Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 66 3162

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het tweede deel van Historie van den heer Willem Leevend van Betje Wolff en Aagje Deken uit 1784.

 

redactionele ingrepen

Pagina 216 heeft oorspronkelijk het paginanummer 126 gekregen. Dit is hier gecorrigeerd.

p. 280: hebken → hebben; ‘gy zoud nu niets aan een Brief van my hebben’.

De errata van pagina 381 zijn doorgevoerd in de lopende tekst en hieronder in het colofon opgenomen.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2 en 382) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (p. 1)]

Historie van den heer Willem Leevend,

Uitgegeven door E. Bekker,

Wed. Ds. Wolff,

en

A. Deken.

[Niet vertaald.]

Tweede deel.

 

in 's Gravenhage,

By Isaac van Cleef,

mdcclxxxiv.

 

[pagina 373]

Lyst der brieven, van dit Tweede Deel.

	Bladz.
Eerste Brief. De Heer Willem Leevend aan den Heer Paulus Helder.	3
Tweede Brief. De Freule van R. aan Mejuffrouw Christina Helder.	9
Derde Brief. Mejuffrouw Adriana Belcour aan den Heer Willem Leevend.	11
Vierde Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	16
Vyfde Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	20
Zesde Brief. De Eerwaardige Heer Jan Willem Heftig aan den Hoogëerwaardigen Heer Godfried Maatig.	28
Zevende Brief. Mejuffrouw Jacoba Veldenaar aan Mejuffrouw Christina Helder.	32
Agtste Brief. De Hoogëerwaardige Heer

 

 

[pagina 374]

Godfried Maatig aan den Welëerwaardigen Heer Jan Willem Heftig.	41
Negende Brief. Aan den Heer Willem Leevend.	45
Tiende Brief. De Heer Ulrich van Goudenstein aan Jonker Frans, Baron toe Valkenhof.	46
Elfde Brief. Mejuffrouw Christina Helder aan Mejuffrouw Jacoba Veldenaar.	47
Twaalfde Brief. Mejuffrouw Adriana Belcour aan Mejuffrouw Charlotte Roulin.	53
Dertiende Brief. Mejuffrouw Wilhelmina Heftig aan Mevrouw Cornelia van Oldenburg.	58
Veertiende Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan den Heer Willem Leevend.	66
Vyftiende Brief. Mejuffrouw Martha de Harde aan Mejuffrouw Alida Leevend.	72
Zestiende Brief. De Heer Laurens Goedmans aan den Heer Abraham Ryzig.	78
Zeventiende Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan den Heer Willem Leevend.	83
Agttiende Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Alida Leevend.	85
Negentiende Brief. Mejuffrouw Charlotte Roulin aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	87
Twintigste Brief. Mejuffrouw Jacoba Veldenaar aan Mejuffrouw Christina Helder.	92.

 

 

[pagina 375]

Een- en- Twintigste Brief. Kolonel Uto van Sytsama aan Mejuffrouw Jacoba Veldenaar.	102
Twee- en- Twintigste Brief. Mejuffrouw Christina Helder aan Mejuffrouw Jacoba Veldenaar.	105
Drie- en- Twintigste Brief. Mejuffrouw Jacoba Veldenaar aan Mejuffrouw Christina Helder.	108
Vier- en- Twintigste Brief. Mejuffrouw Christina Helder aan Mevrouw Klara Looshart.	111
Vyf- en- Twintigste Brief. De Heer Willem Leevend aan den Heer Paulus Helder.	118
Zes- en- Twintigste Brief. Mejuffrouw Martha de Harde aan Mejuffrouw Alida Leevend.	120
Zeven- en- Twintigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	130
Agt- en- Twintigste Brief. Mevrouw Cornelia van Oldenburg aan Professor Godfried Maatig.	132
Negen- en- Twintigste Brief. Professor Godfried Maatig aan Mevrouw Cornelia van Oldenburg.	134
Dertigste Brief. Mevrouw Cornelia van Oldenburg aan Mevrouw Suzanna Helder.	137
Een- en- Dertigste Brief. Mevrouw Suzanna

 

 

[pagina 376]

Helder aan Mevrouw Cornelia van Oldenburg.	140
Twee- en- Dertigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Martha de Harde.	144
Drie- en- Dertigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	147
Vier- en- Dertigste Brief. Mejuffrouw Petronella Renard aan Mejuffrouw Alida Leevend.	158
Vyf- en- Dertigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	163
Zes- en- Dertigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	172
Zeven- en- Dertigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	181
Agt- en- Dertigste Brief. De Heer Cornelis Everards aan Mejuffrouw Petronella Renard.	189
Negen- en- Dertigste Brief. Mejuffrouw Petronella Renard aan Mevrouw Cornelia van Oldenburg.	192
Veertigste Brief. Mevrouw Cornelia van Oldenburg aan Mejuffrouw Petronella Renard.	197
Een- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Char-

 

 

[pagina 377]

lotte Roulin aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	201
Twee- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Christina Helder aan Mejuffrouw Jacoba Veldenaar.	206
Drie- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Wilhelmina Heftig aan den Heer Willem Leevend.	212
Vier- en- Veertigste Brief. Mevrouw Cornelia van Oldenburg aan Mejuffrouw Geertruid Leevend.	217
Vyf- en- Veertigste Brief. De Heer Louis Basta aan Mevrouw Cornelia van Oldenburg.	218
Zes- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Petronella Renard aan den Heer Cornelis Everards.	219
Zeven- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Jacoba Veldenaar aan Mejuffrouw Christina Helder.	222
Agt- en- Veertigste Brief. Mejuffrouw Martha de Harde aan Mejuffrouw Alida Leevend.	228
Negen- en- Veertigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Wilhelmina Heftig.	234
Vyftigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	236

 

 

[pagina 378]

Een- en- Vyfstigste Brief. De Hoog-Eerwaardige Heer Jan Willem Heftig aan den Heer Professor Godfried Maatig.	239
Twee- en- Vyftigste Brief. De Heer Willem Leevend aan den Heer Paulus Helder.	256
Drie- en- Vyftigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Charlotte Roulin.	267
Vier- en- Vyftigste Brief. De Heer Paulus Helder aan den Heer Willem Leevend.	273
Vyf- en- Vyftigste Brief. Mejuffrouw Charlotte Roulin aan den Heer Willem Leevend.	279
Zes- en- Vyftigste Brief. Mejuffrouw Adriana Belcour aan den Heer Willem Leevend.	281
Zeven- en- Vyftigste Brief. Mejuffrouw Christina Helder aan Mejuffrouw Jacoba Veldenaar.	290
Agt- en- Vyftigste Brief. De Heer Jacob Bernards aan Mejuffrouw Charlotte Roulin.	296
Negen- en- Vyftigste Brief. Mejuffrouw Charlotte Roulin aan den Heer Jacob Bernards.	298
Zestigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan den Heer Willem Leevend.	300

 

 

[pagina 379]

Een- en- Zestigste Brief. Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.	305
Twee- en- Zestigste Brief. Mejuffrouw Jacoba Veldenaar aan Mejuffrouw Christina Helder.	308
Drie- en- Zestigste Brief. De Heer Abraham Ryzig aan den Heer Laurens Goedmans.	313
Vier- en- Zestigste Brief. Professor Godfried Maatig aan den Eerwaardigen Heer Jan Willem Heftig.	319
Vyf- en- Zestigste Brief. Mejuffrouw Petronella Renard aan Mejuffrouw Alida Leevend.	330
Zes- en- Zestigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Alida Leevend.	333
Zeven- en- Zestigste Brief. Kolonel Uto van Sytsama aan Majoor Hendrik Veldenaar.	338
Agt- en- Zestigste Brief. Mejuffrouw Adriana Belcour aan den Heer Willem Leevend.	350
Negen- en- Zestigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Adriana Belcour.	353
Zeventigste Brief. De Heer Willem Leevend aan Mejuffrouw Charlotte Roulin.	357

 

 

[pagina 380]

Een- en- Zeventigste Brief. De Heer Willem Leevend aan den Heer Paulus Helder.	360
Twee- en- Zeventigste Brief. Mejuffrouw Charlotte Roulin aan den Heer Willem Leevend.	371

 

 

[pagina ongenummerd (p. 381)]

Verbeeteringen.

 

Bladz. 9 reg. 20 staat harten lees karten.

Bladz. 26 reg. 15 staat dan lees dat.

Bladz. 35 reg. 18 staat nu lees Uw.

Bladz. 42 reg. 26 staat bewaam lees bekwaam.

Bladz. 52 reg. 3 staat dat doet lees daar is.

Bladz. 70 reg. 18 staat tyd lees Twist.

Bladz. 86 reg. 10 staat goet lees groet.

Bladz. 87 reg. 4 staat wat lees was.

Bladz. 87 reg. 10 staat my my lees my.

Bladz. 179 reg. 11 staat het lees hy het.

Bladz. 205 reg. 4 staat ontfing lees ontfang.

Bladz. 224 reg. 5 staat doe lees hoe.

Bladz. 238 reg. 19 staat haar lees ons.

Bladz. 259 reg. 9 staat mesje lees meisje.

Bladz. 362 reg. 26 staat redelyke lees zedelyke.