Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cyrurgie (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cyrurgie
Afbeelding van CyrurgieToon afbeelding van titelpagina van Cyrurgie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.87 MB)

XML (1.72 MB)

tekstbestand






Editeur

E.C. van Leersum



Genre

non-fictie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cyrurgie

(1912)–Johan Yperman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Cap. 3.
Van steke(n) m(et) knive(n) of des gelijcGa naar voetnoot3).

Alse men stect enen mensce met enen knive of met andren wapenen. alse misericorden. steecsweert. glavie. pieke. vorke. priem. of gaveloten. of gescoten met quarelen of scichten of daergiën. so datGa naar margenoot+ die wonde gaet dore die weech. ende dat dor die craye. in latine dyafragma. in welke stede es die

[pagina 141]
[p. 141]

herte entie longere ende ysopagus [dat es dye darm ende leegt onder den roepere dye heet G] in latine canna pulmonis [dore welke darem gaet die spise ende Ga naar margenoot+dye dranck dye de mensche neemt ter mont in dye mage ende dore dien roepere zo trect dye longene de wynt te hare ende steect weder ute ten welken men heet den adem G]. Ende alst gevalt datmen den mensce also wont. so besiet of dat bloet valt binnen der borst optie craye. eist also so besiet hoemen dbloet uut gecrige also ic u Ga naar margenoot+hier na sal leeren. ¶ Maect u wieke cleine voren ende achter groet. so datse niet en mach vallen binnen der weech. want viel siere binnen so waerse quaet uut te gecrigene. Ende dese wieke moet genet siin in warme olie van rosen. ende hebtse telken vermakene eer gi dandere uuttrect. ende stecse also Ga naar margenoot+dapperlike in die wonde als gi Ga naar margenoot+dandere uut trect want het ginge iegen den gewonden zere

Ga naar margenoot+ginger uut van sinen ademe. of ginge in die wonde enege lucht van buten. Ende es dat bloet comen tettere datter binnen es. so maect dit daer gise mede dwaet met enen instrumente als .1. clisteri pipe met enen balge daer an gebonden aldusGa naar voetnoot1). dits ene ceriengie. dits ene clisterie. Ende stect die pipe in de wonde ende dan gietet in den balch. ende doet also lopen inwert. ende hutset den gewonden wel. daerna so keertene over die wonde so dat al uut mach lopen Ga naar margenoot+dat gi in de wonde hebtGa naar voetnoot2). ¶ Nemt zeem van rosen .3. Ʒ. dat doet zieden met pulvere van mirre. van venigrieke. van mele. van lupinen van elken .½. Ʒ. in .1. ℔. zoets zeems ende .2. ℔. waters dit doet zieden tote dat terdendeel es versoden. dan so ziet dor .1. scone linen cleet. so dat wel claer si ende suver. ende doeter met also u vorleret es. ¶ Daerna so legt optie wonde .1. plaster gespreit op .1. linen cleet gemaect dat plaester aldus. Nemt zeem van rosen geziet .1. ℔. van gersten bloemen .4. Ʒ. mirre ende meel van venigrieke elcs .1. Ʒ. dit doet zieden [op .1.Ga naar margenoot+ cranc vier C.G.L.] altoes roerendeGa naar margenoot+ met enen spatule. ende alst begint dicken ende wel es geminct te gadere so doet vanden viere ende mincter met .3. Ʒ. terbentinen dewelke si ierst gedwegen endeGa naar margenoot+ wel gesuvert. dit so roert al te hope. Dit plaster so legt optie wonde alsic u vorleert hebbe. Of net u wieke in olie van oliven alsoet vorleert es emmer wiekende. Dit doet tote detter dat binnen der weech es gevallen si wel gesuvert. dwelke gi moget kennen bi dat de gewonde niet en hoest. ende bi dat hi hem selven wel gevoelt ende sine cracht wast. ende bi dat hi sinen adem wel draget. Ende ziedi dat geen etter meer en comtGa naar margenoot+ van binnen so en dwaeter nemmeer ende mindert u wieke ende laet de wonde luken manierlike. ¶ Ende eist dat detter niet en mindert so eist te duchtene datter die gewonde sal af sterven. Ende eist dat hi siin hoesten niet en laet ende sine sweringe niet en mindert ende hi verliest sinen slaep ende sinen appetijt. dit es wantrostelijc.Ga naar margenoot+ Hierop so nes mecr geen

[pagina 142]
[p. 142]

nuwe cure mer dwaettene ende wiectene ende plaestertene als u vorleert es. ende stelt u hop(e) in die genadecheit gods. ¶ Maer blijft hi in sine cracht ende hi swilt tusscen der vierder ribben enter vijfter. dewelke minst es. so maect

Ga naar margenoot+tusscen .2. rebben in die swillinge Ga naar margenoot+daer si morust es ene wonde [snydende met enen sceerse G]Ga naar voetnoot1) (zie fig. XXVIII) toten ettere. die so vermaect als u vorleert es. dwaende. wiekende. plaesterende. ende laet die wonde heilen. Want het gevalt menechwerf dat detter ende dbloet valt op die craye. dwelke men niet en mach uutgecrigen ter ierster wonden. men en moet maken .1. ander wonde. alsoet vorseit es. Welke wonde die groete vrese es. nochtan moet ment avonturen Ga naar margenoot+omme argere te belettene. Ende hets merder vrese te sine dorwont achter dan voren. want die craye es achter zenewech ende sijs voren vleesich. Gevielt also ic hebbe Ga naar margenoot+vorseit. hi mochter bi genesen Ga naar margenoot+alsoet menechwerf es gesciet. Ende en doet ment niet also ic vorleert hebbe. die gewonde soude ewelijc werpen etter uten monde met groten tormente van n hoestene. ende soude sterven enpicus. dats .1. ziecheit dat men uutwerpt die longere in substanciën van ettere. ¶ Ende eist datmen wont enen mensce in die borst of daer omtrent entie wonde niet dore en gaet. so heilt de wonde metten plaestere ende metter swarter zalven also men andere wonden heilt.

voetnoot3)
C: Van dat een mensche es ghewont met kniven. G: Vanden wonden ghesteken inden lichaem oft daer dore. L: Van wonden die ghesteken sijn met kniven.
margenoot+
C 49b.
margenoot+
G 107d.
margenoot+
L 165b.
margenoot+
G 108a.
margenoot+
C 50a.
margenoot+
B 140c.
voetnoot1)
L: eene syringen aldus ghemaect: schets; ook in G een eenvoudige schets.
margenoot+
G 108b.
voetnoot2)
In G een onbeholpen schets.
margenoot+
G 108c.
margenoot+
C 50b
margenoot+
L 165c.
margenoot+
G 108d.
margenoot+
C 50c.
margenoot+
B 140d.
margenoot+
G 109a.
voetnoot1)
In G een schets van een mes.
margenoot+
L 165d.
margenoot+
G 109b.
margenoot+
C 50b.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken