Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(II, 28)

[A]ltijts dus voort rijdende, zo comt men ter helegher plecken van Bethleem, de welke eene goede stede voortijts gheweest heeft, maer es als nu al ghedestrueert toot eenen cleenen, aermen, keytiveghen doorpkin.Ga naar eind262 Ende daer commen zijnde, zo gaetmen ter stont naer tcloestere, dwelc an deen hende vander stede plocht te stane, als nu ghehauden vanden observanten van Monte Syon, daer Ysay de vader van David plocht te woonene, den welken men oec Jessen noumde, daer David

[pagina 102]
[p. 102]

gheboren was ende oec coninc ghesalft vanden prophete Samuel, alzo daer of staet int eerste bouc der Coninghen int xvie capittele. Item commende ten voorseyden cloestere, zo vintmen de voorkeercke al ghedestrueert ende vervallen toot sommeghen sticken van muren, maer de keercke binnen es redelic onderhouden, te vele plecken verschilt zeer costelic met goude ende aysure, met diversschen historien van weercke van mosaykerien naer de maniere van dien lande. In dese voorseyde keercke staen over elke zijde xxii scoone, ronde pilaren, al van eender grootten ende van eenrande steene,Ga naar eind263 de welke uutnemende schoone zijn te ansienne (103r) ende es binnen al ghepaveert ende de mueren beleyt met schoonen, witten, blinckenden steenen van marberen. Te deser zelver keercken gheschiede eens een zeer groot mirakel.Ga naar eind264 De souldaen hadde last ende bevel ghegheven datmen alle de marberen platen vander zelver keercken uutbreken zoude ende die bringhen te Alkayeren in Egipten omme zekere weercken daer mede te verchierne die de souldaen daer hadde doen maken, maer als de weerclieden begonsten de platen af te brekene bijden aultare daer hem de drie coninghen bereedden omme hare offrande te gaen doene, zo quammer ter stont uut ghecroopen een zeer leelic ende afgrijselic serpent, ende alzo verre als tvoorseyde serpent croop zo waren alle de platen ontween ghebroken, zo dat zij te gheenen weercke meer en mochten dienen. De weerclieden dat siende, ghinghen breken in een ander plecke, ende daer ghebuerde oec van ghelijcken, zo dat zij niet meer breken en dorsten, maer wart den souldaen ghebootscipt, ende dat wetende verboot datmer niet meer an commen en zoude. Consenteerde van diere tijt voort, dat zo wanneer eeneghe reparacie ghebreken zoude, datmen die zoude moghen doen zonder consent te vraghene, ende ter stont tconsent hebbende, deden de broeders de voornoemde keercke zeere zuverlic ende properlic repareren ende verdecken met loede ten grooten zwaren coste bij eenen weercman van deser maertsen, woonende t's-Hertoghen Bossche.

eind262
Veel van wat er in dit en in het capittel over Bethlehem staat meegedeeld, is ontleend aan Jan van Hildesheim, cap. 37 en 38. Dit geldt m.n. de bouwactiviteiten van de H. Helena, de moeder van Constanfijn de Grote.
eind263
Nl. roodachtige kalksteen (Vilnay, 164).
eind264
De hiernavolgende mirakelvertelling wijkt enigszins af van de versies die elders te lezen zijn. Zo blijft het bij Poloner, 248-249 bij één poging der werklieden tot demontage van de vloer, spreekt Von Breydenbach, 62v over 30 stenen die de slang, in het bijzijn van de sultan, kapot maakte, en zo is Jan van Hildesheim, cap. 37, weliswaar beknopter in zijn verslag van dit wonder, maar noemt hij wel het jaar waarin het gebeurde: 1328.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië