Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2 (1784)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2
Afbeelding van Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2

(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 305]
[p. 305]

Een- en- zestigste brief.
Mejuffrouw Alida Leevend aan Mejuffrouw Petronella Renard.

Gy weet, kind lief, dat ik my over al pret van maak? Ja zelf van myne aanstaande Echtverbintenis; dat deftig woord zelf boezemt my geen grein staatigheid in, en het schemerig denkbeeld van het Huwlyk kan u (en andere even groote mallooten) eene huivering over het trillende hartje jagen: (even of er een dood mensch over uw graf ging!) Neen, kind, ik mag dan onverliefd, maar ik zal niet onbemoedigd in het Fuikje stappen. Er begint hier zo een drukte van maaken en breeken te komen, dat ik, voor het my onmooglyk wordt, de Comedie-party ga beschryven: gy weet, ik hou altoos myn woord. Wel nu, wy gingen dan naar de Comedie. Zie, ik zou u kunnen kloppen, om dat gy er niet waart. Wy aten dien middag by Mama; maar, dewyl onze Gerrit niet uit kon, en Mama niet benieuwd is om spooken te zien, bleeven zy beide t'huis. Er was geen mooglykheid, om Oom en Tante en my zelf in een slee te pakken; anders had er geen koets gezwaaid; niet uit gierigheid, maar om dat het zo rykeluiachtig is, zegt Tante: dat wist ik wel.

[pagina 306]
[p. 306]

Wat! zou ik met een Slee naar de Comedie? dat niet: om al de Spooken, die er ooit in de Waereld waren, deed ik dat niet. Enfin, wy reeden er dan met ons drien naar toe. Het Heeren goedje stond ons te wagten. Tante zat er warm en wel in; de Vrouw glom van de Juweelen, er lag een vingerbreed poeijer op haar voorhoofd. Haar kanten muts, met roode zyden doffen en slippen, scheen een speldekussen van diamanten, alle à la Haarlemmerdyk. Oom was kostelyk, zeg ik je. De zondaagsche pruik op, de kanten lubben aan, de stok met de gouden knop er by; heel mooi. Ik draaide het zó, dat Moeder door den Toverdocter wierd ingeleid; 't ging vry schots; zy bromde al: Heden, men Heer, dat en hoeft niet, ik kan den weg wel vinden. En hy, die niet wist, waar hy haar zoude aangrypen, boog en streek nog eens zo. Eindlyk daar zaten wy in Nommer drie, digt en wel by een. De ouwe lui en ik op de eerste bank; de jongens agter ons. Het was smoorend heet, en onze Freryk had een glaasje extra op Engelands ondergang genoomen; hy dutte, en knikte nu en dan eens; (nu, dat heb ik wel grooter Sinjeur zien doen.) Daatje, (zei hy,) ik neem myn middagslaapje; als het Spook komt, roep my dan. Dit kwam my zo redelyk voor, dat ik het beloofde. Maar Wim, die dan maar eens een heele Bol is in het beoordeelen van zulke ydelheden, kan het niet uit zyn kruin krygen,

[pagina 307]
[p. 307]

dat men Hamlet gaat zien speelen, alleen om het Spook te zien. En dan zegt hy die (zo noemt hy die,) schoone alleenspraak verrukkelyk op:

 
To be, or not to be? - that is the question.
 
To die, to sleep - enz.

Toen het Spook kwam, stootte ik hem aan, en zei: Oom, daar komt het Spook! Hy vreef zyne oogen, plakte zyne beide handen haakswyze over de leuning der Loge, kreeg zyn zwaar korpus overeind, keek naar het Tooneel, met eene voor overhellende houding, open mond, opgescheurde uitpuilende ronde oogen, en zei, zeer bedaard: zo, is dat nu een Spook? zat neer, en wierd niet wakker, voor er gedanst wierd.

Dit alles zou my zeer vermaakt hebben, indien ik u by my had gehad. Aan Wim heb ik zo niets in dit stuk; hy is er ook niet voor, om de menschen zo wat voort te helpen: wel, wie lydt er door? en my doet het plaizier. Morgen wagt ik u, zo 't mooglyk zy van wegens uw Oom.

 

Uwe Vriendin,

 

a. leevend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken