Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 336]
[p. 336]

(VII, 10) [Tâbriz: bezienswaardigheden aldaar]

[A]l tvoorseyde verstaen hebbende ende voort rijdende den rechten wech, zo wortmen ter stont siende de alder scoonste ende vermaerste stede vanden conincrijcke van Perssen, Tauris ghenaemt, maer zo eeneghe zegghen, zonderlinghe Ludolphus (329r) in Descriptione Terre Sancte, zo plocht de zelve stede voortijts te heetene Susis oft Faris.Ga naar eind54 Inde welke dat gheschiede alle tghuent datmen leest int bouc van Ester angaende den coninc van Perssen ende van Meden, ghenaemt Assuerus, ende ooc der coninghinnen Ester, Mardocheus, Aman ende den ghemeenen jooden, twelke eene schoone historie es te lanc hier om verhalen.Ga naar eind55 De zelve Ludolphus seit dat ter zelver stede plocht te stane eenen verdroochden boom, vanden welcken men seit dat een keyser van Roome, dlant al toot daer ghewonnen hebbende, zijnen scilt daer an hanghen zoude, ende dan zoude dien boom groene werden; vele meer seitmer af te lanc om scriven. Ooc seitmen daer al ghemeenlic dat inde voorseyde stede, al waert dat de coninc te vreden ware, gheene jooden en zouden connen ghewoonen noch ghedueren, twelc hier voortijts zo bevonden heeft ghezijn, te wat causen en weet men niet. Dese voorseyde stede leyt an eene schoone planure, also groot alsmen metten ooghen toot allen canten oversien mach, vul van bogaerden, lochtinghen, schoone doorpen, casteelen ende vele behuusde plecken, zeer wel voorsien van velen schoonen beecxkins ende lopende waters, de lochtinghen inde planure arrouserende, maer daer onttrent en loopt gheene groote riviere, zo datse van verren ghenouch ghelijct van situacien der stede van Damasco, maer Tauris es onghelijc meerdere, want de voorseyde noynt gheene meerdere ghesien en hebben, uutghenomen Alkayeren, zonder muren oft vesten, zo meest alle de andere steden zijn, hebbende vele breeder, scoonder straten ende beter gherief van watere dan Alkayeren, ende es (329v) ghenouch voorsien van water zo de stede van Damasco. Dus commende inde voornoemde stede ende niet verre daer in ghereden hebbende, zo sietmen ter rechter hand tpalaeis vanden coninc van Perssen,Ga naar eind56 dwelc zeer scoone ende ghenouchelic es om ansien, ghemaect van aldertiere steenen, als marberen wit ende zwart, serpentinsteenen, jaspis steenen ende meer andere, zo costelic verchiert van goude, zelvere, ayzuere ende van alderande verwen dat ongheloovelic ware om scriven. Dit huus en es niet ghemaect slootwijs noch casteelwijs, maer schijnt bet wesende een huus van plaisancen ende ghenouchten, ghenouch tfautsoen hebbende van eenen zomerhuuse, plat van edificien, met grooten menichten van logijsten ronts omme gheleghen, staende in schoone bogaerden ende lochtinghen, vul van allen cruden ende vruchtboomen diemen dijncken mach. Der binnen zijn ghemaect sprijnghende zeer vele costelicke fonteynen van zo vremden weercke dadt niet scrivelic en ware, ende wat noesch jeghen over up dander zijde vander principaelder straten zo sietmen de moskea vanden coninc, daer hij alle vrydaghe gaet zijne devocie houden ende zijn ghebet spreken, want ghelijc de kerstenen haer vierte vander weken houden tsondaeghs, ende de jooden tsaterdaeghs, alzo houden de machometanen haer vierte des vrydaeghs. Dese moskea es eene wonderlicke schoon edificie, costelic verchiert van goude, laizuere ende van aldertiere scilderie, uutnemende costbarich ghewracht achtervolghende den palaise, daer altoos vele lampten in bernen nacht

[pagina 337]
[p. 337]

ende dach. Dus voor bij lijdende, latende (330r) tpalais ter rechter hand ende de moskea ter slincker hand, zo comt men cort daer naer over eene steenen brugghe daer een cleen waterkin onder loeptGa naar eind57; daer over zijnde, reden noch eenen verren wech ter stede waert in, vele schoone edificien siende, ende duer schoone breede straten, toot zij quamen ten huuse vanden coopman die hemlieden beweecht hadde, ende hemlieden voort gheleedde in een schoon chaen bij zijnen huuse staende, den weert biddende tzijnder liefden den voorseyden te willen vriendelic ende ghetrauwelic antieren ende bewaren, twelc hij ooc zo dede, alwaer zij tsamen bleven met haren trusseman dien nacht, hemlieden zuverende ende aysierende. Ende tsanderdaeghs eer zij uutghinghen, zo vercleeddense hemlieden naer de kerstensche maniere, want inde groote steden, zo vooren gheseit es,Ga naar eind58 en moghen den kerstenen niet wel heydensche abijten draghen, zij en zouden daer af, wistment, grootelicx ghepugniert werden.

eind54
Faris als andere naam voor Tauris is evenwel niet bij Ludolf van Suchem, cap. 32, terug te vinden, maar alleen bij Jan van Mandeville, kol. 129, als: faxis.
eind55
Vgl. echter Tvoyage VIII, 24 waar Susa - d.i. eigenlijk de Zuid-Perzische stad waar de geschiedenis uit het boek Esther zich afspeelde - wordt vereenzelvigd met de gelijknamige Noord-Afrikaanse havenstad.
eind56
Tâbriz was de hoofdstad van Perzië tijdens de heerschappij der Witte Schapen, een Mongoolse dynastie (1478-1497).
eind57
Nl. de Talkheh, een riviertje dat uitmondt in het Urmia-meer ten westen van de stad.
eind58
Tvoyage I, 1.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië