Osman en Ophelia

Derde toneel.

ophelia, (bezweeken.) elane, murat, vitello, en gevolg.

vitello, schielijk tegen Murat.

Mijn Prins! vertrek van hier; voeg u aan 't hoofd der benden,
En help - de nood is groot - om 't onweêr aftewenden!
De kreet van Osman is door 't volk der wacht verstaan,
't ls all' in rep en roer, men rukt reeds herwaards aan!
Verlaaten wij 't paleis; men mogt ons hier omringen!
Prins Elfrid, aan het hoofd der stads bezettelingen,
Dringt woedend op ons in; onze edlen, veeltijds laf,
Verlaaten onze zij, en deinzen schandlijk af!...
't Is tijd - 't is meer dan tijd voor uw behoud te waaken!

[p. 83]

 

murat.

 

Ik volg u!

tegen Elane.

 

Toef gij hier! en, wie deez plaats moog naaken,

 

Draag zorg dat niemand u Ophelia ontrooft;

 

Ik eisch dien last van u, ten kosten van uw hoofd!...

 

elane, terwijl zij zich voor Ophelia plaatst.

 

Verwoede tijger! 'k zal mijn rijksvorstin beschermen;

 

Maar nooit voert haar mijn zorg in uwe onmenschlijke armen!

Murat, Vitello en de Eedgenooten willen vertrekken: op het eigen oogenblik vliegt Elfrid in volle wapenrusting, aan het hoofd zijner vrienden binnen. De anderen deinzen terug en trekken hunne zwaarden.