Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Afbeelding van Tvoyage van Mher Joos van GhisteleToon afbeelding van titelpagina van Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (1.69 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza
non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/reportage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele

(1998)–Ambrosius Zeebout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

(VII, 17)

[O]oc zo seitmen daer, dat India comt zuutwaert toot up den cant vander Zee Occiane, de welke omme rijnct al Asien, Affrijcke, Europen ende al teerderijcke der weerelt, ende zoe omme toot over de zuutzijde vanden cirkel equinoxiael, ende oostwaert henen weder duer zulcke contreyen, daert winter es alst hier zomer es, ende commende zo inde Zee van Yndia, ghelijc daer af spreekt Petrus de Aliaco, nemende zijn fundament up Plinius.Ga naar eind84 Item men seit daer ooc dat in Yndia zijn zeer vele costelicker scoonder rivieren. Onder dandere zo noumt men daer de riviere van Ganges, zoe gheheeten naer eenen coninc, ghenaemt Gangarus, ooc eene vanden vieren die comt uuten eerdschen paradise zoomen seit, ghenaemt inde Scriftuere Phison, de welke haer eerst comt vertooghen onder de beerghen van Sychia, zoe vallende duer dlant van (339r) Yndia, hentelic met velen aermen inde zee, ende daer onttrent vindtmen vele olifanten, meer dan teenegher andere plaetsen.Ga naar eind85 Item omme noch breeder te sprekene van Yndia, zo es te wetene dat daer in zijn hondert ende achtiene diverssche nacien van volcke,Ga naar eind86 zeere different deen vanden anderen van wesene, maecsele, manieren ende levene, daer af vele te lanc ware om scriven, alle meest woonende in goede vruchtbareghe maertsen, levende in goeden paeyse, maer zijn den meesten deel ydolatren, diverssche fantasien ende afgoderien houdende. Eeneghe zegghen dat de afgoderie eerst vonden wart onder de heydenen bij eenen ghenaemt Prometeus; men zeit ooc dat deerste was Nemroth, zoot staet Genesis int tienste capitele.Ga naar eind87 Andere zegghen dat de principale was een ghenaemt Belus, zone vanden coninc Ninus, die coninc was van Assirien. Achter den welcken een beelde ghemaect wart, verheven up eene colomme naer zijne figuere, welke figuere tvolc bedwonghen wart tanbedene; ter stont de viant die subtijl es, stac hem in dat beelde ende gaf andwoorde den ghonen die an hem raed zochten ende andwoorde begheerden, den aermen volcke bedrieghende. Ende corts daer naer, alsser eeneghe princen oft mannen van auctoriteiten storven, de vrienden deden ooc ter stont beelden up heffen ende die anbeden vanden haren, ende zo quamt voort en voort, dat int hende elc land ende elcke provincie diverssche afgoden ende beelden uphieven, ende werdense houdende voor goden.Ga naar eind88

[pagina 345]
[p. 345]

Item deerste die afgoderie vant ende voort brachte onder de jooden, dat was zomen seit een ghenaemt Ysmal.Ga naar eind89

eind84
De bedoelde passages vindt men bij Pierre d'Ailly, I, 49 en I, 15; ze corresponderen met Plinius, VI, 56 en VI, 58.
eind85
Ontleend aan Pierre d'Ailly, I, 56, maar het bericht over de Ganges als één der paradijsrivieren kan men ook terugvinden bij Isidorus, XIII, 21, 8 en bij Vincentius, Spec. Nat., V, 36. Voor het groot aantal Indiase rivieren en hun uitmonding in zee kan eveneens Plinius, VI, 60 en 65 geraadpleegd zijn.
eind86
Dit getal volkeren noemt Pierre d'Ailly, I, 15 in navolging van Plinius, VI, 60.
eind87
Resp. ontleend aan Isidorus, VIII, 11, 8 en VII, 6, 22.
eind88
Ontleend aan Nicolaus van Lyra in zijn commentaar op Daniël 14:2 of aan Vincentius, Spec. Hist., I, 102, in welk laatste geval Zeebout zijn bron echter slordig geraadpleegd heeft.
eind89
Ontleend aan Isidorus, VIII, 11, 7.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joost van Ghistele


plaatsen

  • Jeruzalem

  • Caïro

  • Tabriz

  • Hissarlik

  • Tunis


landen

  • Israël

  • Egypte

  • Cyprus

  • Syrië

  • Turkije

  • Iran

  • India

  • Griekenland

  • Italië

  • Tunesië