Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(III, 31)

[D]esen eersten arem voorseit leden, zomen naer Tannis ende Faraminen varen zoude eenen verren wech, zo quamen zij te Damiaten die in voorleden tijden ghenaemt was Pelusium,Ga naar eind157 ligghende up de riviere ghestrect onttrent twee mijlen vander zee over de rechter zijde vanden tweesten arem ende loop van Nilus zomen den stroom neder comt, ghenouch in figueren van eender halver manen, zo Cuelen leyt up den Rijn, maer en es up vele naer zo groot niet, inde schoonste (206v) maertse diemen ter weerelt vinden mach, zo dat alle de vruchten, daer wassende, uutnemen van grootten, buuten anderen maertsen daer omtrent gheleghen.

[pagina 211]
[p. 211]

Ende up dhende vander stad ter zee waert, up elke zijde der rivieren, staet eenen viercantten torre met carteelen, ghenouch ghelijc de torren zijn te Venegen an tpoort, maer en zijn zo groot niet, tusschen den welken leyt altoos eene steercke, dicke kethene ghespannen dweers der rivieren, omme datter gheene scepen uuter zee onvoorsien int landt commen zouden, daer uppe altoos zijn van tsouldaens weghe vele lieden van oorloghen ende souldoyers. Ooc zo seit Vincencius in Speculo Historiali inden xxxien bouc int xiie capitele,Ga naar eind158 dat die maertse daer omtrent plach te zijne dlant van Jessen, twelc vanden coninc van Egipten was ghegheven den patriarke Jacop ende zijnen kinderen, als voor talder vruchtbarichste vanden lande van Egipten; daer onttrent es ooc ghenouch ghetemperde lucht over een dant elders in Egipten es, want het reghent daer ghetijdeliker dant in anderen plaetsen doet. Es ooc daer omtrent habundancie van alderande zuvele, van zee- ende versch vissche, van alderande vleessche, vele ghevoghels tam ende wilt, ende wonderlicke vele cleene voghelkins; daer wast ooc vele goets wijngaerts; men vintter van allen ligoemenen, saladrien ende fruijtboomen diemen dincken mach, ende boven al vele van dien boomen die paradijs appelen draghen, diemen seit mousij;Ga naar eind159 (207r) ooc zijnder alle saken beter coop dan teeneghen plaetsen in al Egipten. De heydenen zijn daer ooc vele beter ende vriendelicker ten kerstenen waert dan in eeneghe andere maertsen. Omtrent deser voorseyder steden wast al te vele goets rijs, dwelc ghenouch groeyt ghelijc der havere in desen landen, ende wast ghemeenlic in nere, waterachteghe maertse. Wast ooc daer omtrent uutnemende vele sukers, dwelc ghenouch wast als groot ghelis, ende alsmen de bladeren aftrect, zo eist onder rechts oft pijpen van Spaensschen riede ware, maer de cnoopen en zijn zo verre deen vanden anderen niet, ende tusschen den cnopen inde pijpen zo leghet tsuucker.

eind157
Een onjuiste identificatie (het oude Pelusium lag niet, zoals Damietta, aan de westkant maar aan de oostkust van het Manzala-haf), maar ook bij Ptolemaeus, Geographia, IV, 5 heet het: ‘Pelusium civitas, Damiata hodie’.
eind158
Een onjuiste bronopgave welke zou moeten zijn: Spec. Hist., I, 123. Zie voorts Gen. 47:6.
eind159
Zie aant. III, 71.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië