Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 328]
[p. 328]

(VII, 5)

[V]ertreckende van Rouffan oft Aram, rijdtmen wel eene dachvaerd al meest planure ende effen land, maer over de slincker hand zo beghintmen bescheedelic te siene de wonderlicke ghebeerchten van Armenien, onder weghe vindende vele chanen om logieren ende vele scoonder duerpen, vul van allen beestaillen ende andere leeftochten, ende naer drie daghen ghereist hebbende, zo wortmen verliesende de voorseyde planure ende naerderende de zelve ghebeerchten, daer omtrent dadt al te sorchelic es om den overwille vanden malandrinen voren ghenoumt, de welke zommeghe tijden uut den zelven ghebeerchten commen met grooten hoopen ende cudden, rovende al dat zij connen, den carevanen bedwijnghende inde chanen te moeten vliene ende daer stille te ligghen drie oft vier daghen toot zij vertrocken zijn uut vreesen der ordonnancie des conincx van Perssen, die zij (320v) malandrinen wat ontsien, ende inder waerheit en ware de zelve ordonnancie, qualic zoude men duer tland gheraken, ende noch ghevet al besich. Dus den vorseyden tijt ghereden hebbende, zo comt men an wat cleen ghebeerchs, daer ant neder dalen eene schoone bemuerde stede staet, zeere vander groodtten dat Liere es, gheheeten Hamit, ligghende up eene riviere, ooc Hamit ghelijc der stede ghenaemt, sprutende uuten ghebeerchten van Armenien ende zo hendelinghe daer versamende met der rivieren van Eufrates,Ga naar eind32 maer es zo ondiepe van watere datmer den meesten tijt vanden jare wel duere rijdt metten gheladenen beesten, ende alsser zulc upwater comt datmer niet duere gherijden en mach, zo zijn daer eeneghe manieren van scepen, als backen van houte ende van vellen van beesten ghemaect, daermen de coopmanscepe ende lieden mede over voert ende stelt ende es alte vremde om sien.Ga naar eind33 De voorseyde plaetse leden zijnde, zo comtmen in vele groots ende zwaers ghebeerchs daer de principale meeste vreese es vanden malandrinen, duerende onttrent twee dachvaerden, maer en deder zo vele tijts niet toe, omme dat zij der vreesen quijte zouden wesen. Ende hendelic quamen toot eender schoonder stede, ghenaemt Assenkijf,Ga naar eind34 wel bemuert, ghelijckende ghenouch der stede van Mechelen, anders dan dat de huusen boven niet sceerp ghedaect maer plat met tyrasse beleyt zijn naer de maniere van dien lande. Ende es eene plecke van grooter coopmanschepen van allen (321r) saken diemen dijncken mach; daer zijn zeer vele schoone ende langhe besaren, al verdect met tyrasse zo dadtter nemmermeer in reynen en mach, over beede zijden alle boteghen ende wijnckels van coopmanscepen; te deser zelver stede staen vele moskeaen dat voortijts alle keercken der kerstenen gheweest hebben. Daer wonen ooc groote menichte van kerstenen Armenen ende Gorganen diere vele wijns maken, want omtrent der voorseider stede zeere vele wijngaerts wast, den welken de heydenen van daer omtrent, nietjeghenstaende dat zij de wet van Machomet houden, zeere vele ende wel drijncken als zij pas ende tijt sien.

eind32
Onjuist, want de rivier Zulkar, die langs Amid stroomt, mondt niet uit in de Eufraat, maar in de bovenstroom van de Tigris.
eind33
Reeds Herodotus, I, 194 beschreef zo'n schip; het is de Guffa of Kelek.
eind34
Hasankeyf.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië