Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina LVIII]
[p. LVIII]

[Tvoyage van Mher Joos van Ghistele]



illustratie

[pagina 1]
[p. 1]

(Voorwoord)

(1r)[D]it naervolghende zijn diverssche voyagen, begonst ende anghenomen bij eeneghe edele mannen ende andere,Ga naar eind1 uut causen dat zij vele ghehoort ende ghelesen hadden van diversschen landen van over tzee, als dlandt van beloften, Surien, Egipten de Meerdre ende de Mindre, Arabia Petrosa, Arabia Deserta ende Arabia Felicx, tconincrijc van Aden, ligghende inde Roode Zee, palende jeghens over pape Jans landt, Mesopotanyen, Caldeen, Perssen ende Meeden, van Armenyen de Mindre, vanden ArsipelegoGa naar eind2 met velen heylanden daer inne ligghende, vele costen van Turkyen ende van Griecken, ende vanden lande van Libyen datmen seyt Barbarien, oec vander vremtheyt ende diversiteyt, zo wel vanden lieden in manieren van levene, zeden, secten, houffeninghen ende gheloeven, als van anderen saken et cetera. So waest dat zij ghemouveert worden de voorseyde landen te visiteerne, ende bij experiencien te siene dat zij ghehoort ende in diverssche boucken ghelesen ende vonden hadden. Ende uute dien dat zij voordere ende breedere inden gheest ende personnelic ghereist hebben, dan ghemeenlic de pilgerims van Jherusalem oft Sente KathelijnenGa naar eind3 pleghen te treckene oft reysene, ende vele landen, steden ende plecken ghesien die lettel kerstenen van deser zijden der zee pleghen te visiteerne oft siene, van welken te hooren lesene zeere nieuwe ende eene goede tijdcortinghe es, zo hebbe ic, Ambrosius Zeebout, bij goeden middele vanden voorseyden edelen mannen verstaen ende vercreghen tghuend dat zij inden landen van overzee (1v) ghehoort ende bevonden hebben. Twelke ter beden van diversschen edelen mannen ende andere ic in dit jeghenwoordich bouc te gadere ghecoppelt ende ghestelt hebbe, ten solaesse van hemlieden ghenouchte nemende te hooren lesene van vremden saken, landen ende steden, ende oec ter instructie vanden ghonen die in toecommenden tijden inde voorseyde landen zullen willen reysen ende voyagieren; alzo wel waer vooren dat hem elc over tzee reysende naer Levanten behoort te wachtene, als van wat saken een yeghelic van noode ware ende nutsaem hem te voorsiene, ende insghelijcx de diversiteyt vanden heydenen, van haren gheloeve, usancen ende oec vanden onderscheede vanden kerstenen van over tzee. Ende hoe wel gheenen nood en es yet vanden Heleghen Lande ofte van Sente Kathelijnen te scrivene, mids dat daer af vele edeler mannen ende andere ghenouch ghescreven hebben, oocmede al eyst dat zij tallen particulieren plaetsen hier naer ghenoumt, zelve personnelic niet ghesijn hebben, maer dat van andere voyagiers verstaen, nemende den wille voor de daet ende tdeel voor al, nochtans omme haerlieder voornemen, upsedt ende train van haren voyage tachtervolghene zo vooren verclaert staet, zo es mede onder dandere ghescreven tghuent dies zij inde voornoemde heleghe plecken ende andere onder weghen ghehoort, verstaen ende ghesien hebben. Ende omme dat een yeghelic te eer ende te bat zoude moghen vinden dland, stede, plecke oft (2r) sake daer hem af ghelieven zal te hoorene of lezene, zo es dit jeghenwoordich bouc ghedeelt in acht deelen. Waer af deerste deel mencioen maect van wat saken elc over tzee reysende, dats te verstane die verder trecken wille dan te Jherusalem oft t'Sente Kathelijnen, hem behoort te voorsiene; oec voor wat saken elc inde voorseyde landen zijnde onder de heydenen, hem behoort te wachtene; hoe Machomet eerst begonst in famen te commene ende oec wat van zijnder

[pagina 2]
[p. 2]

gheboorten, ende insghelijcx eeneghe pointen van zijnder wet, bescreven inden alcoram, oec wat van eeneghen divisien ende tweedrachticheden die inde voorseyde wet es. Item vanden onderscheede ende der diversiteyt des gheloofs der kerstenen van over zee, ende vanden onderscheede der joden die al de weerelt duere ghebreedt zijn. Tweeste deel roert hoe zij quamen te Roome ende te Venegen, ende sceepten van daer naer dland van SlavonienGa naar eind4 ende Albanien, ende alzo naer dland van beloften, ende quamen eerst in eene stadt in Surien gheleghen, ghenaemt Baruten, van daer te Jaffa, ende zo te Jherusalem, ende van allen den plecken onder weghe ligghende, oec vanden heleghen plecken binnen ende rontomme Jherusalem; hoe zij schieden deen vanden anderen,Ga naar eind5 ende bij wat middele men reyst naer Tabor, Nazareth, der Zee Theberiades ende andere plaetsen diemen in desen voorseyden wech duer lijdt, insghelijcx vander ghereetschepen diemen maken moet om te reysen naer Egipten, ende hoe zij van Jherusalem scieden. Tderde deel verclaert hoe men van Gasera (2v) reist duer tdeseert naer Egipten de Meerder ende naer Egipten de Diepe, diemen seyt de Hooghe; hoemen comt int groote deseert, van daer te Alkayeren, te Damiaten, te Allexandrien, vander rivieren van Nilijs, eeneghe pointen vanden souldaenGa naar eind6 ende ghenouch de manieren ende gheleghentheden des voorseyts lands. Tvierde deel verclaerst vanden vertreckene uut Egipten naer Arabien ende naer Sente Kathelijnen ende vanden heleghen plecken daer onttrent gheleghen, de gheleghenthede vander Rooder Zee, van Altoer,Ga naar eind7 Lamecha, vanden conincrijcke van Aden, ende vanden belette datmen heeft, byden welken men niet reysen en mach naer pape Jans landt,Ga naar eind8 ende vanden weder keerne toot in Allexandrien. Tvijfste deel roert hoe zij meenden van Allexandrien ghetrocken te hebbene naer Baruten in Surien daer zij eerstwaerven ancommen waren, omme van daer te treckene naer Perssen ende Meeden, ende bij wat fortunen zij arriveerden int conincrijcke van Cypers, vander gheleghenthede des voorseyts lands, ende wat plecken zij aldaer visiteerden. Tzeste deel noopt vanden lande van Surien, van Damasco, Alepo, Balebeck, Anthiochen, ende van vele plecken die zij visenteerden ende besochten int voorseyde landt, ooc de gheleghenthede des voorseyts lands al int langhe. Tzevende deel ghewaecht vander ghereetscepen diemen maect omme te reysene naer Perssen ende Meeden, meenende aldaer te treckene naer pape Jans landt, oec vander rivieren van Heufrates ende van Tigris, van Huur Caldeorum, TaurisGa naar eind9 ende andere vermaerde plecken inde voorseyde landen gheleghen, ende de gheheele situacie des voorseyts lands. (3r) Item dat achste ende leste deel verclaert vanden weder keerne toot Trypoly, eene stede in Surien gheleghen, meenende van daer naer Constantinopolen ghereyst te hebbene, ende bij wat middele dadt zo niet en ghebuerde, vanden Aersipelego oft Zee Egeo, van Candien, van Modom,Ga naar eind10 van Courffou, ende hoe men daer zomwijlen bevracht die wille up de galleyen van Barbarien, ende besochten een groot deel in Barbarien ende hoemen comt te Genuwa ende van daer te Venegen ende hoe zij van Venegen schieden weder naer huus, daer zij uut ghereist waren.

eind1
In de bewaard gebleven handschriften staan de namen der reizigers niet genoemd, wel echter in de zestiende-eeuwse boekuitgaven van dit reisverslag. Het zijn: Mher Joos van Ghistele, Mher Joris van Ghistele, Mher Jan van Vaernewijck, Mher Joris Palinc en de kapelaan van Joos van Ghistele, Jan van Quisthout.
eind2
Egipten de Meerdre ende de Mindre: Opper-Egypte en Neder-Egypte; Arabia Petrosa, Arabia Deserta ende Arabia Felicx: respectievelijk: het schiereiland Sinai en de Arabische (berg)rotsgebieden, de grote zandwoestijn ten zuiden van Palmyra, de vruchtbaarder kustgebieden langs de Perzische Golf. Deze driedeling vindt men ook bij Ptolemaeus, Geographia V e.v., één der bronnen van dit reisverhaal; pape Jans landt: door Van Ghistele, conform de heersende opvatting sinds de 13e eeuw, geplaatst in het huidige Ethiopië; Caldeen: Chaldea, het zuiden van het huidige Irak; Meeden: Medië, het noordwesten van het tegenwoordige Iran; Armenyen de Mindre: Klein-Armenië op de zuidkust van Turkije, tegenover Cyprus; Arsipelego: de Griekse Archipel.
eind3
Het befaamde Grieks-orthodoxe klooster in de woestijn van Sinai, dat genoemd is naar de H. Katharina.
eind4
Blijkbaar zijn Bosnië, Herzegowina en Montenegro bedoeld; cf. uitspraken dienaangaande in Tvoyage II, 2, 3 en 5. Het eigenlijke Slavonïe ligt in de noordelijke Balkan, tussen de rivieren Drava en Sava.
eind5
Na hun verblijf in Palestina keerden de overige leden van het reisgezelschap naar huis terug, maar Joos van Ghistele wilde nog verder reizen. Ook zijn kapelaan Jan van Quisthout bleef in het Midden-Oosten achter zie Tvoyage II, 36 en aant. II, 321.
eind6
Gasera: Gaza. Egipten de Diepe, diemen seijt de Hooghe: het binnnenland van Opper-Egypte; souldaen: de sultan, heerser over het rijk der mammelukken.
eind7
De havenstad El Toer aan de zuidwestkust van Sinai.
eind8
Zie Tvoyage IV, 13.
eind9
Huur Caldeorum: Ur in Chaldea. Zie evenwel aant. VII, 18; Tauris: Tâbriz in Noord-Perzië.
eind10
Candien: Kreta; Modom: de plaats Methoni op de westelijke landtong van de Peloponnesos.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Tvoyage van Mher Joos van Ghistele