Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelijcke liedekens (1582)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelijcke liedekens
Afbeelding van Gheestelijcke liedekensToon afbeelding van titelpagina van Gheestelijcke liedekens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

Scans (13.95 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelijcke liedekens

(1582)–Joris Wybo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 15v]
[fol. 15v]

C Corte beschrijuinge der sieckten ende des steruens Georgij Wibotij.

DEse Predicatie van onsen lieuen Broeder Georgio Wibotio aldus metten ghebeden ende Lof-sanghen behoorlijck, ende met grooter beuallicheyt in de Nederduytsche Kercke te London, wt den Euangeliio Johannis (het welcke hy in de selue Ghemeente van voren aen dus verre verclaert hadde) ghedaen sijnde, op den 14. Junij voor den middach, ende de selue onse Broeder daer nae te huys ghegaen sijnde, soo heeft hem Godt terstont ontrent den middach, een sieckte toeghesonden: de welcke hem alsoo beuanghen heeft, dat hy na dien dach, gheen lichamelijcke spijse meer en heeft ghenomen: ende ooc gheene ruste meer en heeft ghehadt, tot dat hy eyndelijc den thienden dach daer na, in den Heere ontslapen is. Door de welcke sieckte hy ooc na dry daghen, wel aenmerckende ende gheuoelende dat hem de Heere wt de elendicheyt deses leuens roepen wilde, heeft hem gantsch ghewillichlijck daer toe bereyt: met woorden ende ghelaet anders niet wtgheuende, dan dat hy seer wel begheerde ontsleghen te worden, ende met Christo te sijn.

Ende als vele Broederen ende Susteren der Gemeynten, dese dry eerste daghen van sijn sieckte ghehoort hebbende, by hem ghecomen sijn, om hem te vertroosten, soo heeft hy selue hen veel meer getroost: als aenmerckende dat sy veel meer troost behoefden, in hare ouergroote droefheyt die sy hadden om syner sieckten wille. Ende heeftse oock vlijtelijc vermaent, dat sy in de leere des

[Folio 16r]
[fol. 16r]

H. Euangeliums, die sy van hem gehoort hadden, volstandich souden blijuen totten eynde toe: ondertusschen oock seer vierighe ende ernstighe ghebeden totten Heere doende, soo voor de Gemeynte Godes, als voor hem seluen.

Maer so wanneer nv in de eerste versamelinghe der Ghemeynten, den vierden dach syner sieckten, dat is, op den Sondach den 17. Junij, seer ernstelijck voor hem van sijne Mededienaren ghebeden wiert: ende daer door sijne sieckte der gantscher Ghemeynten kenbaer ghemaeckt wert: so is daer na sulcken groot ghetal der bedroefder schapen tot hem ghecomen, om hem te troosten, om hem noch eenmael te siene, om oorlof aen hem te nemen, ende so voorts, Dat sijne groote cranckheyt de teghenwoordicheydt van soo velen, niet langher heeft connen verdragen, ende dat het noodich gheweest is, dat sy voortaen van hem afghehouden wierden: het welcke oock met grooter droefheyt gheschiedde.

Ende sijne sieckte meer ende meer toenemende, heeft des dijsendaechs, den 19. Junij, ons sijne Mededienaren, met vele woorden gerecommandeert den welstant: ende het voorstaen der Gemeynten: ende vele schoone vermaningen ghedaen, tot dien eynde streckende.

Ende des Donderdaechs, den achsten dach syner sieckten, des morghens voor de Predicatie, so begonste hy als eenen oorlof aen ons te nemen, ende aen sijne lieue Huysvrouwe, ende gantsche Huysghesin, ende sommighe Broeders meer die daer teghenwoordich waren, met omhelsinghe ende vele tranen van allen sijden, ende beual ons wederom den opsicht der Gemeynte noch meer als te voren, met grooten ernste ende innerllicke beweeghinghe, ghebruyckende by nae de selue

[Folio 16v]
[fol. 16v]

wijse ende woorden die Paulus gebruycte Acto. 20. doe hy oorlof nam aen de Opsienders ende Ouderlingen der Gemeynte van Ephesen: Ende seechende ons allen die daer teghenwoordich waren, ons sijne Mededienaren van Godt door Jesum Christum toewenschende alsulcke gauen, als tot opbouwinghe syner Gemeynten noodich zijn: ende voorts syner lieuer Huysvrouwen ende den anderen, sulckes als hy gheuoelde een yder na zijnen graet ende beroepinghe te behoeuen. Ende verliet ons also, met begeerte, dat in de gemeyne gebeden der aenstaende Predicatie doch vlietelijck voor hem soude ghebeden worden: Ooc aen my Joh. Cub. begheerende dat ick nae den middach wederom by hem comen soude.

Ende so ick nv het selue dede na sijn begheerte soo gaf hy my te kennen, dat hy zijn Testament ende wtersten wille (waer van wy noch meer te voren ghesproken hadden) begheerde te laten schrijuen. Het welcke ick ooc na sijnen versoecke, wt sijnen monde gheschreuen hebbe. Ende dewijle daer in, een goet getuyghenisse syner volstandicheydt ende Christelijcker vrijmoedicheydt ghespeurt wort, soo hebben wy oock goet gheuonden, het beghintsel des hier by te voeghen van woorde te woorde, ghelijc als volcht.

 

* In den name des Heeren Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken