Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(IV, 19) [De Egyptische mummies]

[H]emlieden was daer ooc gheseit, dat in Arabia Felix, in Ethiopen, in Egipten de Hooghe ende in andere plaetsen daer omtrent gheleghen wonderlicke manieren plaghen onderhouden te werdene. Te wetene zo wanneer daer eenich persoon van machte oft van hoogher condicien overleet der weerelt, datmen dan haerlieder (260r) lichaem vullende was met aldertiere specerien, als mirre, balseme ende anderen goeden wel rieckenden cruden, ende die zelve lichamen te verchierne metten alder costelicsten cleederen ende juweelen van goude, zelvere ende dierbaren steenen die de voorseyde doode in haeren levene plaghen te hebbene, ende zoe die te begravene inde wildernessen, zo zij diepst ende secretelicxt consten. Ende dan

[pagina 265]
[p. 265]

zo plaghen de vrienden vanden voorseyden dooden alle zekere daghen die zij daer toe namen, costelicke spijsen ende drancken te draghene inde zelve deserten ter lavenessen vanden zielen van haerlieder vrienden, bijden welken de voghelen ende dieren van daer omtrent, daer up gheuseert zijnde, quamen heten de voorseyde spijse, anders niet meenende dan dat de voorseyde dieren ende voghelen de zielen waren der voornoemde lichamen. Maer naermaels zo eist tvolc daer omtrent naer huerlieder qualiteit al versubtijlt, bevindende dat zulke manieren van doene valsch ende fantasien waren, zo datment als nu daer onttrent niet meer en useert. Ende naer dat dese voorseyde costumen zo langhe verdonckert ghesijn hadden, dadt commen was buuten allen memorien, zo eyst ghebuert dat diverssche persoonen, omme haren nootdorst te ghecrighene, ten diversschen plecken inde deserten ende wildernessen ghedolven ende ghegraven hebben omme cooren ende andere vruchten te winnene, daer zij de oude lichamen, verchiert met zo costelicken juweelen ende vervult met zo goeder specien, noch gheheel vonden ligghende (260v), die te voorschijne bringhende ende vercoopende diversschen cooplieden de weerelt besouckende om groot ghelt, want zulke lichamen, ghealtereert met den voorseyden specien, es de rechte mommye diemen hier vercoopt. De coninc die doe heere was van Arabien Felix, dit vernemende, dede ter stont verbieden niet meer te souckene noch te delvene, maer deedt zelve doen eenen langhen tijt, ende naerderhand zo wardt verpacht met plecken daer elc zoucken mochte ende niet breedere. Item de lichamen die vonden worden in Arabia Felix, es vele beter mommye ende costelicker, dan de ghone diemen vindt in Ethiopen oft in Egipten de Meerdere, want in Arabia Felix zo vindtmen de cruden, de balseme ende de mirra wassende vele meer ende betere dan toot eeneghen plecken ter weerelt. Als waeromme dat ooc van danen de mommye beter moet zijn, ghemeerct dat zulke materie daer couverder es. Eeneghe willen zegghen dat de mommye comt uuter santzee van Libien, vanden lichamen ende meinsschen die daer in dat zant vanden winde versmooren, meenende dat als zij verbacken, verdwijnt ende ooc verdroocht zijn in dat heete sant, dat datte de mommye zijn zoude, maer en es niet waer, want de lichamen die alzo versmooren, die bliven daer met haren daermen ende inghewande ligghende, metten welken zij ter stont corumperen. Ende datmen ooc seit vander santzee, daer af spreectmen zo differentelic in dien landen, datter niet af (261r) te gheloevene en es: eeneghe zegghen datse es in Lybien, andere in Ethiopen oft Egipten, de derde in India, ende eeneghe noortoostwaert van Denemerken.Ga naar eind96 Nietmin daer mocht wel zomwijlen wat af ghescieden, dat bij grooten winden eeneghe meinsschen in zeere sandeghe plecken zouden versmooren, maer zo vooren gheseit es, dat en zoude gheen mommye moghen werden, ten ware datmer meer toe dade. Als waer bij voor waer te houden zij, dat de principale mommye es de oude, ghebalsemde ende ghecruudde lichamen, de welke bij langher tijt vander menichte der specien daer zij mede begraven waren al duerraeyt ende duer droncken zijn, zo dat den lichame de principale mommye niet en es, maer de alteracie vanden cruden ende specien. Item ooc zo eist te wetene dat Arabia Felix zeer verre zuutwaert staet, zo dat die daer woonen de schauwe vander zonnen des middaeghs hebben over de rechter hand, staende ten oesten waert, zonderlinghe inden zomer, als waer bij dat Arabia Felix moet ligghen tusschen

[pagina 266]
[p. 266]

den cirkel van capricornusGa naar eind97 ende den equinoctiael, ghelijc zij dat weten die hem in cosmographien ofte astronomien ghevroeden. Item Solinus seit, dat van ouden tijden men niet gheweten en heeft dat in Arabia Felix veerkenen gheweest hebben, want de natuere vander eerden hemlieden contrarie es, ende al waert dat mense daer brochte van anderen landen, zij en zouder niet dueren, zo de wulven niet en moghen dueren in Inghelant.Ga naar eind98

eind96
De herkomst van dit bericht over de Zandzee - en zeker de laatstgenoemde, zonderlinge plaatsbepaling - blijft onduidelijk.
eind97
In werkelijkheid natuurlijk de kreeftskeerkring.
eind98
Ontleend aan Solinus, 33, 4. De mededeling over de wolven heeft Zeebout gelezen bij Bartholomaeus Anglicus, XV, 14.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië