Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schoonste gaven der vrouw (1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schoonste gaven der vrouw
Afbeelding van De schoonste gaven der vrouwToon afbeelding van titelpagina van De schoonste gaven der vrouw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.27 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schoonste gaven der vrouw

(1889)–Johanna van Woude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]


illustratie

Hoofdstuk I.
De schoonste gaven der vrouw.

‘De vrouw werd door haar aard, bevalligheid en zachtheid bestemd den man het huiselijk leven dierbaar te maken, kinderen tot goede menschen te vormen en het maatschappelijk leven hoogere beschaving te verleenen. Niets kan haar aantrekkelijker maken dan de volbrenging dezer heilige taak, noch mag er iets worden verzuimd wat die aangeboren voortreffelijkheid en aanminnigheid kan verhoogen.’
Fénélon.

Zoo aan de vrouw op aarde een bijzondere taak te doen gegeven is, haar werden tegelijk de gaven geschonken, welke haar dien arbeid gemakkelijk maken. Enkele dochteren Eva's kunnen zich mogelijk nog op andere talenten beroemen, iedere vrouw heeft een aangeboren bekwaamheid of gave om het vijftal plichten te vervullen, die opgesloten liggen in hare levenstaak. Die plichten zijn:

1.Hare medemenschen te behagen.
2.Hun voedsel aangenaam toe te bereiden.
3.Hen goed te kleeden.
4.Orde en reinheid te doen heerschen.
5.Hen te onderrichten.
[pagina 2]
[p. 2]

Hooren wij misschien een ‘kranige’ jonge dame, die zich aan de hoogere kunst heeft gewijd en hare wijsheid niet in de keuken wil verspillen, zeggen dat dit vervelende, ouderwetsche plichten zijn en dat de vrouwen hoogere gaven ontvangen hebben, dan antwoorden wij haar dat er geen verhevener taak denkbaar is, dan die wij zoo even aanduidden als de taak der vrouw. Al wordt haar werk grootendeels binnen de vier muren van haar huis verricht, het is niet minder belangrijk en noodzakelijk dan dat van den man. Zelfs zou het den man onmogelijk zijn iets tot stand te brengen zonder de hulp der vrouw. Shakespeare, Göthe, Schiller, de Gracchen, Napoleon, wat zouden zij geweest zijn zonder hunne moeders! Al konden wij ons hen voorstellen geboren uit een anderen oorsprong, zoo gelooven wij toch niet dat zij zouden geworden zijn wat zij waren, noch zouden hebben kunnen doen, wat zij deden, als zij in hunne kindsheid de teedere zorgen van die moeders hadden gemist.

Een moeder heeft veel meer invloed op het lot van haar zoon dan een vader. Een veldheer wint een slag, maar daartoe zou hij niet in staat zijn geweest, als hij niet was gevoed, gekleed en onderricht geworden, welk werk bijna geheel door vrouwen werd gedaan. Een groot staatsman gaat naar de Kamer om een nieuwe wet voor te stellen. Wie bemoedigt hem door haar glimlach, als hij zijn huis verlaat? - Een vrouw. Wie sterkte en verkwikte hem door een goed maal? - Een vrouw. Wie zorgde voor zijn lichamelijk welzijn? - Een vrouw. Wie ordende lang geleden zijn denkvermogen en scherpte zijn verstand? - Een vrouw. Zeg nu eens, aan wien is het land meer dank verschuldigd voor de nieuwe wet, aan den man of wel aan de vrouw?

Onlangs werd in Amerika een vergadering gehouden,

[pagina 3]
[p. 3]

waar de rechten der vrouw werden bepleit. Een juffer, zegt men, liet zich daar op de volgende wijze hooren:

‘Mejuffrouw de presidente, medezusters en gij heeren mispunten in het algemeen, ik sta hier om over de rechten der vrouw te spreken, wraak te roepen over het onrecht haar aangedaan en de mannen op hunne plaats te zetten. Het is mijne overtuiging dat de beide seksen volmaakt gelijk werden geschapen, en de vrouw vooral geen zier minder dan de man. Het zou er in de wereld op dit oogenblik heel wat beter uitzien, als de man nooit had bestaan. Een man is een misproduct en ik zegen er mijn goed gesternte voor dat mijne moeder een vrouw was. (Toejuiching.)

Men zegt dat de man het eerst werd geschapen. Best mogelijk. Maar zijn eerste proeven niet altijd misbaksels? Het beste aan hem was nog een rib, en die werd hem weer afgenomen, omdat er iets beters uit gemaakt moest worden. (Toejuiching.)

En nu gooien ze ons voor de voeten dat het Eva was, die de appel nam...... Ik verwed er vijf dollars onder dat Adam haar optilde om bij den tak te komen en dat zij niets van hem kreeg dan het klokhuis. En wat deed hij bij de ontdekking? Getrouw aan zijn mannenaard, kroop hij achter Eva weg, en zei: “Ik heb het niet gedaan; zij deed het”.

Wat wij noodig hebben, is het stemrecht, en het stemrecht zullen wij hebben, al zouden wij ook met hangend haar moeten gaan loopen en in een zee van geronnen bloed zwemmen.’ - (Sensatie.)

- - Wat ons betreft, mogen de vrouwen gaan stemmen, schoon wij vreezen dat zij er haar macht en invloed door verliezen zullen.

Maar waarom zouden zij zich zoo gek aan gaan stellen om iets te verkrijgen, wat door de mannen weinig geteld

[pagina 4]
[p. 4]

wordt en dikwerf niet eens gebruikt! - Wat echter de keuze van een beroep aangaat, de vrouw moest daarin even vrij zijn als de man, en aan iedere hoogeschool kunnen studeeren. Waarom niet! Zij, die niet geschikt bleken voor deze of gene betrekking, zouden die òf niet kiezen òf die spoedig moeten opgeven, genoodzaakt door die groote macht in de maatschappij - de concurrentie. En de beste vrouwen zullen toch nooit ophouden de gaven te kweeken, waarover dit boek handelt.

Het is een groote dwaasheid van de ‘meerderheid’ te spreken van een der beide seksen, want vergelijking is hier onmogelijk. Elke sekse heeft juist dat, wat de andere ontbreekt. Wederkeerig vullen zij elkaar aan. De man handelt, streeft voorwaarts, baant zich een weg; hij is schepper, ontdekker, beschermer. Daarin ligt zijne kracht. De vrouw was echter niet bestemd tot uitvinden en scheppen, maar tot liefelijk beschikken en regelen. Zij wedijvert niet, maar wijst de kroon der overwinning toe.

De man streeft er naar zijn tehuis tot een veilige en aangename rustplaats te maken, de vrouw brengt er gezelligheid, orde en liefelijkheid. Maar man en vrouw beiden hebben ook maatschappelijke plichten te vervullen en mogen zich niet uitsluitend aan hunne bijzondere belangen wijden. De man moet zijne krachten veil hebben voor het behoud, den vooruitgang en de verdediging des Lands. De vrouw brenge het hare bij tot bevordering der algemeene rust, welvaart en verfraaiing. Dat, wat de vrouw in haar eigen huis behoort te zijn: een toonbeeld van orde, troostende liefelijkheid en bevalligheid, moet zij te meer zijn buitenshuis, waar zooveel meer wanorde, ellende en ruwheid heerschen.

 
Zeg mij, wat mag het recht der ware vrouw toch zijn?
 
Het recht te minnen en te bidden en te werken,
[pagina 5]
[p. 5]
 
Vermoeide harten door haar troostend woord te sterken,
 
En met een zoeten lach te stillen aardsche pijn.

Onwillekeurig komen ons hier de schoone woorden van Arnold Ising voor den geest: ‘Vrouw te zijn, dat is immers lijdzaam wezen en geduldig, duizend kleine opofferingen brengen zonder dat het opgemerkt wordt, de wenschen en begeerten der huisgenooten raden en voorkomen, altoos gereed om gemak te verschaffen of hulp te leenen en zichzelve te vergeten voor de anderen’.

De vrouw, die deze hoogte heeft bereikt, zetelt als op een troon, en de treden, die er heen leiden, iedere vrouw, ieder jong meisje kan ze bestijgen. Zij dragen de namen der vijf plichten, de vrouw opgelegd: behagen, voeden, kleeden, orde houden en onderrichten.

Niemand zal ontkennen dat deze plichten tot den werkkring der vrouw behooren, wat daartoe ook nog meer moge gerekend worden, onbegrensd als die inderdaad is.

 
O, zonder vrouwen kan schier niets genoegen geven,
 
Haar lieflijk bijzijn schenkt aan alles geest en leven.
 
Haar tegenwoordigheid verdrijft de felste smart
 
En toovert zachte vreugd ook in het somberst hart.

Een jong predikant, rijker in ijver dan in levenservaring, preekte onlangs in een volle kerk en sprak de vrouwelijke bezoeksters aldus toe: ‘Zelfs gij, geliefde zusters, ofschoon gij slechts vrouwen zijt, hebt nog wel de een of andere roeping te volbrengen.’

‘Nu, men behoeft niet te vragen hoe zijne moeder de hare volbracht heeft’! zeide later een dame, die deze wonderlijke opmerking gehoord had. ‘“Slechts vrouwen!” Alsof eenig aardsch wezen hooger staat dan de vrouw! En “de een of andere roeping!” Alsof de roeping der vrouw niet even gewichtig is als die van den man!’

De vrouw is de koningin van het huiselijk leven; aan

[pagina 6]
[p. 6]

haar ontleent het kleur en geur. Als zij vrouwelijk is in de hoogste beteekenis van het woord, - trouw en teeder, liefdevol en moedig, geduldig en zelfverloochenend, - brengt zij, bewust of onbewust, tallooze invloeden in werking, die over het lot van een volk beslissen. In het paradijs kon de vrouw niet gemist worden - hoeveel minder nog in deze aardsche wildernis! Lichamelijk is zij een zwak vat, maar in hare zwakheid ligt hare kracht. In het rijk van den man is kennis macht; in dat der vrouw voert zachtheid den schepter.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken