Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Borgerliicke Huyshouding (1628)

Informatie terzijde

Titelpagina van Borgerliicke Huyshouding
Afbeelding van Borgerliicke HuyshoudingToon afbeelding van titelpagina van Borgerliicke Huyshouding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (24.27 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Borgerliicke Huyshouding

(1628)–Lucas Zasy–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vijfde Handelingh. Derde wtkomst.

Outste Sone. Vader des Huysghesins.

 

[Folio  D4r]
[fol.  D4r]
 
I.Sone.
 
Maer Vader, hoe mocht ghy den Knecht doch sulckes seggen
 
Hy salt misschien noch by hemselven overlegghen
 
En b’dincken, wie die sijn die maer haer oogen slaen
 
Naer uwe tafel, en naer geene vrientschap staen.
 
Vader.
 
De waerheyt schaemt sich niet. Hy mach het oock wel weten;
 
Ick wenschte, dat icks’ oock met eeren mocht vergeten.
 
Want wat is soo een vrient? Niet anders dan het Fret
 
Twelck op ’t Conijns bederf alleen sijn tanden wet.
 
Maer zoon, ick wenschte nu u broeder waer ghekomen,
 
Op dat ick hem doch seyd twelck ick hebb’ voorgenomen;
 
Want mijn Siel en ghemoet verlanght van herten seer
 
Oock hem te brenghen op tot alle deucht en eer
 
Mijn ouderdom is hoogh, daer toe ick ben ghetreden,
 
Mijn herte dat verlanght na rust; en hoopt den vreden
 
Der uytvercoornen Gods wel haest volmaeckt te sien
 
Door’t heyl twelck ons Gods zoon in zijn doot liet gheschien.
 
Ghy weet ick heb u twee nu soo veer opghetoghen,
 
Dat ick op u niet meer, hoop ick behoef te ooghen.
 
Ick heb u opghevoet, geleert en voorghestelt
 
Hoe ghy voorts leven sult, als ghy uyt mijn ghewelt
 
Nu zijt; En sal tot God voor u noch altijt treden
 
Tot ’teynt mijns levens met mijn vyerighe ghebeden
 
Ten eynd‘ sijn woort u sy een leyster aen u voet
 
Sijn Geest u wijst den wegh dien ghy in treden moet
 
Dit een is dan noch noot dat ick hem oock soo stichte.
 
Tmiddel tot zijn nootdruft aen wijs’, en onderrichte
 
Wat wegh hy vorders noch daer toe heeft in te gaen;
 
En dan soo meyn ick hebb’ ick ’t mijne gantsch voldaen,
 
Godt hoop ick sal dan voorts sijn werck in u betrachten,
 
En u Ooghen alleen steets op hem sullen wachten.
 
I.Sone.
 
Maer Vader ist u wil dat ick my derwaerts keer
 
Op dat hy hier by u mach wesen dies te eer?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken