Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mey-spel op verovering en herovering van de Schenkenschans (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mey-spel op verovering en herovering van de Schenkenschans
Afbeelding van Mey-spel op verovering en herovering van de SchenkenschansToon afbeelding van titelpagina van Mey-spel op verovering en herovering van de Schenkenschans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (2.98 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Editeur

R. Cordes



Genre

drama

Subgenre

sinnespel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mey-spel op verovering en herovering van de Schenkenschans

(2013)–Jan Zoet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Mey-Spel

 
Batavia
 
Ach heuchelijcke Ga naar voetnoot+ Tijdt, waer in de Pluym-Gedieren
 
Met dertel Veer-gedril men siet door t Bosjen zwieren
 
Die schrillend'schaet'ren Ga naar voetnoot+ uyt haer Vaersjes neury-soet,
 
't Geen een bevrosen Geest Ga naar voetnoot+ van blijschap hupp'len doet,
 
Dus langh Ga naar voetnoot+ 't verdorde Landt, vertoond haer pronck gewaden
 
Van kleurtjes veelderley, en komt ons oogh versaden
 
Met haer verweemd (sic) Ga naar voetnoot+ Tapijt, van Bloem en Roos bezaeyt
 
Door Natuyrs milde handt soo konstigh t'saem genaeyt,
 
Dat selfs een kloeck gesicht door stip daer op te sterren Ga naar voetnoot+
 
In in-sichts grage lust Ga naar voetnoot+ sou schemerend verwerren, Ga naar voetnoot+
 
Soo men syn ooghs-geblick laet grasen bij het Vee,
 
Met wat wel-lustigh Ga naar voetnoot+ soet verzaedt het ons alree.
 
Bestaet ons zwierend oogh by 't Pluym-Gediert te vliegen,
 
Op Boom, op Telgh en Tack, sal ons het soet niet wiegen
 
Ja lustens sluymer slaep, gewisselijcken jaet Ga naar voetnoot+
 
Of soo ons grage Ga naar voetnoot+ Geest Ga naar voetnoot+ door tock-lust Ga naar voetnoot+ verder gaet
 
By 't springende Gediert op de verheven Kruynen
 
Van 't zilvere Geberght en drooge Hellem-duynen,
 
Hoe sal ons Geest aldaer dan hupp'len sonder rust
 
By 't hupp'lende Conijn het geen sy grage lust
 
Geniet in vrolijkckheydt datmen Ga naar voetnoot+ het vreughdigh schaet'ren
 
In 't binnenst van ons Ziel weer halmend' Ga naar voetnoot+ uyt hoord' klaet'ren,
 
Wat Geest is soo verstaeld, soo koudt of yser herdt,
 
Die door dees soete Tijdt nu niet gedrongen werdt?
 
Tot danckbaerelijcke plicht, en lof van d'Alheyd Godheyd, Ga naar voetnoot+
 
Die ons nu swemen Ga naar voetnoot+ doet milde overvloedheydt: Ga naar voetnoot+
 
Ach leefter nu een Mensch die nu geen danck betoondt,
 
Dan Ga naar voetnoot+ 't schijndt ondanckbaer quaedt meest inde herten woondt
 
Van 't preutsche Ga naar voetnoot+ Steden volck, de alder slechtste Ga naar voetnoot+Herder
 
Is eelder in dit stuck en stiert syn insicht verder,
 
En offerdt milder vaeck danck offer als die geen,
 
Die met haer trotse Ga naar voetnoot+voet een goude Sael betreen.
 
Boer
 
Deer segje weer Juffrou, wilt soo je mondt vry roeren
 
Wat souwen de Steekliecken Ga naar voetnoot+ neen hou iest Ga naar voetnoot+ mit de Boeren,
 
Dats volckje reght uyt die weten wattet langt Ga naar voetnoot+
 
Voor schat in hem Ga naar voetnoot+ het, Stee-volck het gien verstangt
 
As van de pronckerij, en nuwe snoff Ga naar voetnoot+ van klieren
 
O blot Ga naar voetnoot+ as mer Ga naar voetnoot+ op let wat sietmen al fatsoentjes Ga naar voetnoot+ swieren,
[pagina 6]
[p. 6]
 
d' Een ien Italiaense broock van de narmen Ga naar voetnoot+ tot de voet,
 
En ien wammesje Ga naar voetnoot+ dus kort, mit ien Franckse ruygen Hoet,
 
Deer ien stick Peerts steert om, Ga naar voetnoot+ dat past as Griet by Harmen, Ga naar voetnoot+
 
Neen, ick prijs ons Luy, wy sinnen in ons darmen
 
Gelijck de Jufrou sey oprecht en songer Gal,
 
Ons hert leydt op ons tongh, al acht men ons voor mal,
 
Wy binnen songer vou Ga naar voetnoot+ die van gien proncken weten,
 
As die geleerst en e spoord Ga naar voetnoot+ geen en hebben noyt te Peerdt eseten.
 
Batavia
 
De Tijden zijn te boos Ga naar voetnoot+, en 't volck is t'hans so quaedt,
 
Dat onder vrienden schijn dick niet schuyldt als verraedt,
 
De vriendschap kan haer vaeck een momme grijs (sic) Ga naar voetnoot+ verstrecken,
 
Waer mee sy 't vuyl gesicht van valsch bedrogh bedecken,
 
En blinden soo ons oogh met ien versierde schijn,
 
Van buyten is het goedt inwendigh schuyldt fenijn,
 
Bedrogh
 
Roemrijcke waerde Maeghd, die door u schoonicheden
 
Zijt van so menigh Vorst en Ridder aengebeden,
 
Die van so menigh Prins gestreelt zijt en gevleydt,
 
Maer hebt (tot noch toe) steedts haer Ga naar voetnoot+ haer begeert ontseydt,
 
Geen Scepter noch geen Kroon kan u gemoedt bekooren,
 
Behalven een alleen die hebt ghy Trouw gezwooren,
 
Daer zijt ghij aen gestrickt met een verstaelde knoop
 
Die onverbreeck'lijck is.
 
Batavia
 
De Ancker van mijn hoop
 
Die rust op hem alleen hem sal ick eeuwigh minnen,
 
So langh ick adem heb, mijn borst is niet te winnen
 
Door bedelend gevley, door dreygen of geweldt
 
Dees schoot alleenigh is voor mijn geminde Heldt,
 
Mijn Schat en wat ick heb in mijn gevulde Koff'ren,
 
Die sal ick steeds ten dienste mijns Prins gewilligh off'ren,
 
Ick en dees Maeghden Ga naar voetnoot+ al die zijn aen hem verplicht,
 
So langh de blonde-Son Ga naar voetnoot+ het werelds rondt verlicht,
 
Wy staen hem staegh ten dienst wanneer hy wil gebieden,
 
So sal gewilligh steeds syn heusche wil geschieden,
 
Wy zijn aen een geknoopt met dit Orangie-Snoer,
 
Den eenen niet geschiedt dat d'ander niet weer voer, Ga naar voetnoot+
 
Bedrogh
 
k' Verheugh mijn dat ick sie u over-grooten yver
 
Tot u Roem waerde Prins, waer aen ghy langhs hoe stijver
 
En vaster werdt verknocht, u eens gesette Ga naar voetnoot+wil
 
Die staet gelijck een rots.
 
Batavia
 
Ach' nimmer en vervil, Ga naar voetnoot+
 
Die van so braven held, die op de Zege-wagen
 
So dickwils Roemrijck quam van s' vyandts nederlagen,
 
Die t' Helden Lauwerier soo dickwils heeft gepluckt
 
Van s'Vyands eygen-boom, Ga naar voetnoot+ en om syn Kruyn gedruckt,
 
En doet met lof op lof syn Prinslijck Hoofs beklav'ren, Ga naar voetnoot+
 
Dat d'Arendts Scepter Ga naar voetnoot+ lild Ga naar voetnoot+ en Philippis Kroon moet dav'ren, Ga naar voetnoot+
[pagina 7]
[p. 7]
 
Waer door de Faem syn lof doet klincken in het oor
 
Van Barber Ga naar voetnoot+ en Chinees, by Indiaen Ga naar voetnoot+ en Moor,
 
Daer is syn naem bekendt, daer noemt men steeds Orangien,
 
Een werelds wonderlingh Ga naar voetnoot+ en schrick van 't moedigh Spangien,
 
Dat is alleen mijn vreughd, de Vorst van mijin gemoedt,
 
Die 't minste niet en schrickt om 't Vorstelijcke bloedt
 
Te wagen voor mijn Eer en gulde Vryicheden.
 
Bedrogh
 
Met recht kondt ghy u liefd' niet beter dan besteden
 
Als aen soo braven Heldt, die selfs mijn Ziel soo mindt,
 
Dat sy sich willigh mee aen syne dienst verbindt
 
Indien ick waerdigh ben om in syn dienst te sloven. Ga naar voetnoot+
 
Boer
 
Maer Jufvrouw na men dunckt moet men u niet ghelooven,
 
Je lijckt wat licht Ga naar voetnoot+ van aerdt
 
Batavia
 
Ick danck u voor u jonst. Ga naar voetnoot+
 
Hier snijt het Bedrogh een Maeghd van het Orangie snoer,
 
die vande Cardinael op de tweede Wagen genomen wordt.
 
Bedrogh
 
Daer dats na u begeert, Ga naar voetnoot+ so moet men na de konst
 
Bedriegen yder een.
 
Batavia
 
Wat seydt daer mijn vriendin, Ga naar voetnoot+
 
Bedrogh
 
Dat ick tot uwen dienst gestaegh gewilligh bin,
 
Indien dat ghy 't begeerdt, so niet, so Ga naar voetnoot+ wilt verschoonen Ga naar voetnoot+
 
Des (sic) Vrijheydt die ick kom dus stout Ga naar voetnoot+aen u betoonen,
 
Batavia
 
Ick danck u voor dees eer die ghy aen mijn bewijst
 
Bedrogh
 
Soo vaerdt dan wel
 
Batavia
 
Ghy mee
 
BedroghGa naar voetnoot+
 
Siet hoe u luck star rijst
 
Ghy Spangiens waerde Prins, schoon ghy dit hebt verkregen
 
Meer door mijn schalcke list als door de blancke degen
 
S' is g'lijck wel in u macht.
 
Cardinael
 
't Is 't Erfgoedt van mijn Kroon Ga naar voetnoot+
 
Ja selfs Batavia Ga naar voetnoot+ behoordt mee mijn persoon
 
Schoon sy 't niet weten wil ick sal haer nochtans trouwen, Ga naar voetnoot+
 
Het spijt dan wie het spijt geen kracht en sal weer houwen,
 
De graeghte Ga naar voetnoot+ van mijn wil, of schoon den Delfschen Mars, Ga naar voetnoot+
 
Sich als haer Schuts-Heer Ga naar voetnoot+ toont door 't ysere geknars
 
Syns Wapens en Geweer 'tgeen in syn grove handen
 
Is van Vulcaen gesmeedt Ga naar voetnoot+ tot veler Vorsten schanden
 
En tot mijn Broeders Ga naar voetnoot+ leedt, dan Ga naar voetnoot+ by mijn Heylicheydt
 
Sweer ick dat syn geweldt, Ga naar voetnoot+ haest Ga naar voetnoot+werdt ter neer geleydt,
 
Syn macht is nu gedaen, ick sal syn trots wel teug'len
 
En schorten Ga naar voetnoot+ haest de vlucht Ga naar voetnoot+ van syn te stijve vleug'len,
 
Ghy Ga naar voetnoot+ zijt mijn meeste Burght daer ick mijn op verlaet
 
Meer als op het geweldt des woedende Ga naar voetnoot+ Soldaet
[pagina 8]
[p. 8]
 
Bedrogh
 
Voor mijn getrouwe dienst en hoeft ghy niet te vreesen,
 
Ick sal u waer ick kan gestaegh behulpigh wesen.
 
Cardinael
 
Ick danck u voor den dienst die ghy aen mijn betoont,
 
Die danckbaer weer van mijn aen u syn beloont,
 
Dies quijt u Ga naar voetnoot+ in u dienst wilt op u saecken letten,
 
Bedrogh
 
't Bedriegen is mijn lust, wilt uyt u sin vry setten,
 
Dit mis-vertrouw Ga naar voetnoot+op mijn ick loer by nacht en dagh
 
Te blinden haer Ga naar voetnoot+ gesicht.
 
Batavia merckende d'ontschakingh van haer Speel-noodt roept aen Mars Ga naar voetnoot+ om hulp.
 
Batavia
 
Mijn Susters, Susters, Ga naar voetnoot+ ach
 
Ey siet wat ongeval is mijn hier over-komen,
 
Mijn waerdtste Speel-genoodt die is mijn laes ontnomen,
 
Door het te snood Bedrog, mijn Vorst, mijn Prins en Vooghd
 
Ey komt de droeve staet van u Vriendin beooghd, Ga naar voetnoot+
 
Siet hier u eygen Bruydt, Ga naar voetnoot+ soo listelick verraden,
 
Ey komt mijn doch te hulp, en toondt u trouwe daden,
 
Voor mijn Ga naar voetnoot+ gelijck ghy pleeght, Ga naar voetnoot+ Bataev', besaet u quel, Ga naar voetnoot+
 
Siet daer, daer is de Vorst die u verlossen sel.
 
Mars
 
Wat voor een nare Ga naar voetnoot+ stem door wroet mijn dunne Ga naar voetnoot+ ooren,
 
Wie roept daer om mijn hulp,
 
Batavia
 
U dienstmaeghd die verlooren
 
Haer waerdste Speelnood heeft, Mijn Vorst ziet daer de geen
 
Gekluysterd en geboeydt, en van mijn Snoer gesneen
 
Door een bedeckte list, Ga naar voetnoot+ ey wilt u doch erbarmen,
 
Over u droeve Bruydt
 
Mars
 
Mijn steeds bestaelde Armen, Ga naar voetnoot+
 
Die zweyen dese Kling na u begeert en lust,
 
Dit ysere geseet, Ga naar voetnoot+ waer in mijn lichaem rust,
 
Dat heeft Vulkaen geneed Ga naar voetnoot+ aen dees gezwinde leden,
 
Om dat in uwen dienst gestadigh te besteden,
 
Dies stelt u hert te vreden, de saeck en lijdt geen last,
 
Ick weet eer korten tijdt is sy weer hegtigh vast
 
Aen u Eendrachtigh Snoer, wilt u daerom niet quellen
 
Siet hier Voorsichticheydt, die sal gestaegh versellen,
 
Mijn onverzaeghd-gemoedt,
 
Voorsichtichticheyd
 
So langh ghy adem schept
 
Roem waerde Vorst en Prins ghy mijn steeds by u hebt,
 
Noyt ben ick van u af, mijn altijdt wack're Ga naar voetnoot+ oogen
 
Die toonen steeds by u haer Wijs-in-sichts vermogen, Ga naar voetnoot+
 
k'Ben altijdt tot u hulp, wanneer het snood Bedrogh,
 
Uit haer godloose borst druckt haer vergiftigh sogh
 
Tot krenckingh van u eer, dan het is al verloren
 
Wat moeyten dat sy Ga naar voetnoot+ doet ick ben met u geboren
[pagina 9]
[p. 9]
 
En by u opgevoedt, zijt dan Bataev' Ga naar voetnoot+ te vreen,
 
Mijn nummer slapend' oogh verseldt syn kloecke leen,
 
Wanneer hy treed te Veldt hy sal 't 's Vyands schanden Ga naar voetnoot+
 
Haest Ga naar voetnoot+ binden het Bedrogh aen stijve vaste banden
 
Door mijn en door syn macht
 
Mars
 
Ick sal door dese handt
 
Dees u Ga naar voetnoot+ ontschaeckte Maeghd in haer voor-gaende standt
 
Herstellen na u wil, ick sal met voeten treden
 
Het listighe Bedrogh, dies steldt u hert te vreden
 
En zijt hier mee vernoeghd
 
Batavia
 
Mijn steunsel Ga naar voetnoot+ is u woord
 
Boer
 
Jae weesje maer te vreen, hy Ga naar voetnoot+ weet wel hoe het hoord,
 
Gut was ick as hy hoe sou icker op lappen Ga naar voetnoot+
 
k' Sou die Belzebubs Trony Ga naar voetnoot+ vanden Romp of kappen
 
En schietender de kloot mee, Ga naar voetnoot+ want 'tis ien rechten loer, Ga naar voetnoot+
 
Die anders niet en weet as plagen vande Boer, Ga naar voetnoot+
 
Deur syn halleve Mooren en Duyvelsche Croaten,
 
Die ien eerlick Huysman Ga naar voetnoot+ niet ien Luys inde Mars Ga naar voetnoot+ laten,
 
Maer speulen al haelin Ga naar voetnoot+ het Vel schier vande koe
 
Ja ien sen eygen Wijf komt dese Guyts schier toe, Ga naar voetnoot+
 
Gut was ick after her Ga naar voetnoot+ geeren hoe sou icker onder sling'ren
 
Mit so ien vlegel, Ga naar voetnoot+ jae ick beet heer diesse ving'ren
 
Van heer besuckte Ga naar voetnoot+ hangden, sie deer ick bin so queet
 
Dat icker hier had Ga naar voetnoot+ ick sleeptens over de street
 
By er megeers Ga naar voetnoot+ en smeeter voort in 't water,
 
So sou icker mee omspringen, k' bin al ien dolle Kater
 
Wanneer ick maer begin ick heb al beter hert Ga naar voetnoot+
 
As sommighe Jonckertjes, die asse maer van verdt
 
Ien degen zien, schier in er broecken kacken
 
Datter 't hembd aen d' achterpoort ien vinger dick sit an e backen Ga naar voetnoot+
 
En de geen noch eleerst en espoord Ga naar voetnoot+ mit ien vergult rapuyt Ga naar voetnoot+
 
Dan ick loof alle seven Jeer komteter pas iens uyt.
 
Mars
 
De tijdt wickt mijn geluck, ghy weet ick heb verkregen
 
Soo menigh Zege-Kroon door mijn gevreesde Degen,
 
De donder van mijn Naem Philip Ga naar voetnoot+ syn Zetel schud,
 
Die van de Arends-Staf Ga naar voetnoot+ word wanckelbaer Ga naar voetnoot+ gestut
 
Heeft niet mijn Armens-kracht so veel beroemde Steden
 
Aen dit u snoer Ga naar voetnoot+ gehecht, Heb ick de sterckste leden
 
Van Babels wreede Draeck niet vande Romp gekapt,
 
En voor het overschot aen vlarden wech gelapt
 
Soo dat ick wordt ontsien waer dat de Hoef mijns Paerden
 
Met trampelend-getree slechts kneusen komt de Aerde
 
Een yder vreest mijn Stael, en zuyseld van 't geblick, Ga naar voetnoot+
 
De Snee Ga naar voetnoot+ jaeghd in het hert mijns Vyandts stage schrick,
 
Mijn herte springt van vreughd, Wanneer ick hoor 'tgedrommel
 
Des klinckende Trompets en dulle Ga naar voetnoot+ Oorloghs Trommel,
[pagina 10]
[p. 10]
 
Want ick ben op gevoed onder 't gekners van 't Stael,
 
Een dunne Linnen-Tent Ga naar voetnoot+ dat is mijn beste Zael,
 
Ick zwicht in het minst niet voor een Cardinael van Roomen,
 
Die met veel dreygen wreedt uyt Spangien is gekoomen,
 
Met voor-stel Ga naar voetnoot+ dat (eer kort) het gantsche Nederlandt,
 
Sou tot ons aller spijt zijn in des Coninghs handt,
 
Dan laes wat recht hy uyt, wat heeft hy doch verwor'ven?
 
Als dat hy listigh heeft van dit u Snoer gekorv'en
 
U Speelnood, Ga naar voetnoot+ dan Ga naar voetnoot+ met hulp van d' Oppervooghd van 't All,
 
Beloof ick dat hem dit wel haest berouwen sal,
 
Ick gae dan yligh heen en dit mijn lemmet wetten,
 
Om dees ontschaeckte Maeghd weer aen u zyd' te setten
 
Batavia
 
Den hemel hoed' u dan mijn Prins voor alle druck,
 
En geeft dat ghy geniet veel Zegen en gheluck,
 
Ick sal in eensaemheydt met veel bekommeringen
 
Tot uwe weder-komst Gebedens vlucht` Ga naar voetnoot+ doen dringen
 
Tot inde opper-Zael des Gever van het goedt, Ga naar voetnoot+
 
Voorsichticheydt in als u Leyds-man wesen moet.
 
Bedrogh
 
Siet daer de trotse Mars met onvermoeyde schreden
 
Na u, o Spaenschen Prins, kloeckmoedigh komen treden
 
Tot vrying Ga naar voetnoot+ van dees Maeght siet hoe syn Lemmet blinckt,
 
Mijn hert van angst en vrees schier uyt mijn boesem sinckt
 
Cardinael
 
Wat staet mijn dan te doen
 
Bedrogh
 
Geeft hem de Maeghd weer over,
 
Cardinael
 
Dat doen ick nimmermeer
 
Mars
 
Waer sydy Maeghden roover
 
En Spangiens preutse Ga naar voetnoot+ Prins
 
Boer
 
So lustigh Ga naar voetnoot+ as ien Man
 
Wat lapter Ga naar voetnoot+ maer slechts op hoe siet den uyl Ga naar voetnoot+ hem an
 
Hy kackt schier in syn broeck, hy denckt die groote Sabel,
 
Die kloofden mijn de Kop en sondt de Romp te Babel. Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Komt toont nu eens u macht, verdedigt nu u eer
 
Ghelijck een Krijger hoort,
 
Cardinael
 
Daer mee hebt ghy niet weer
 
Het gene dat ghy soeckt, Ick heb haer noch Ga naar voetnoot+ gebonden
 
Hoe seer het u spijt. Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Ick weet sy haest gesonden Ga naar voetnoot+
 
Wert daer sy wierdt gerooft: door dees te snoode pry, Ga naar voetnoot+
 
Daer ghy u op verlaet, dit Hels gedroght, van my
 
Terstondt sal zijn vertreen, dees voet die sal noch perssen
 
Uit haer godloose kop haer so vergifte hersen.
 
Bedrogh
 
Ick bid u Ga naar voetnoot+ laet haer los eer het ons beyde schaedt
 
Siet hoe dat hy ons dreyghd, ick zie aen syn gelaedt
 
Dat nu syn bloedt al koockt, syn oogen staen en glimmen
 
Gelijck het tintel-licht aen s' Hemels bruyne kimmen, Ga naar voetnoot+
[pagina 11]
[p. 11]
 
Laet los eer het u roudt Ga naar voetnoot+
 
Cardinael
 
Schoon het mijn eeuwigh roudt
 
Ick laet haer soo niet gaen,
 
Mars
 
werpende het Bedrogh onder de voet
 
Daer tot loon nu houdt
 
Ghy Ickerlijck Ga naar voetnoot+ Ghedrocht so sal men u vergelden
 
O overgeven Ga naar voetnoot+ daet, wie is hy die sich stelden
 
Oyt tegen dees mijn handt.
 
Mars
 
grijpende de maeghd die van de Cardinael verbaesdelijck Ga naar voetnoot+ ghehouden wordt.
 
't Sa vaerdigh laet haer gaen,
 
Of k' kneus u 't Beckeneel Ga naar voetnoot+
 
Boer
 
Vriend Ga naar voetnoot+ wil je niet beraen
 
Of 't valt wel light je beurt
 
Cardinael
 
Ach moet ick dan verlaten
 
Die ick so hevigh min
 
Mars
 
Geen weer segh Ga naar voetnoot+ mach hier baten
 
Laet los sy is nu mijn
 
Cardinael
 
Het schijnt het wesen moet
 
Mijn macht en geldt hier niet
 
Hier neemt Mars de Maeghd weer over op de eerste wagen, de Cardinael spreeckt.
 
Hoe koockt mijn Vorst'lijck bloedt
 
Om dees te wreede trots Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Nu zijt ghij weer ontslagen
 
Van Spangiens wreede last, die ghy laes hebt gedragen
 
Op u teere hals
 
De verloste Maeghd
 
Danck waerde Prins en Heldt
 
Wiens Zegerijck Geweer Ga naar voetnoot+ mijn nu in Vryheyd steldt.
 
Mars
 
Siet daer Batavia die weet ick met verlangen
 
Vast na u komste haeckt, vriendinne wilt ontfangen
 
Die u so treuren deed.
 
Batavia
 
Ach aller Helden pronck
 
My Speelnood Ga naar voetnoot+ weer ontlast.
 
Mars
 
Dit blancke Stael dat blonck
 
Soo in syn Ga naar voetnoot+ schemer licht en heeft het soo verduysterd
 
Dat hy Ga naar voetnoot+ (hoe seer 't hem Ga naar voetnoot+ speet, haer stracx Ga naar voetnoot+ weer heeft ontkluysterd
 
Daer 'k vindt u weer by een gelijck ghy voor heen waerd
 
Blijft nu met Eendrachts-bandt te samen vast gepaerd
 
Ten trots van Nijdt en Spijt, en laet u niet bedriegen
 
Door 't listige Bedrogh haer vals schijn-heyligh liegen,
 
Van haer vergifte macht die is nu mee besnoeydt
 
Want siet Voorsichticheydt, die heeft haer daer geboeyd.
[pagina 12]
[p. 12]
 
Voorsichtigheyd hebbende het bedrogh gekluysterd
 
Boer
 
Maer heer Ga naar voetnoot+ der zijn soo veul mit dat sop overgoten Ga naar voetnoot+
 
Wouiese soo allegaer doen soo hoefde je veul floten, (sic) Ga naar voetnoot+
 
Heerschap ick kender ien die geleerst en e spoord gaet, Ga naar voetnoot+
 
Die em op dat stick Ga naar voetnoot+ te lijdigh Ga naar voetnoot+ mee verstaet, Ga naar voetnoot+
 
Weerense soo gemerckt ick mien mense haest kende, Ga naar voetnoot+
 
Die wel en hopen Tin na lommerdijen sende,
 
Door so en abelheyd, Ga naar voetnoot+ dan Ga naar voetnoot+ doch ick segh gien mier
 
Mey-boekens Ga naar voetnoot+ zijn goed koop, men krijghter nou wel vier
 
Om ien stuyver of light veur nietmendalle,
 
Dan doch se zijn wat droogh haer sel gien vet ontvallen.
 
Batavia
 
Waer mee mijn waerde Prins beloon ick dit u weer,
 
Wat Ga naar voetnoot+ tongh is soo bespraeckt om u verdiende eer
 
Te roemen na waerdye, wel waerdig dat u Haren
 
Zijn met een kroon bekranst als u Voorvaders waren,
 
En dat u kloecke-handt een gulde Septer Sweyd,
 
Ghy die u leven waegd voor onse vryigheyd,
 
Ghy aller Vorsten Vorst en pronck van alle Ridd'ren
 
Die door u daden doet het moedig Spanien zidd'ren,
 
Den Opper-al u steeds voor ongeval bevrijd.
 
Mars
 
So lang ick adem heb ben ick u toegewijd,
 
Mijn leven is voor u.
 
Batavia
 
En ick voor u gebieden, Ga naar voetnoot+
 
Wat dat mijn Prins begeerd sal willigh stracx geschieden.
 
Mars
 
Ick min u als mijn selff.
 
Batavia
 
En ick u als mijn hert,
 
En alles wat ick heb u opgeofferd werd,
 
Siet hoe de vlugge Tijd van groene Lauwer bladen
 
Mijn Prins een Eerkrans vlegt voor sijn roemwaerde daden
 
Tot spijt van Spaniens Philip.
 
Mars
 
Den Opper-voogd zy loff
 
Die ons tot danckbaerheyd nu weer geeft nuwe stoff Ga naar voetnoot+
 
De Tijd vleghtende een Lauwer-kroon
 
Ick Ga naar voetnoot+ die het al verkeer, verander draey en wende
 
Wat dat het oogh beooghd Ga naar voetnoot+ de trotse oor'logs bende
 
Die staen in mijn gebied Ga naar voetnoot+ 't zy staet 't zy eer off praght, Ga naar voetnoot+
 
Geluck off ongeluck ' t is alles in mijn maght,
 
Geen dingh hoe vast van schijn Ga naar voetnoot+ dat niet voor mijn moet buygen,
 
Waer van dat Ferdinand nu heden kan getuygen,
 
Wiens opgeblasen hert schier alles heeft gepuft, Ga naar voetnoot+
 
Dan ick heb door mijn magt hem heden gansch verbluft, Ga naar voetnoot+
 
En gae dees Zege-kroon tot sijnder spijt nu vleghten
 
Om, Ga naar voetnoot+ om de trotse kruyn des Delfsen-Mars Ga naar voetnoot+ te heghten,
 
Tot hertseer van Philip wiens goude Setel lild
 
Ja selfs in d' Arens-klaeuw Ga naar voetnoot+ de gulde Septer trild,
[pagina 13]
[p. 13]
 
En dreund van dese slagh, komt Hollands laste-drager Ga naar voetnoot+
 
Bekranst hier mee u Haer, komt moed'ge Spaniens-plager
 
En druck dit om u kruyn tot teycken van u deugd,
 
Dit vlogt ick u ter eer waer mee ghy brallen Ga naar voetnoot+ meugd,
 
Tot schrick van die u haet en zy gestaeg bepereld Ga naar voetnoot+
 
Met zeegh op zeegh gevest Ga naar voetnoot+ tot wonder Ga naar voetnoot+ vande Wereld
 
En tot u Vijands schand. Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Danck overgoede Tijd
 
Die heden mijn bekroont tot veler Vorsten spijt. Ga naar voetnoot+
 
Tijd
 
Leeft ewigh voort in luck.
 
Batavia
 
U dienst-maegd buygd sigh neder,
 
En offerd u haer hart tot een beloning weder
 
Voor dees u goedigheyd Ga naar voetnoot+ die gy Ga naar voetnoot+ aen ons bewijst.
 
Tijd
 
U luck dat groeyd soo langh als dit mijn Haer vergrijst.
 
Cardinael
 
Vervloeckte suffengrijn Ga naar voetnoot+ dat Jupijn met sijn donder
 
u kneus de grijse kop en send de romp hier onder,
 
In A(f)grons-swarte-kolck by 't Ickerlijck gebroet Ga naar voetnoot+
 
Om dese trots Ga naar voetnoot+ en spijt Ga naar voetnoot+ die gy my heden doet.
 
Boer
 
Ja praet je wat men Vaer, je hebt het vast verloren,
 
K' wist reed mit jou men Broer Ga naar voetnoot+ was nou jee kruyn eschoren, Ga naar voetnoot+
 
Ey siet de bloet eens sien hy het by gort een neus Ga naar voetnoot+
 
As Ga naar voetnoot+ onse soete Vaer Ga naar voetnoot+ de Weert hier in de Geus,
 
Die nae de Vis-mart gingh om Schellevis te kopen,
 
En die terwijl sen Wijf doen sagh een veyligh open, Ga naar voetnoot+
 
Gingh by een aer Ga naar voetnoot+ te bed in alle vriend'lijckheyd,
 
Den bloed die komt in huys, en vraeght terstond de Meyd,
 
Wel Griet weer is men Wijf, wel Miester die is boven
 
Seyt stracx Ga naar voetnoot+ die slechte sloof, waer op hy is gestoven
 
Reght nae de Kamer toe, deer vind de soete-vaer
 
By gort sen eygen Wijf moy leggen by een aer,
 
Wat kreegh hy deer een neus? Ga naar voetnoot+ hy was niet wel te vreden
 
Dat soo een vreemde Haen syn eygen Hen quam treden;
 
Hy lapt de Vis terstond van quaetheyd op de vloer,
 
En seyd deer leyd se nou gae je nou heen men Moer
 
En maeckt se selver schoon, voort liep hy nae beneden
 
Dan eer de middagh quam soo was hy weer te vreden,
 
Doen was die buy gedaen, want dese soete Quant Ga naar voetnoot+
 
At sijn gekoghte Soo doen met sijn Luytenant: Ga naar voetnoot+
 
Wel weerom sou hy niet, deer was niet angelegen,
 
Moer deedet om proffijt se het doe splint Ga naar voetnoot+ e kregen,
 
Dat hetet al versoet soo heeft hy 't oock gesteld,
 
Men draeght dat light lijck mee 't is soete vraght (man) 't geld,
 
Se haddent wel van doen Ga naar voetnoot+ se mosten heest verhuysen,
 
Voor niet en krijght men niet elck vangd sen eygen luysen;
 
Hy werckte doch Ga naar voetnoot+ niet graegh, en Moer gingh garen net Ga naar voetnoot+
 
Deer om het sy 'r naey-kussentje te huer e set,
[pagina 14]
[p. 14]
 
Der quam altoos wat off Ga naar voetnoot+ dat kanmen wel versinnen,
 
En die aers Ga naar voetnoot+ niet doen kan magh sen kost mit neyen wel winnen,
 
Al wasset met schueren Ga naar voetnoot+ dats alliens, Ga naar voetnoot+ dat scheeld niet
 
K' segh dat een Vrou te prijsen is die soo in de wind siet, Ga naar voetnoot+
 
Hy gater vast leegh Ga naar voetnoot+ op en Slaept nu by gien Nonnetje,
 
Al quam de Kraen Ga naar voetnoot+ verkeerd in 't Vries vergulde Tonnetje, Ga naar voetnoot+
 
Wel Struyf Ga naar voetnoot+ dat is een dingh dat hy doch niet en aght, Ga naar voetnoot+
 
Wanneer het soo maer gaet dat hy der niet nae waght, Ga naar voetnoot+
 
Dat was een Goet-hart Broers, Ga naar voetnoot+ hoe passsen hem de tuyten Ga naar voetnoot+
 
Die as een jonge Bul nu uyt sijn Veur-hoofd spruyten?
 
Doch dat is niemendal, daer wort niet op e sien
 
Want dat wort inden Haegh nou alle daegh gemien, Ga naar voetnoot+
 
Dats niet, off Neel een Kind had by een pick swart Molletje
 
't Was maer een ongeluck hy kroop in 't onreght Ga naar voetnoot+ holletje,
 
De Mol die is toch blind en 't was deer toe by naght
 
Dan worter soo menige wieck in een on-reghte Ga naar voetnoot+ wond e braght: Ga naar voetnoot+
 
Het Ga naar voetnoot+ krijgt doch al en Man, wel men moet gruysigh Ga naar voetnoot+ wesen
 
Een goe Water-hond sel voor gien slob'rijge Ga naar voetnoot+ sloot vresen,
 
Maer 't is een duyckers Ga naar voetnoot+ dingh wanneer een Wijf soo snoept, Ga naar voetnoot+
 
Want gaet men eens in 't Bos daer s' een die Koeck-koeck roept. Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Nu is het Spaens geweld door dees mijn hand gebroken,
 
Nu is Batavia u leed Ga naar voetnoot+ aen hem gewroken,
 
Nu is sijn trots gekneust door dees mijn ar'mens kragt.
 
Batavia
 
Nu ben ick weer door u mijn PRINS in rust gebraght,
 
Nu brald Ga naar voetnoot+ mijn Glory weer en steygerd tot de Wolcken,
 
Nu blaest de Faem u Roem by alle vreemde Volcken,
 
Al schaterende uyt, hoe pronckt u Vorst'lijck Hoofd
 
Nu met dees Zeghe-kroon?
 
Cardinael
 
Hoe ben Ick dan beroofd
 
Van alle Eer en Luck, sal het beloop Ga naar voetnoot+ noeyd wenden,
 
Sult ghy Hae (sic) trotse Mars mijn Roem dan ewigh schenden?
 
Die spijt was al te groot, dat ick een Spaniens-Prins Ga naar voetnoot+
 
Souwe staen in u geweld, den Hemel wil geensins
 
Gedogen dese smaed, dat gy trots en vermetel
 
Sout schudden reys, op reys Ga naar voetnoot+ mijn eygen Broeders-Setel
 
Is nu de Tijd voor u, sy raeckt wel eens voor mijn
 
Gedenckt ick heb tot hulp den Duytschen-God-Iupijn, Ga naar voetnoot+
 
Wiens dond'rend-blixem-vyer u 't Beckeneel sal kneusen,
 
Gelijck hy heeft gedaen de opgeblasen Reusen, Ga naar voetnoot+
 
Schrickt vry u Ga naar voetnoot+ Val genaeckt, en gy O preutse Maeghd,
 
Ick weet dat gy eer kort noch dese daed beklaeghd, Ga naar voetnoot+
 
Mijn Lemmer word gewet, wiens Snee gy met bedroeven
 
Sult in u trotse Ziel tot Wraecx-vergeldingh proeven.
 
Mars
 
U'reen zijn krachteloos, u Snorken Ga naar voetnoot+ is maer Wind,
 
Ick puff Ga naar voetnoot+ u dreygement, al Ga naar voetnoot+ dat ghy hier begind
[pagina 15]
[p. 15]
 
Druck mijn geen Vrees in 't Hart, mijn Moet is niet te temmen
 
Voor dat dees trotze Ziel Ga naar voetnoot+ in 't laeuwe bloed sal swemmen,
 
Geen Arends-Vorst Ga naar voetnoot+ mijn dwingd, geen Spaniens Monar.hy (sic)
 
Krijght dees beroemde Maegd onder sijn Heerschappy,
 
Hoe seer hy daerom wroet, Ga naar voetnoot+ soo langh als ick kan voeren
 
Dit Lemmer inde Vuyst, soo langs als ick kan roeren
 
Dees mijn geswinde Leen, Ga naar voetnoot+ soo langh leefd sy in Vree
 
Haer Schuts-heer is de Hand, en dit mijn Lemmers Snee
 
Bevrijd haer voor 't geweld van Moord en Ziele-dwangher,
 
Haer Vrijheids-Hoed Ga naar voetnoot+ sal steeds noch op de lancy hangen,
 
Schoon dat het Spanien spijt, ick Tert sijn dreygement
 
Ofschoon den Arends-Vorst u Troep op Troepen send,
 
Van woedende Croaets, Ga naar voetnoot+ wiens God-vergeten handen
 
Niet weten als van Moord, van Vrouwe-kraght, en branden
 
Van d'arme Boere-hut die deer'lijck werd geplaegd,
 
Wanneer het Soore Ga naar voetnoot+ Land dit Helsch gebroetsel draegd,
 
Vol wreetheyd en geweld, dat selfs de rasernijen
 
Dit Ickerlijck gebroet, Ga naar voetnoot+ haer boosheyd niet kan lijen
 
En dit Ga naar voetnoot+ is 't beste Volck daer gy Ga naar voetnoot+ u op verlaet.
 
Cardinael
 
Hoe 't meerder moord en brand, hoe dat het beter gaet
 
Dat brengt een schrick in 't hert der stege Ga naar voetnoot+ Onderdanen,
 
Dat sal mijn noch Ga naar voetnoot+ den wegh tot volle Hoogheyd banen
 
Eer dat gy daer op gist, Ga naar voetnoot+ Ick weet dat ick geniet
 
Noch Veer een korten tijd Ga naar voetnoot+ het Neerlands volgebied, Ga naar voetnoot+
 
K'heb voordeel door dees scha, Ick sie mijn Luck-star glimmen
 
Mijn trotse Voet die sal de Setel noch beklimmen
 
Van Hollands Heerschappy.
 
Boer
 
Jae 't sieter wel nae uyt,
 
Jey Voogt van Holland Maet, van een Hollandse Duyt, Ga naar voetnoot+
 
Dat lijckter beter nae, Neen Broer jey bint de'Man niet
 
Die 't Kalfje Ga naar voetnoot+ toe behoord, of jey men soo bats Ga naar voetnoot+ an-siet
 
Deer pas ick gans niet op, eer jey 't gebied noch Ga naar voetnoot+ kreeg
 
Soo dorsten Ga naar voetnoot+ ick je huyd datje deer henen seegh, Ga naar voetnoot+
 
So was ick 't Heerschop dan, 't sou mijn al moytjes voegen, Ga naar voetnoot+
 
Gut was ick soo verlost van 't Del'ven en van 't Ploegen,
 
Hoe wou ick dan proncken in Sy, Ferwiel, Ga naar voetnoot+ Geleerst en e Spoord
 
Men dunckt alries schier Ga naar voetnoot+ datmen 't halve Land al toe hoord.
 
Batavia
 
Meent gy dan Spaniens Prins, dat gy mijn sult verov'ren
 
Met trots en dreygement, soo langh de Lauwerloov'ren Ga naar voetnoot+
 
Haer groene kleur behoud, soo langh ben Ick alleen
 
En alles wat ick heb voor Hem en anders geen,
 
Dies staeckt u Snorckery, Ga naar voetnoot+ gy sult mijn niet vervaren Ga naar voetnoot+
 
Hoe seer gy tierd en baerd, Ga naar voetnoot+ wilt vry dees moeyten sparen
 
U arbeyd is vergeefs, soeckt elders u proffijt,
 
Orangen blijf Ick trou, schoon dat het Spangen spijt
 
Ick ben aen Hem verknogt.
[pagina 16]
[p. 16]
 
Cardinael
 
U banden zijn te breken.
 
Mars
 
Niet door u botte Stael of met u snorckend spreken.
 
Cardinael
 
Door kraght en door geweld.
 
Mars
 
't Geweld en heeft geen kraght
 
Op dees verstaelde borst, de keten van Eendraght Ga naar voetnoot+
 
Die sluyt ons vast by een, wilt vry u magt ophitsen, Ga naar voetnoot+
 
Wy zijn aen een geknoopt als seven taeje flitzen. Ga naar voetnoot+
 
Cardinael
 
Ick waght tot het geluck sigh nae mijn wil vertoond,
 
En dan sal dese trots zijn nae sijn eysch geloond.
 
Boer
 
Soo scheyter uyt men Vaer Ga naar voetnoot+ je hebt gien eer Ga naar voetnoot+ van spreken,
 
Je bint maer een blaeskaeck, maer by gans seleweken Ga naar voetnoot+
 
Was ick gelijck Mars ick gafje sulcken klop
 
Mit dat grote Slag-sweerd dat je, je speense Ga naar voetnoot+ kop
 
Hier wel vergeten sout, wel wat seg jey mond open
 
Dats en gaper, Ga naar voetnoot+men souder mit en Pol-lepel sonder kandt raken in
 
loopen.
 
Een braspennings Ga naar voetnoot+ witte-brood smeet ick er van hier in,
 
Gut Vriend je maght bly wesen datje soo bemond bin. Ga naar voetnoot+
 
Mars
 
Leeft nu gestaegh in luck en wilt in voorspoet bloeyen.
 
Batavia
 
Dank waerde Vorst en Held den Hemel doet u groeyen
 
In zegen en in luck, tot al u Haters leed
 
De gansche Wereld door wert nu u naem verbreed,
 
De Fama die blaest uyt, lang leeft, lang leef: Orangien!
 
Een Werelds wonderingh, Ga naar voetnoot+en Schrick van 't moedigh Spangien.

Finis

I. Soet

Niet Soeter

voetnoot+
vrolijk, aangenaam
voetnoot+
luidkeels laten horen
voetnoot+
koud, onaangedaan persoon
voetnoot+
tot nu toe (was het land verdord)
voetnoot+
prachtig
voetnoot+
ingespannen daarnaar te kijken
voetnoot+
begeerte om er meer van te zien
voetnoot+
in de war geraakt door de aandoening, schemeren: door aandoening getroffen
voetnoot+
heerlijk
voetnoot+
ja 't (dat doet 't zeker)
voetnoot+
begerig
voetnoot+
gedachten (?)
voetnoot+
verliefd stoeien; Mak 1959, p. 419. rederijkerswoord
voetnoot+
zodat men
voetnoot+
als door een halm, een rieten fluit waar herders op spelen
voetnoot+
de godheid die alles in allen is, de alom aanwezige godheid.
voetnoot+
rondzweven, dwalen
voetnoot+
Die Godheid laat de mens ronddwalen in overvloed
voetnoot+
maar
voetnoot+
trotse
voetnoot+
eenvoudigste; Zoet wijst hier op de tegenstelling platteland - stad, een belangrijk onderdeel van de arcadische literatuur, ook door Zoet vaker gebruikt.
voetnoot+
hier blijkbaar hoogmoedig
voetnoot+
minachtend voor stedelingen
voetnoot+
iest (sic) eerst, eerder, voor een ander
voetnoot+
wenst
voetnoot+
in hem verwijst naar volckje, dus: wat voor schatten men onder elkaar wenst te bezitten
voetnoot+
nieuwtjes in de mode
voetnoot+
bloed, aanspreekvorm
voetnoot+
men er
voetnoot+
minachtend voor pesronen
voetnoot+
armen
voetnoot+
wambuis = kledingstuk voor mannen
voetnoot+
een grote breedgerande vilten hoed voorzien van struisveren (?)
voetnoot+
waarschijnlijk een niet bij elkaar passend stel
voetnoot+
vouw
voetnoot+
met laarzen en sporen om paard te rijden
voetnoot+
slecht
voetnoot+
masker
voetnoot+
hun, verwijst naar Vorst en Ridder
voetnoot+
vestingsteden
voetnoot+
glinsterend
voetnoot+
De ene valt niets ten deel, dat de andere niet ervaren heeft
voetnoot+
vastegesteld
voetnoot+
verval van krachten, verslappen
voetnoot+
van de boom die aan de vijand toebehoort
voetnoot+
van klavertjes voorzien: zegetekenen
voetnoot+
waarschijnlijk soort aquila met arend bovenop, Romeind veldteken
voetnoot+
beeft
voetnoot+
van angst beven
voetnoot+
barbaar
voetnoot+
iemand uit Indië, Indonesië
voetnoot+
buitengewoon iemand
voetnoot+
zijn uiterste best doen
voetnoot+
(te) gemakkelijk
voetnoot+
gunst
voetnoot+
verlangen
voetnoot+
Zij had het bedrog, de ontvoering nog niet gezien.
voetnoot+
in dien niet, dan
voetnoot+
verontschuldigen
voetnoot+
brutaal, gemeen
voetnoot+
Het lijkt er op dat Bedrog op een andere wagen heeft plaats genomen
voetnoot+
deze maagd, de Schenkenschans, heb ik ik door vererving gekregen
voetnoot+
dus ook Batavia, Holland
voetnoot+
Door het huwelijk krijgt hij Holland in zijn bezit.
voetnoot+
grote begeerte, vurigheid, hartstochtelijke wil
voetnoot+
Frederik Hendrik. geboren in Delft, 1584.
voetnoot+
beschermheer
voetnoot+
dus onvernietigbaar
voetnoot+
Philips IV, koning van Spanje, 1605 - 1665
voetnoot+
maar
voetnoot+
macht
voetnoot+
snel
voetnoot+
bekorten
voetnoot+
reikwijdte
voetnoot+
verwijzend naar Bedrog
voetnoot+
wreed, alles vernielend
voetnoot+
voldoe aan de verwachtingen
voetnoot+
wantrouwen
voetnoot+
van Batavia
voetnoot+
Freerik Hemdrik
voetnoot+
de andere maagden
voetnoot+
inversie: de bedoelde vriendin
voetnoot+
hier in de betekenis van jonge vrouw
voetnoot+
voor wie op mij lijkt
voetnoot+
zoals gij eerder deed
voetnoot+
Batavia is subject bij het onduidelijke werkwoord besaet, quel kan zijn die u kwellenof uw kwelling
voetnoot+
akelig
voetnoot+
fijn, goed kunnen luisteren
voetnoot+
verscholen, heimelijk
voetnoot+
in een harnas gehuld
voetnoot+
harnas
voetnoot+
van naaien, vastgemaakt
voetnoot+
oplettend
voetnoot+
macht om een goed inzicht te verkrijgen
voetnoot+
wat voor moeite Bedrog ook doet ..
voetnoot+
tegen Batavia gezegd
voetnoot+
tot schande van de vijand
voetnoot+
zo snel mogelijk
voetnoot+
aan u
voetnoot+
steun
voetnoot+
Mars (Frederik Hendrik
voetnoot+
slaan, ook wel voor drinken gebruikt
voetnoot+
het hoofd van de Kardinaal - infante
voetnoot+
verwijzing naar het werpspel klootschieten waarbij een kloot (bal, hier het hoofd) z0 ver mogelijk gegooid moest.
voetnoot+
schurk
voetnoot+
verwijzend naar het plunderen en moorden van de soldaten, waaronder vooral de Kroaten een bijzoner slechte naam hadden (zie inleiding)
voetnoot+
boer
voetnoot+
korf van een kramer, hier spreekwoordelijk
voetnoot+
een inhalig persoon, hier iemand die alles wil hebben
voetnoot+
komt in hun handen
voetnoot+
achter hen aan
voetnoot+
dorsvlegel
voetnoot+
duivelse
voetnoot+
als ik ze hier had
voetnoot+
zelfstanig naamwoord met voorlopig onbekende betekenis, gedacht kan worden eers = aard dus: op hun achterste
voetnoot+
durf, moed
voetnoot+
gebakken
voetnoot+
gelaarsd, gespoord, zie boven
voetnoot+
rapier (?)
voetnoot+
Phillips IV, broer van de kardinaal Infante
voetnoot+
Kardinaal Infante
voetnoot+
onvast
voetnoot+
tegen Batavia, het snoer waar alle maagden, vestingwerken figuurlijk aan verbonden zijn
voetnoot+
geflikker
voetnoot+
scherpe zijde van het zwaard
voetnoot+
woest
voetnoot+
Tijdens oorlogscampagnes woonde Frederik Hendrik in tenten
voetnoot+
opzet, plan
voetnoot+
de Schenkenschans
voetnoot+
maar
voetnoot+
het opstijgen van het gebed
voetnoot+
God
voetnoot+
bevrijding
voetnoot+
trots
voetnoot+
flink
voetnoot+
sla er maar op los
voetnoot+
slaat op de Cardinael, domme uil (?)
voetnoot+
overdrachtelijk: stad van lichte zeen
voetnoot+
bovendien
voetnoot+
pijn doet, krenkt
voetnoot+
weggebracht
voetnoot+
kreng, heks; hier: Bedrog
voetnoot+
de Kardinaal Infante
voetnoot+
donkere horizon
voetnoot+
berouwt
voetnoot+
duivels
voetnoot+
gemeen, doortrapt
voetnoot+
geschrokken, angstig
voetnoot+
schedel
voetnoot+
tegen de Kardinaal Infante
voetnoot+
verzet
voetnoot+
al te pijnlijke belediging
voetnoot+
in het algemeen: wapen
voetnoot+
de bevrijde maagd: Schenkenschans
voetnoot+
van de Kardinaaal Infante
voetnoot+
het blanke staal, zijn zwaard
voetnoot+
de Kardinaal Infante
voetnoot+
direct daarop, meteen
voetnoot+
Mars, Frederik Hendrik
voetnoot+
zoveel zo een karakter als Bedrog heeft
voetnoot+
= sloten, om te boeien
voetnoot+
zie hierboven, hier vooral: deftig
voetnoot+
vergelijkbare handelwijze
voetnoot+
al te erg
voetnoot+
overeenkomt
voetnoot+
als ze dergelijke trekken vertonen heeft men snel door dat ze veel tin naar de lommerd brengen zie daarvoor Cordes 2008, p.35
voetnoot+
behendigheid
voetnoot+
maar
voetnoot+
een verwijzing naar de goedkope Mey-spelen, die nog saai zijn ook
voetnoot+
welke
voetnoot+
zich aanbevelen
voetnoot+
aanleiding om opnieuw strijd te gaan voeren (?)
voetnoot+
de Tijd is aan het woord
voetnoot+
waarneemt
voetnoot+
macht, bevel
voetnoot+
weelde
voetnoot+
stevig van uiterlijk
voetnoot+
getrotseerd
voetnoot+
overbluft
voetnoot+
omvlechten
voetnoot+
Frederik Hendrik
voetnoot+
zijn hand
voetnoot+
Frederik Hendrik
voetnoot+
pronken
voetnoot+
versierd
voetnoot+
gehecht, vastgemaakt
voetnoot+
verbazing
voetnoot+
schande
voetnoot+
leedwezen
voetnoot+
gunst
voetnoot+
niet geheel duidelijk, slaat op de Tijd of nog op Frederik Hendrik
voetnoot+
onbekend scheldwoord, sttomkop (?)
voetnoot+
in de hel bij de duivels
voetnoot+
hoon, belediging
voetnoot+
onrecht, kwaad
voetnoot+
Ik wist al hoe het met jou zou gaan
voetnoot+
z'n eer ontnomen
voetnoot+
op zijn neus zien (?)
voetnoot+
net zo als
voetnoot+
beste vader, man, de waard
voetnoot+
veilige kans
voetnoot+
ander
voetnoot+
meteen
voetnoot+
een neus krijgen: vermoeden; hier ook van toepassing?
voetnoot+
de waard
voetnoot+
plaatsvervanger, dus: de man die met zijn vrouw in bed lag
voetnoot+
(bargoens) geld
voetnoot+
hadden 't hard nodig
voetnoot+
immers
voetnoot+
mensen lokken, vangen ?
voetnoot+
er kwam altijd wel iemand op af
voetnoot+
anders
voetnoot+
waarschijnlijk ook in obscene zin bedoeld
voetnoot+
komt allemaal op hetzelfde neer
voetnoot+
in de wind zien: vooruitzien, waakzaam zijn
voetnoot+
ongehinderd (?)
voetnoot+
penis
voetnoot+
herberg (?)
voetnoot+
wat en onzin
voetnoot+
niet op let
voetnoot+
er voor waakt
voetnoot+
goedig, goedgelovig
voetnoot+
horens, verg. hoorndrager
voetnoot+
geloofd
voetnoot+
verkeerde
voetnoot+
verkeerde
voetnoot+
lett. stukje linnen in een wond steken, hier: in de doofpot stoppen
voetnoot+
vrouwvolk
voetnoot+
niet kieskeurig
voetnoot+
modderige
voetnoot+
duivels
voetnoot+
vreemd gaan
voetnoot+
het geluid van de overspelige man
voetnoot+
het leed dat Batavia geleden heeft
voetnoot+
straalt
voetnoot+
gang van zaken
voetnoot+
die een Spaanse Prins is
voetnoot+
keer op keer
voetnoot+
flinke, sterke God Jupiter
voetnoot+
strijd tegen de Titanen
voetnoot+
die van Mars, Frederik Hendrik
voetnoot+
die van Frederik Hendrik
voetnoot+
opscheppen
voetnoot+
veracht
voetnoot+
alles
voetnoot+
hoogmoedige ziel, de Kardinaal-Infante
voetnoot+
Philips IV
voetnoot+
zich inspant
voetnoot+
ledematen
voetnoot+
symbool van de vrijheid
voetnoot+
zie over deze vreselijke soldaten p. xx
voetnoot+
hard, dor
voetnoot+
verwijzing naar het duivelse volk, de Spanjaarden. Zelfs dit volk kan de Kroaten niet verdragen.
voetnoot+
de Kroaten
voetnoot+
Kardinaal Infante
voetnoot+
koppige
voetnoot+
zelfs, bovendien
voetnoot+
er een voorstelling van maakt
voetnoot+
nog voor even
voetnoot+
het gehele land (?)
voetnoot+
kleinste munt: 8 duiten = 1 stuiver
voetnoot+
mogelijk alleen de Schenkenschans, in 'voormalig'rujksverband kan het op de gele tuin der zeven provinciën slaan
voetnoot+
zonder enig ontzag
voetnoot+
in de toekomst
voetnoot+
van het werkwoord dorsen, hier: ranselen
voetnoot+
wankelde, bezweek
voetnoot+
goed bij mij passen
voetnoot+
fluweel
voetnoot+
nagenoeg
voetnoot+
bij Frederik Hendrik
voetnoot+
opschepperij
voetnoot+
bang maken
voetnoot+
te keer gaat
voetnoot+
verwijzing naar het eerder genoeme snoer
voetnoot+
proberen groter te maken
voetnoot+
pijlen
voetnoot+
Kardinaal Infante
voetnoot+
fatsoen, aanzien
voetnoot+
Gods heilige weken) zie Ogier, Gramschap', bastaardvloek
voetnoot+
Spaanse
voetnoot+
sta met zijn mond open als een gaper
voetnoot+
1 1/4 stuiver
voetnoot+
zo'n mond hebt (?)
voetnoot+
wonder

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken