Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cyrurgie (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cyrurgie
Afbeelding van CyrurgieToon afbeelding van titelpagina van Cyrurgie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

XML (1.72 MB)

tekstbestand






Editeur

E.C. van Leersum



Genre

non-fictie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cyrurgie

(1912)–Johan Yperman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Cap. 4.
¶ Vand(er) and(er) optalme(n) die starker esGa naar voetnoot3).

Starke optalmen siin zere root. dwitte entie zie. entie adren van den witten al vol bloets. die sterte vanden ogen die tranen ende hebben grote sweringen ende grote steecten. ende doen die oge ledenGa naar margenoot+ [te gadere G] cleven. ende onderwilen hebben [dese liede G] cleine witte plexkine [indye ziene G]. In die grote so en blictGa naar voetnoot4) ondertiden niet die ziene sine es al verdectGa naar voetnoot5) metten [roetheden oft G] roden humoren. ende hebben die ogen leden verterft. ende sterke sweringe. ende dese siin meest met puusten ende groet blickende. vanden [welken G] es al eens die cure van allen optalmen. ¶ Ende dits

[pagina 75]
[p. 75]

dierste cure dat men weren sal die sweringe alse u hierna wert geleert. Die sweringe .1. deel gesmiedt doeten bloet laten ter hooft adren in den arm in die selve zide alst es in .1. oge allene. Mer alst es in beiden ogen so nemt te meer bloets. es hi ionc. Mer es hi out te min. ¶ Ende es hi jonc doeten venteusen tusscen Ga naar margenoot+den scoudren. ende dat alse de materie es van bloede. dat gi moget kennen bi der groter rootheiden. ¶ Ende es die materie van coleren so kentse bider groter sweringen ende bider cleinre swillingen ende bider geluheit

Ga naar margenoot+van den ogen. ende bider luttel peidingenGa naar voetnoot1) van den ogen. ende doeten mer .1. luttel bloets laten want .1. luttel bloet latens [in coleren G] hulpt wel. Ende purgeertene daerna met geluwer mirabolanen. En of die materie es van coleren geminct met .1. deel gorsemer materiën dat dicken gevalt. so nes geen medicine eist .1. deel veroudert so goet. alse rasis pillen. die men heet cocias rasis. ¶ Dit es dierste dat men sculdech es te doene in die ogen jegen grote sweringe. Nemt enen doder van .1. eye. ende also vele oliën van rosen. ende also vele vanden sape van verbena. ende ene ℈ van soffrane. Ga naar margenoot+ende .1. ℈ opiën ende hieraf maect .1. plaester altegader geminct. ende legget optie oge ierst .1. linen cleet ende daerna tplaester daer op. Ende binnen in doge so doet witte colirie getempert met wijfs melke die .1. meyskiin zoget. dits .1. witte colirie dat galienus hiet die grote hulpe. want om wien dat gemaect was hi wasser bi genesen ter ierster werven in te doene sonder meer toe te doene. ende men maecse aldus ¶ Nemt cerusa .3. Ʒ. dats wit van spaengiën. dat pulvert wel cleine ende sichtet dore .1. teems ende dan wrivet met sconen watere op enen steen. die suver es. als een scrivein wrivet sinen varwe. ende latet daer op liggen. 10. dage wel gedect datter geen zant in mach vallen no onsuverheit. daerna so nemt gomme van arabiën. 2. Ʒ. ende .½. ende laetse liggen in sconen watere tote si al gesmolten si. ende gietse optie vorseide ceruse ende minctse wel.Ga naar margenoot+ ende alsi es als deech wel geminct so doeter in tpulver van desen dingen also cleine gepulvert als men mach. Nemt amidus .3. Ʒ. sarcocolle. apie. soffraen elcs tfierendeel van ere .Ʒ. dit minget al te gadre ende maecter af cleine pillekine [alsoe cleene G] alse erweten. dese droget wel suverlike ende bestaetse. Ende als giere met werken wilt. dan doet ene smelten in wijfs melc die .1. meyskiin zoget luttel dicke getempert als most. ende doetse den zieken in dogen. Ende doet daarna als u vorleert es metten plaestren liggende daer op vernuwende. 2. werf sdages tote die oge genesen es. dit leerde mester lancfranc van meylanen. ¶ Mer meester bevenoud leert dit. ende ic hebber mede gewracht ende waer vonden. Ende hi wijst

dat men make. 1. cleine pulverGa naar margenoot+ van sarcocollen. ende dat wel cleineGa naar margenoot+ gesicht dore .1. hooftcleet .2. vout of .3. of dore .1. sindael ende hier af doet in doge diere ziec es .3. werf des dages. entie zieke ligge opwert

[pagina 76]
[p. 76]

metten ansichte tote dat pulver wel gesmolten es. Ende legt optie oge .1. plaester van stoppen genet in couden borne. dat benemt die sweringe ende doet den zieken rusten. Dit pulver heet godbenediënde. dit visierde bevenoud sonder bloet laten. ende sonder den zieken te purgeerne met medicinen. ¶ Dyeta. des zieken spise sal siin wellinge. amandelen melc. moruwe eyeren. gebraden appelen. rosiin. Ende wachten van rentvlesceGa naar voetnoot1) ende van allen herden vlesce dat node verteert. ende van alre scarper spisen. alse peper. looc. silte mostaert. Ga naar margenoot+Ende en drinke en genen wijn hi en si zere gebornt. ende wachten van meede ende van gecruudden biere ende van clareyte. Ende alsi siin opten wech van genésene: so geeft hem tetene wermoes van bornagiën ende van beetcoolen ende van persine. ende gesoden kiekine. ende wederijn vleesch ende swinen voeten wel gesoden visch gesoden plaetkine. tongen baerskine. snoeken. blieken. ende des gelike cleine visscen wel gescelt. Ende wachten van stupene ende van liggene over die oge. ende ligge met enen hogen hooftende. ende ruste so hi meest mach ende houden int donkere. ende en sie niet iegen dlicht.

voetnoot3)
G: Dander die sterkere es. Ontbreekt in C en L.
margenoot+
G 52c.
voetnoot4)
G: ende dye grote optalme sine bluscht
voetnoot5)
G: albedect
margenoot+
G 52d.
margenoot+
B 124b.
voetnoot1)
G: poedinghen
margenoot+
G 53a.
margenoot+
G 53b.
margenoot+
B 124c.
margenoot+
G 53c.
voetnoot1)
G: coyen vleesche
margenoot+
G 53d.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken