Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
Afbeelding van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaatToon afbeelding van titelpagina van Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.13 MB)

Scans (30.94 MB)

ebook (15.81 MB)

XML (3.04 MB)

tekstbestand






Editeur

Leo Jansen



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat

(1996)–Karel van de Woestijne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[BM9] Ik open me als een oog, den nacht verloren

Overlevering

C1: Carnet H-58, p. 17r.
C2: Carnet H-83, p. 40r, 41v.
M1: Manuscript H-88,8.
P1: Drukproef T H-89,4.
T: Nu 1 (oktober 1927), p. 46. /32/
P2: Drukproef D H-99,26.
M2: Manuscript H-101,20.
D: Het berg-meer, p. 26.

Datering

27 maart 1921; 4 juli 1927 (en kort daarvoor?).

Ontwikkelingsgang

I

Van de Woestijnes eerste aantekeningen die verband houden met het gedicht dateren al van 1921. Op ‘27 Maart (Paaschdag)’ schreef hij met zwarte inkt eerst een plan voor een gedicht (p. 17r):

 
Gedicht der Eenheid (vier groote strophen)
 
één in zich
 
een met de natuur
 
een met de zon
 
een in God

Deze opzet kan ten grondslag gelegen hebben aan ‘Ik open me als een oog’. Eronder werden met dezelfde inkt twee regels geschreven die later in de regels 13-15 verwerkt werden (C1:A). De aanhalingstekens aan begin en slot kunnen wijzen op een citaat, maar het is niet bekend uit welke bron Van de Woestijne in dat geval geciteerd heeft.

  C1:AGa naar margenoot+  
 
(1)   ‘alles doorgestaard

(2)   bevonden dat gij mijn ooge waart’

[pagina 581]
[p. 581]

Pas in 1927 maakte Van de Woestijne een definitief begin met het gedicht. Met anilinepotlood noteerde hij bovenaan p. 41r in zijn carnet een regel die in een later stadium als tiende regel een plaats kreeg in het gedicht:

  C2:BGa naar margenoot+  
 
(1)   Ik ben de spiegel die het beeld vergeet

Daaronder werd een kladversie geschreven waarvan alleen de slotstrofe nog erg onvolledig bleef (C2:C).

Op de linkerbladzijde werkte Van de Woestijne daarna een nieuwe versie uit (C2:D). Tussen de eerste twee regels is een grote witruimte, en een lijn geeft aan dat de twee op elkaar aansluiten. Van de Woestijne heeft vermoedelijk de eerste regel het vroegst geschreven. Bovenaan is als datum ‘4 juli’ toegevoegd (dubbel onderstreept). Deze geldt mogelijk ook voor de stadia B en C; zo niet, dan zijn deze stadia van korte tijd daarvoor.

De stadia C en D zijn opgenomen in de gecombineerde synopsis, die voor de schetsmatige slotstrofe van C wordt onderbroken.

II

M1 is kopijhandschrift voor T geweest.

Varianten en correcties



illustratie

  (C1 en C2:B niet opgenomen)  
 
1 C2:C   Ik open me als een oog, den   droom verloren,   -
  C2:D a |   | ;  
  b [ ] nacht [   ]  
  M1-D   |   |  

2 C2:C a den nacht verloren   [   ø ] als een oog  
  b [ ] ,   open me   [ ]  
  c [   ]   en 'k [open me als een oog]  
  C2:D-D   'k begrijp een licht,   |   |.

3 C2:C a aan   [ ø ] wimpren wordt   [ ø ] geboren  
  b [ ] mijne   [ ] een dag   [ ]
  C2:D-D   Aan |   |

4 C2:C a [ ø ] regenboog  
  a die wemelt van zijn zeven-kleurig gloren  
  C2:D-D   |   | ;

5 C2:C a 'k bezit stil-aan   den   regenboog  
  b [   ] zuivren   [regenboog]  
  C2:D a |   | regen-boog.  
  b [ ] een   [   ]
  M1-D   |   |

[pagina 582]
[p. 582]


illustratie

6 C2:C a Nog lig ik   als een lamme,   loom gebonden  
  b [   ]   zwaar [ ]
  C2:D a |   | , een verlamde, |   |
  b [   ] lam en lijdelijk [,] [ ]
  M1-T   Nóg |   |
  P2   |   | ◦ | |
  M2   |   | , | |
  D   |   | ◦ | |

7 C2:C a binnen   [   ø ] van   wetend leed  
  b [ ] de   zwachtels   [ ] mijn   [wetend leed ]  
  C2:D a |   | zwachtlen |   | wétend | | ,
  b [   ] liefde   [   ]
  M1-T   |   |
  P2 a |   | wetend |   |
  b [   ] [w]é[tend] [   ]
  M2, D   |   |

8 C2:C a [   ø   ] omwonden  
  c [ ] de[?] zuchten der herinnering   [ ]  
  c van   't [   ]  
  C2:D a en   |   | .
  b [] zwachtlen van [   ]
  M1-D   |   |

9 C2:C a [   ø   ] gevonden  
  b doch zie: de dag heeft   mij   [   ]  
  C2:D a Doch |   | [   ø ]   mij gevonden,  
  a [   ] ze   in mijn waan [ ]
  M1-D   |   | me   |   |

10 C2:C a doch 'k word de spiegel   Ga naar margenoot* de het   leed vergeet  
  b en [   ]
  C2:D a |   | die | | licht[?] | |
  b [   ] beeld [ ]
  M1-D   |   |.

  C2:C r. 11-16Ga naar margenoot+  
 
11   [ ø ] doorgestaardGa naar margenoot+

12   a dat Gij, mijn God, mijn ooge waartGa naar margenoot+  
  b bevonden [God,] dat gij [ ]

13   [ ø ]

14   [ ø ]

15   gevangen in de veiligheid der havenGa naar margenoot+

16   [ ø ] klaartGa naar margenoot+

[pagina 583]
[p. 583]


illustratie

  C2:D, M1, P1, T, P2, M2, D r. 11-15  
 
11 C2:D a Gevangen in de veiligheid der   haven...Ga naar margenoot+
  b [ ] laagte ,
  M1-D   |   |...

12 C2:D a - ga'k de   onrust dulden van een nieuwe klaart.Ga naar margenoot+  
  a [   ] ?
  M1-T   |   |
  P2 a |   |
  b [ ] ó[nrust] [   ]
  M2   | | onrust |   |
  D   | | ónrust |   |Ga naar margenoot+

13 C2:D a Neen : waar   'k me laat van 't onbekende lavenGa naar margenoot+
  b [   ] ik, de eigen duisternis doorstaard
  c [ ] [de eigen]   [duisternis] se [door]ge[staard]
  M1-D   |   | duisternissen dóorgestaard,

14 C2:D a heb   ik ,   [xxx] [ ø ] die[?] oogen zonder graagte,Ga naar margenoot+  
  b [ ] '[k,]   baatlooze [   ]
  b [   ] [baatloo]s open   [ooge] [ ]
  M1   |   | baatloos-open oogen | |
  P1 a |   |
  b [   ] [ooge] [ ]
  T-D   |   |

15 C2:D   bevonden, God, dat   gij deze   ooge waartGa naar margenoot+  
  M1   | | gíj |   | .
  P1,T   | | gij |   |
  P2-D   | | Gij | | oogen |   |

Noten

1In fase c in r. 13 van C2:D is de komma na ‘ik’ abusievelijk niet doorgehaald; de doorhaling is als geïntendeerd beschouwd.
2Van het gedicht verscheen een vertaling in het Frans.

margenoot+
[→CII, 11-12; →13-15]
margenoot+
[→10]

margenoot*
[lees: die] [←A]
margenoot+
[11-12←A]
margenoot+
[→13]
margenoot+
[→15]
margenoot+
[→11]
margenoot+
[→12]
margenoot+
[←C, 15]
margenoot+
[←C, 16]
margenoot+
[13-15←A]
margenoot+
[←C, 11]
margenoot+
[fasering?]
margenoot+
[←C, 12]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken