omslag is losgeraakt.

H-91

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd papier, 15,0 × 22,9 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[bm12]

Datering

Vóor 2 september 1927.

Bewaarplaats

4-148/97998-9a (Inv. 174)

Bijzonderheden

Kladhandschrift van een gedeelte van ‘Ik heb dit hooger oord gekozen tot mijn woon’ [bm12], behorend bij H-92 en H-93, met welke manuscripten het papier overeenstemt. Bovenaan het blad is een romeinse i geschreven, vermoedelijk niet door Van de Woestijne zelf. (Vergelijk H-93, dat samen met dit manuscript bewaard wordt.)

De voltooide versie van het gedicht werd in het carnet van 1927 gedateerd op 2 september.

[pagina 248]
[p. 248]

H-92

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd papier, 15,0 × 11,5 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[bm12]

Datering

Vóor 2 september 1927.

Bewaarplaats

geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kladhandschrift van een gedeelte van ‘Ik heb dit hooger oord gekozen tot mijn woon’ [bm12], behorend bij H-91 en H-93, met welke manuscripten het papier overeenstemt; het blad heeft de halve grootte van de beide andere manuscripten.

De voltooide versie van het gedicht werd in het carnet van 1927 gedateerd op 2 september.

H-93

Materiële beschrijving

1 blad eenzijdig gelinieerd papier, 15,0 × 22,9 cm. Op de ongelinieerde zijde beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[bm12]

Datering

Vóor 2 september 1927.

Bewaarplaats

4-148/97998-10a (Inv. 174)

Bijzonderheden

Uitgeschreven versie van een gedeelte van ‘Ik heb dit hooger oord gekozen tot mijn woon’ [bm12], behorend bij H-91 en H-92, met welke manuscripten het papier overeenstemt. Bovenaan het blad is een romeinse ii geschreven, vermoedelijk niet door Van de Woestijne zelf. (Vergelijk H-91, dat samen met dit manuscript bewaard wordt.)

De voltooide versie van het gedicht werd in het carnet van 1927 gedateerd op 2 september.

H-94

Materiële beschrijving

14 genummerde bladen blocnotepapier, [1]-2 13,6 × 19,2 cm, 3-14 13,7 × 18,6 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1]-2 [bm10]
3 [bm11]
4-5 [bm12]
6-7 [bm14] en [bm15]
8 [bm13]
9-10 [bm16]
11-12 [bm17]
13-14 [bm18]

[pagina 249]
[p. 249]

Datering

5 oktober 1927.

Bewaarplaats

4-143/48649-b t/m -o (Inv. 172)

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in De gids van november 1927 /33/, op 5 oktober van dat jaar door de redactie ontvangen.

Bovenaan het eerste blad schreef Van de Woestijne ‘Gedichten’; de gedichten werden romeins genummerd. Onder het laatste gedicht tekende de dichter met ‘Karel van de Woestijne’. H. T Colenbrander schreef op het eerste blad: ‘Proef aan dichter “La Frondaie” Zwijnaarde bij Gent (B.)’. Later schreef een onbekende hand met blauw potlood rechtsboven op het eerste blad ‘De Gids Nov.’

H-95

Materiële beschrijving

Agenda de poche 1928. Gebonden in bruin reptielenleder, snede verguld, 7,4 × 12,2 cm. Goudopdruk linkerbovenhoek: Agenda.

Datering

1928.

Bewaarplaats

24/135188 (Inv. 478)

H-96

Materiële beschrijving

Notitieboekje, gebonden in groen linnen met zwart nerfmotief, snede verguld, 9,5 × 14,4 cm. Goudopdruk middenboven: Notes. Geruit papier, 64 bl.

Datering

1928.

Bewaarplaats

24/135189 (Inv. 479)

Bijzonderheden

Op p. 2r schreef Van de Woestijne: ‘1928’. Het laatst-gedateerde fragment in het carnet is van 7 mei 1928, maar daarna komen vrijwel tot het einde nog notities en versfragmenten voor. Hun datering is onzeker.

H-97

Materiële beschrijving

6 bladen blocnotepapier, 13,8 × 19,2 cm. Eenzijdig beschreven met donkerblauwe ([1-4]) en helderblauwe ([5-6]) inkt.

Gedichten

[1] [bm21]
[2] [bm22]
[3] [bm24]
[4] [bm25]
[5] [bm26]
[6] [bm27]

Datering

Januari 1928.

[pagina 250]
[p. 250]

Bewaarplaats

4-149/54654-1 t/m 6 (Inv. 178)

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in Dietsche warande & Belfort van februari 1928 /34/. De gedichten op de eerste vier bladen werden met donkerblauwe inkt geschreven; voor de overige gedichten alsmede voor de groepstitel ‘Uit “De Voedster”’ boven het eerste gedicht en de ondertekening ‘Karel van de Woestijne’ na het slotgedicht, gebruikte Van de Woestijne lichtere inkt.

Aan [bm27] werkte Van de Woestijne nog begin januari 1928, zodat het drukken en corrigeren van de bijdrage in korte tijd moet zijn gebeurd.

August van Cauwelaert, redactiesecretaris van het tijdschrift, voegde bovenaan op blad [1] met potlood toe: ‘Onuitgegeven Verzen van K. Van de Woestijne’; tevens instrueerde hij de zetter met: ‘Deze gedichten moeten elk op eene afzonderlijke blz. komen in mooie grooten letter. [get.] AvC.’

In de kopij ontbreekt ‘Geven, geven! Alle vrachten’ [bm29], dat bij publikatie de tijdschriftbijdrage afsloot. De beslissing om het toe te voegen moet naderhand genomen zijn, getuige de ondertekening onder ‘Ik ben (waar 't rijpend ijs de waetren heeft gezogen’ [bm27] op blad [6]. Een kopijhandschrift van ‘Geven, geven!’ is echter niet overgeleverd.

H-98

Materiële beschrijving

3 katernen, 16,3 × 22,7 cm. Drukproef van Gedichten, gecorrigeerd met zwarte inkt.

Gedichten

[1]-27 gedichten uit andere bundels
28-29 [mm8]
30 [mm9]
31-32 [mm13]
33-34 [mm14]
35-36 [mm16]
37 [mm21]
38 [mm22]
44-45 [gz7]
46 [gz19]
47-48 [gz23]

Datering

Omstreeks januari 1928.

Bewaarplaats

k 9015 b/135145-2b t/m -2d (Inv. ontbreekt)

Bijzonderheden

Eerste drie katernen van een drukproef voor de bloemlezing Gedichten die verscheen ter gelegenheid van Van de Woestijnes vijftigste verjaardag op 10 maart 1928. In de proef komen vóor p. 28 het voorwerk en de gedichten die uit andere bundels van Van de Woestijne werden geselecteerd; deze blijven hier buiten beschouwing.

De proef wordt in het amvc bewaard bij een brief van Jan van Krimpen aan Van de Woestijne. Van Krimpen zond met die brief ‘enkele pagina's’ om de dichter een idee te geven van de wijze waarop hij de bundel wilde uitvoeren (geciteerd in de Drukgeschiedenis, § 3.1). Die meegestuurde

[pagina 251]
[p. 251]

proef moet een andere geweest zijn dan de onderhavige: gezien de verregaande staat van de tekstverzorging is dit vermoedelijk de laatste geweest.

H-99

Materiële beschrijving

4 katernen van 16 pagina's, 14,8 × 22,9 cm. Drukproef van Het berg-meer, gecorrigeerd met paars anilinepotlood.

Gedichten

[1-4]   blanco
[5]   titelpagina
[6-8]   blanco
[9-53] 5-49 [bm1] t/m [bm18]

Datering

Vóor 24 januari 1928.

Bewaarplaats

4-137/127493-a t/m -d (Inv. 180)

Bijzonderheden

Door Van de Woestijne met paars anilinepotlood gecorrigeerde proef van het begin van Het berg-meer. Het is mogelijk dat A.A.M. Stols eveneens correcties aanbracht. De proef bevat het titelblad en de gedichten tot en met p. 49, de resterende pagina's zijn blanco, met de definitieve paginering. De initialen ontbreken nog, later in rood gedrukte titels zijn zwart. Onderaan pagina [57]/49, waar ‘Nog vóor de glans van een dagen’ [bm18] afbreekt, werd door A.A.M. Stols geschreven: ‘rest copie volgt’. Op de eerste katern werd geschreven: ‘3 revisies s.v. pl.’. Vermoedelijk is dit ook door Stols en niet door Van de Woestijne gedaan.

De datering is gebaseerd op de volgende drukproef (H-100) die een latere tekstversie bevat en gedateerd is op 24 januari 1928.

H-100

Materiële beschrijving

3 katernen van 16 pagina's, 14,5 × 22,3 cm en 8 bladen, 14,0 × 21,6 cm. Drukproef van Het berg-meer.

Gedichten

[1-4]   blanco
[5]   titelpagina
[6-8]   blanco
[9-48] 5-44 [bm1] t/m [bm16]
[49/51/53] 45-47 [bm17]
[55/57] 48-49 [bm18]
[58-64] [50-56] blanco

Datering

24 januari 1928.

Bewaarplaats

[1-48] (drie katernen): 22-477/135935-a t/m -c
[49-60]: 22-477/135935-d t/m -k (Inv. 182)

Bijzonderheden

Niet gecorrigeerde proef van een deel van Het berg-meer, revisie van de proef H-99. De losse bladen zijn eenzijdig bedrukt (c.q. blanco gebleven). Op de voorzijde van de eerste katern schreef A.A.M. Stols: ‘Svp terug

[pagina 252]
[p. 252]

aan’ en plaatste daaronder een stempel met zijn naam en adres (80, Avenue des Cerisiers, Bruxelles-Woluwe-St-Lambert). Tevens een datumstempel van 24 januari 1928.

De tekst van de proef eindigt op p. [57]/49, het vijfde van de losse bladen; de resterende drie bleven blanco. De initialen ontbreken. Onder het einde van de tekst, waar [bm18] afbreekt, schreef Stols: ‘verzoeke omgaande toezending rest der copie’. Een dergelijke notitie stond op dezelfde plaats al in de voorgaande proef H-99. De notitie en de datumstempel van 28 januari 1928 bewijzen dat het nethandschrift H-101 (gedateerd op 29 februari) niet als kopij gefungeerd heeft.

H-101

Materiële beschrijving

Gepagineerd manuscript, 20,1 × 29,5 cm. Gebonden in zwarte halflederen band, karton blauw gemarmerd, kop verguld. Titel: Het Berg-meer. 136 pagina's. Alleen de rechterpagina's zijn beschreven en gepagineerd, met blauwe inkt.

Gedichten

[2]-11 [bm1]
12 afdelingstitel: ‘i De Modder-haven’
13 onderafdelingsnummer: i
  [bm2]
14 [bm3]
15 [bm4]
16 [bm5]
17 onderafdelingsnummer: ii
  [bm6]
18 [bm7]
19 [bm8]
20 [bm9]
21-23 onderafdelingsnummer: iii
  [bm10]
24 afdelingstitel: ‘ii Het Berg-meer’
25 [bm11]
26-28 [bm12]
29 [bm13]
30-32 [bm14]
  [bm15] (zie bijzonderheden)
33-35 [bm16]
36-38 [bm17]
39-41 [bm18]
42-43 [bm19]
44-47 [bm20]
48 afdelingstitel: ‘De Voedster’ (zie bijzonderheden)
49 onderafdelingsnummer: 1
  [bm21]
50 [bm22]
51 [bm23]

[pagina 253]
[p. 253]

52 onderafdelingsnummer: 2
  [bm24]
53 [bm25]
54 [bm26]
55 onderafdelingsnummer: 3
  [bm27]
56 [bm28]
57 [bm29]
58-66 [bm30]

Datering

29 februari 1928.

Bewaarplaats

Bezit Stichting Johan Polak.

Bijzonderheden

Op het titelblad: ‘Het Berg-meer door Karel van de Woestijne’. Op de laatste pagina (p. 68) in paarse inkt: ‘Dit is het eenig-bestaande manuscript van “Het Berg-meer” en werd door den dichter eigenhandig geschreven voor zijn uitgever A.A.M. Stols [.] Zwijnaarde 29 Februari '28’. De tekst eindigt op p. 66; op p. 67 schreef Van de Woestijne als datering van de gedichten: ‘(Zwijnaarde - de Panne, 1926-1928)’.

Het begin van elk gedicht is aangegeven met een paragraafteken (¶) in paarse inkt. Op p. 32 eindigt [bm14] en volgt daaronder [bm15], voorafgegaan door hetzelfde teken. Op p. 48 ontbreekt voor de afdelingstitel ‘De Voedster’ het nummer 111.

Pagina's waarvan in druk de versozijde blanco moest blijven (bijvoorbeeld de bladen met de afdelingstitels), kregen in het manuscript een dubbel paginanummer.

Van de Woestijne zond het manuscript op 29 februari 1928 aan A.A.M. Stols. Het is niet als kopijhandschrift gebruikt. Van de Woestijne moet daarvoor een afzonderlijk manuscript gemaakt hebben, wat blijkt uit Stols' verzoek om de rest van de kopij op drukproef H-100. Om die reden kan het manuscript niet zonder meer als uitgangspunt dienen bij de beoordeling van zetfouten.

Stols heeft de tekst ten minste gedeeltelijk overgetypt. Van de pagina's 41 tot en met 54 is een typoscript overgeleverd dat in het amvc bewaard wordt. (22-474/135933-8 t/m -n, Inv. 177; p. 43 heeft Stols met de hand geschreven. Er is ook een bijbehorend typoscript van het nawerk van de bundel, 4-139/127495-a t/m -d, Inv. 179). De paginering en de verdeling van de tekst lopen in nethandschrift en typoscript parallel. Het is niet duidelijk wat de functie van het typoscript is geweest; een mogelijkheid is dat Stols het door het uitblijven van de rest van de kopij van de bundel vervaardigde op basis van het netafschrift. Het typoscript is vermoedelijk niet in de zetterij geweest. De tekst beslaat weliswaar precies het ontbrekende gedeelte van Het berg-meer dat aan het slot van de proef H-99 middels een notitie door Stols werd toegezegd, maar dat geldt evenzeer voor het manuscript dat Van de Woestijne zelf van dat gedeelte maakte (H-102) en dat wél sporen uit de zetterij draagt. De kans dat Van de Woestijne het typoscript onder ogen heeft gehad, is gering. Zie ook de Drukgeschiedenis, § 4.1.

[pagina 254]
[p. 254]

H-102

Materiële beschrijving

14 genummerde bladen geruit blocnotepapier, 13,2 × 18,4 cm. Eenzijdig beschreven met blauwe inkt.

Gedichten

[1] 49 [bm18]
[2-3] 50-51 [bm19]
[4-7] 52-55/56 [bm20]
[8] 57/58 afdelingstitel: ‘De Voedster’
[9] 59 [bm21]
[10] 60 [bm22]
[11] 61 [bm23]
[12] 62 [bm24]
[13] 63 [bm25]
[14] 64 [bm26]

Datering

Omstreeks februari/maart 1928.

Bewaarplaats

4-144/48649-p t/m -z en -a t/m -g (Inv. 176)

Bijzonderheden

Gedeeltelijke kopij van Het berg-meer. Het vormt een deel van de kopij die aan de zetter werd toegezegd middels een notitie van A.A.M. Stols aan het slot van de onvolledige proef H-99; de tekst begint bij r. 41 van [bm18].

De paginering van de bladen wijkt af van de bundel en het nethandschrift H-101.

H-103

Materiële beschrijving

12 bladen, 14,0 × 22,2 cm. Drukproef van Het berg-meer, gecorrigeerd met zwarte inkt en paars anilinepotlood.

Gedichten

[1v]   ‘Bibliographische aanteekening’
[2v] 57/58 afdelingstitel: ‘De voedster’
[3v]   [bm29]
[4]   andersoortig blad
[5v] 61 [bm23]
[6v] 62 [bm24]
[7v-8v] 71-72 [bm30]
[9]   systeemkaartje
[10v] 69/70 titel: ‘De blind-geborene’
[11] 79/91 datering: ‘(Zwijnaarde-de Panne, 1926-1928)’
[12r] 57/58 afdelingstitel: ‘De voedster’
[13r] 60 [bm22]
[14r]   ‘Verantwoording der oplage’

Datering

Omstreeks maart/april 1928.

Bewaarplaats

4/174313-1 t/m 14 (Inv. ontbreekt)

Bijzonderheden

Gedeeltelijke drukproef van Het berg-meer. Op wat oorspronkelijk de achterzijde van de bladen was, schreef Paul van de Woestijne een deel van

[pagina 255]
[p. 255]

zijn Franse vertaling van K. Strecker, Einführung in das Mittellatein (Berlijn, 1928), die verscheen als Introduction à l'Étude du Latin Médiéval. Paul van de Woestijne gebruikte de bladen in willekeurige volgorde; de hierboven opgegeven volgorde is gebaseerd op de archivering in het amvc. Er werden bladen van meerdere drukproeven gebruikt: het blad met de afdelingstitel ‘De voedster’ komt tweemaal voor (p. [2v] en [11v]), en correcties zijn zowel met paars anilinepotlood als met zwarte inkt uitgevoerd. A.A.M. Stols noteerde met potlood zetaanwijzingen (in de ‘Bibliographische aanteekening’ en de ‘Verantwoording der oplage’, en bij de paginanummers), maar de teksten van de gedichten liet hij ongemoeid.

H-104

Materiële beschrijving

20 genummerde bladen, 13,2 × 21,2 cm. Eenzijdig beschreven met zwarte inkt.

Gedichten

[1]-2 [bm10]
3 [bm11]
4-5 [bm12]
6-7 [bm14]
8 [bm15]
9-10 [bm16]
11-12 bm17]
13-14 [bm18]
15-16 [bm19]
17-19 [bm20]
20 [bm29]

Datering

2 juli 1928.

Bewaarplaats

[1]-3: 4-147/97998-1a t/m -3a; 4-6: 4-147/97998-72, -4a en -8a (Inv. 173)
7-19: 4-150/54654-7 t/m -19 (Inv. 175)
20: geen inventarisnummer

Bijzonderheden

Kopij voor publikatie in De gids van september 1928 /36/, op 2 juli van dat jaar aan de redactie gezonden.

Bovenaan het eerste blad schreef Van de Woestijne ‘Gedichten’; de gedichten werden romeins genummerd. Onder het laatste gedicht tekende de dichter met ‘Karel van de Woestijne’. H.T. Colenbrander schreef op het eerste blad: ‘Proef aan Karel vd. Woestijne “La Frondaie” Zwijnaarde bij Gent.’ Later schreef een onbekende hand met rood potlood linksboven op het eerste blad ‘De Gids Sept’.

H-105

Materiële beschrijving

1 katern, 14,7 × 23,0 cm. Drukproef van Het berg-meer, gecorrigeerd met paars anilinepotlood. 1 blad ontbreekt (pagina's 57-58).

Gedichten

[1-2] 49-50 [bm18]
[3-4] 51-52 [bm19]

[pagina 256]
[p. 256]

[5-8] 53-56 [bm20]
[9] 59 [bm21]
[10] 60 [bm22]
[11] 61 [bm23]
[12] 62 [bm24]
[13] 63 [bm25]
[14] 64 [bm26]

Datering

Najaar 1928?

Bewaarplaats

22-476/135937 (Inv. 181)

Bijzonderheden

Gedeeltelijke drukproef van Het berg-meer. Uit de tekstversies en de opmaak is af te leiden dat het een betrekkelijk late proef betreft. Het berg-meer verscheen eind 1928.

H-106

Materiële beschrijving

6 samengebonden katernen, 14,6 × 22,7 cm. Drukproef van Het berg-meer, beschreven met potlood.

Gedichten

[bm1] t/m [bm30]

Datering

Najaar 1928?

Bewaarplaats

Bezit J. Carton, Rijmenam.

Bijzonderheden

Complete drukproef van Het berg-meer waarin A.A.M. Stols laatste (typografische) correcties aanbracht en zetaanwijzingen toevoegde. Hij veranderde ook de titel ‘De blind-geborene’, die zowel boven het preludium als boven het postludium stond, ten onrechte in beide gevallen in ‘De blind-gewordene’ (ook in de inhoudsopgave). In de ‘Bibliographische aanteekening’ en de colofon bracht Stols nog veranderingen aan. Op de voorzijde schreef Stols als aanwijzing voor de oplage van de bundel: ‘285 + 10 goede Pannekoek + 5’, ‘15 + 1 goede Japansch + 0’ en ‘ca. 315 omslagen (goed ex)’.

Handgeschreven aantekeningen van Van de Woestijne zelf bevat de proef niet.

Van dezelfde proeftekst bewaart het amvc het slotgedeelte vanaf p. 49 (22-478/135936-a en -b, Inv. 183). Het is echter niet gecorrigeerd en mist enkele pagina's van het laatste vel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken