Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cyrurgie (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cyrurgie
Afbeelding van CyrurgieToon afbeelding van titelpagina van Cyrurgie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

XML (1.72 MB)

tekstbestand






Editeur

E.C. van Leersum



Genre

non-fictie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cyrurgie

(1912)–Johan Yperman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Cap. 12.
¶ Van de(n) h(er)ssenbeckene gewo(n)t m(et) snidender wapene(n) e(nde) dat gescaelgetGa naar voetnoot8).

Men slaet onderwilen wel met enen swerde of met enen fautsoene of enegerande wapenen die snidende es. ende men daer met slaet .1. wonde in eens menschen hoeft. ende wondet dbeen .1. luttel: dan doet uut die scaelgien of die slagen wel suverlike. ende daerna so wiecse ende geneestse met swertter zalven.Ga naar margenoot+ Ende ic doe u te wetene. eist dat sake dat gise niet en suvert wel van haren slagen. dat si (dan) node sal [heelen ende G] luken. Ende [al C] luucse die slagen selen doen versweren die wonde. ende dat ware .2. pinen over ene. Of dragetGa naar voetnoot9) dbeen als tfleesch wert daeroverGa naar voetnoot10) gewassen. so selen die slagen wassen dor dat nuwe vleesch. want tfleesch datter boven

[pagina 29]
[p. 29]

sal wassen sal sijn weyGa naar voetnoot1) vleesch. Ende daer boven seldi leggen tpulver van tidelosen. die men heet in latijn hermedactelen. dit verteert wey vleesch sonder zere Ga naar margenoot+te bitene. ¶ Ic late u te wetene so waer dattie wint beloept dat blote Ga naar margenoot+been dat dbeen gerne scaelget. ende luttel ontgaeter (l: ontgadert) of niet. Ga naar margenoot+Ende eist dattie wonde int been gaet dore die ierste tafle.Ga naar voetnoot2) so screepse met enen groefhake (zie fig. XI; ook in G een schets). ende screepse so diepe dat dbeen gesuvert si. alsoet vorseit es toten bodeme. Ga naar margenoot+so sal uten bodeme (in L grove schets) ende uten adren die liggen tusscen .2. tafelen wassen goet vleesch. ende daerna selen die scaelgekine van elker ziden diere verdroget siin of die tcoude stael hebben vercout uut comen sonder meer pinen. ende dits de cortste cure entie aldersekerste. ¶ Ende wildi weten oft si dorgaet. so scrijft in die clove met .1. pennen met incte. entan screept tote dat gire en geen swert en vint of en siet. Want dat swert inct soude lopen in die clove toten bodeme. ende hier met so sidi versekert of dore .2. tafelen gaet ende doet na dierste screpen. so screpet anderwerf echtGa naar voetnoot3) ende vaget ute met stoppen of met .1. linen clede. ende siedi daer en gene swertheit

Ga naar margenoot+dan alse .1. haer of dies gelike. so eist goet. ende siedire die vorseide swer(t)heit. so screpet met den vorseiden groefhake tote diere tijt dat giere en geen en siet. Ende Ga naar margenoot+daerna so legt in die wonde van den bene ene wieke genet in wermer oliën van rosen. ende daerboven so vult die wonde met geplucte linen clede dat wit ende suver es. ende daer boven so legt .1. plaester van stoppen genet in swerter zalven. dewelke gi vint gescreven int vyfte capittel opwert van den bulen. of vanden wonden op die bulen. Want die swerteGa naar margenoot+ zalve es goet tallen nuwen wonden. si doet wassen goet vleesch ende doet wel etteren wonden. suveren ende dragen. Ende veleGa naar margenoot+ meesters die siin. die leggen in die wonden wieken genet in wijfs melke. ende ic en plachs noyt gerne want het dochte mi quaet. Want wijfs melc es cout ende heeft in verscheit. ende haerre viscoesheitGa naar margenoot+ van harrer botren die si heeft in. ende thoeft es cout. ende coutheit deert der huut daer dbeen met gedect es. ende so doet si den bene enten merge dat men heet herssenen. ¶ Ende dits oec ene goede zalve die mester willem visierde van congenine. een wide vermaert meester. Nemt olybanum. dats wit wierooc mastic [ana s. ℥ L] cleine gepulvert. dit mingt met [2. ℥ L] ganssmouteGa naar margenoot+ of hinnen smout. ende wildi dat dese zalve si gelu. so doeter toe .1. luttel soffraens. Ende wildi datse root si. so doeter toe bloet van draken .1. luttel. ende aldus so mogedise verwen also gi wilt. Mer en smeert de wonde nieuwer met sonderGa naar voetnoot4) met deser zalven ende legse gesmeret op plaestrenGa naar voetnoot5). ¶ Ende dits ene ander maniere van zalven die wonden wel heilt. Nemt swinen smout [.1. ℔ G] sonder sout. ende daer in ziedt groene apieGa naar voetnoot6) .1. deel. ende dan werpter in wit harst. .s. ℔. ende was .s. viren-

[pagina 30]
[p. 30]

deel ponts. dat gesmolten overeen. Dan ziet dore .1. linen cleet. ende Ga naar margenoot+roeret tote dat cout es. dat dwas niet boven en blivetGa naar voetnoot1). Dit was mine gemeine zalve. ende ic genasser mede alle manieren van wonden. ende dat was bi helpen Ga naar margenoot+van naturen. Dese zalve souden vele [leke L] meesters heten popelioen om dat si groene es. Entie valsce meesters die leec siin die heten se also. Ende laetier uut die apie. ende doeter in .1. luttel soffraens. so wert si gelu. ende die Ga naar margenoot+heten siGa naar voetnoot2) gyanteit. ende sine weten niet wat si seggen nochtan machmer mede liden vore vele lieden over gyanteit. Ende ic heete bei (l. beide) dese zalven mine baert makers zalve

voetnoot8)
C: vanden hersenbeckin ghewont met snidender wapinen: soe dat been sceelt. G: van dat men slaet met snidender wapenen. L: Dit is van den hersenbecken ghewont met snidenre wapen so dat been schelt.
margenoot+
G 16a.
voetnoot9)
L: droghet
voetnoot10)
L: daerboven.
voetnoot1)
L: overtollich
margenoot+
†
margenoot+
L 151d.
margenoot+
C 12c.
voetnoot2)
L: canelen
margenoot+
G 16b.
voetnoot3)
G: wech
margenoot+
B 112d.
margenoot+
G 16c.
margenoot+
G 16d.
margenoot+
C 12d.
margenoot+
L 152a.
margenoot+
G 17a.
voetnoot4)
C: nieuwerincs dan
voetnoot5)
G: leeke meesters heelen wonden met deser salven ende legghense ghesmeert op plaesteren.
voetnoot6)
L: eppe
margenoot+
C 13a.
voetnoot1)
G: gestorkelt
margenoot+
G 17b.
margenoot+
L 152b.
voetnoot2)
G: dye valsche meesters die leec sijn

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken