Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(II, 48)

[S]cheedende van deser voorseyder plaetsen, zo comt men teender plecken daer in voorleden tijden ghestaen heeft eene stede die nu al te nieuten ende vervallen es, ende plocht te heetene Gabaon, onttrent vier mijlen van Jherusalem, de welke een vanden vier steden was die quamen oetmoet zoucken an Josue, als hij eerst begonst te winnene ende conquesteerne dlant van beloften, alzomen daer af leest int bouc van Josue int ixe capittele. Bij deser zelver stede zo ghebuerde tghuent dat ghescreven staet int zelve bouc int tienste capitele. Te wetene dat Josue eens vechtende jeghens zijne vianden zo groote steenen uuten hemele vielen, dat zij zijne vianden vermooordden (134v) ende doodden; ooc zo bleef ter zelver tijt de sonne stille staende tzijnder bede, toot hij zijne vianden versleghen hadde. Ingheliken ghebuerde daer dat Joab verraderlic vermoordde Amasa, hem teecken van vriendschepen toghende, zegghende: ‘Salve my frater’, alsomen daer af leest int tweeste bouc vanden Coninghen int xxe capitele. Ende niet verre van daer zo comtmen up eene schoone, goede fonteyne, zeer overvloeyende van watere, sprutende uut diversschen berghen daer onttrent gheleghen, de welke watert drie viercantte vivers, wel also groot int viercantte dat mense qualic met eenen handboghe overschieten zoude, zeven oft acht vademen diepe zijnde, zeer costelic ommerijnct met mueren, binnen al beleit met terasse omme dat dwater te beter bliven zoude ende den mueren niet schaden. Dese wateren zijn ghenaemt Piscine Salomonis want hijse dede maken.Ga naar eind398 Item twater van desen voorseyden vivers wart ten tijden van Salomon bij goten ende conduuten gheleedt onder deerde duer beerghen ende over dalen, altoes naer den water pas, zo datmer ten vele plaetsen over en weder reet

[pagina 130]
[p. 130]

ende ghinc zonder datmens yet gheware conste ghewerden, wel vijftich of tsestich mijlen verre toot Jherusalem toe, zoot ooc noch doet up den dach van heden, want te Jherusalem lettel ander waters es dan vanden vorseyden vivers, ten ware reghen water datmen in cisternen vergaert. Item inden zelven tijden zo was de minste wateringhe te nieuten, maer de souldaen hadde daer ghesonden eenen ammirael, last hebbende de voorseyde weder te doen (135r) repareerne, ende hadder toe gheordonneert veertich dusent ducaten. Zo wanneer de voorseyde vanden voorenghenomden plaetsen ghescheeden waren ende voort rijdende, zo worden zij wat dalende ende draeyende ter rechter handt buuten weghe naer Bethleem toot in eenen houc van eender vergaderinghen van tween beerghen ende steenrootsen, daer zij vonden eene fonteyne, ghenaemt Ayme Faerome,Ga naar eind399 wonderlicken diepe, maer men macher gheen water uut putten ghelijc datmen uuten anderen ghemeenen fonteynen doet, omme dat den toeganc te crom ende te slom onder deerde loopt. Men houdt daer voor warachtich, dat de ghone die nuchteren van dien water drijncken, boete hebben vanden curtsen ende van anderen couden siecten, dwelc ooc ghenouch gheexprimenteert ende gheprouft was bij een vanden gheselschepe die de cortsen hadde. Item van daer voort rijdende, omme draeyende ter rechter handt, altoes naer Bethleem lancx den hanghene van eenen grooten hooghen beerghe, zo comt men an eene schoone valleye, wel vier mijlen lanc zijnde ende breet omtrent een half mijle, daer ghenaemt Ortum Salomonis, int ansien schijnende een eerds paradijs wesende, eeuwelic wintere ende zomere even groene zijnde, vervult met zo grooten menichten van boomen, aldertiere vruchten draghende, dat dies ghelijcke daer in dien lande nieuwers en es, in zulker wijs dat de souldaen daer zendt alle jare een van zijnen officiers, die eenen yeghelic van dien vruchten verhuert zijn gherieve, den zelven souldaen weert wesende alle jare wel veertich dusent (135v) ducaten, somen daer voor waer seit, ende omtrent der heelft van deser valleye ant hanghen vanden zelven beerghe, zo staet noch een groot gheveerte van eender behuusder plecken, wel bewoont ende ghevolct zijnde, daer nu ghenaemt Haltans,Ga naar eind400 dwelc een schoone stede te zijne plach, haer streckende toot eenen beerghe, gheheeten den beerch der twalef propheten, zoo ghenaemt, omme dat daer in tijden voorleden twalef propheten plaghen te woonene, die ooc ter zelver plecken begraven worden; daer wart ooc gheboren Amos de prophete ende daer begraven. Up desen beerch plach in tijden voorleden eene schoone stede te stane, ghenaemt Tecuwa,Ga naar eind401 maer es nu meest al te nieuten toot eenen cleenen doorpkine dat noch redelic behuust es. Ende ter rechter hant zo laetmen ligghen eenen ronden, hooghen beerch, gheheeten Bethulia, maer en es Bethulia niet dat leyt up de Zee van Galileen, daer de historie van Judich ghebuerde zo voorseyt es.Ga naar eind402 Up desen voorseyden beerch hilden de kerstenen oorloghe jeghens den heydenen wel veertich jaer naer tverlies vanden Heleghen Lande; daer up plach te stane een steerc casteel, nu al vergaen datmer nauwe eenen steen af ghesien en can.Ga naar eind403 Dus altijts voort rijdende ende weder omme draeyende ter luchter handt, zoo quamen zij ter helegher plecken van Bethleem vooren ghenomt, daer zij bleven rustende dien nacht.

eind398
Cf. Tvoyage, II, 27 en aant. II, 257.
eind399
‘Ain Attân?
eind400
Het dorp Artas, welke naam een verbastering schijnt te zijn van Hortus (Salomonis) (Vilnay, 168).
eind401
Teko'a, 15 km ten zuiden van Jerusalem.
eind402
Nl. in Tvoyage II, 40.
eind403
De Frankenburcht (K. van Spruner).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië