[Nummer 52]
De hondendokter.
Wanneer men een oog laat gaan over nevenstaande gravure, zou men meenen een man voor zich te zien in dienst van die ziekelijke richting onzer dagen, welke de dierlievendheid als een der hoogste wetten van het leven voorop stelt en daarbij zoo ver afstand doet van de menschelijke rede, dat de dierenbescherming eene dierenvereering wordt. En toch is onze hondendokter een man, wiens stof reeds lang vergaan was, toen de vereeniging tot bescherming van dieren geboren werd. In vroegere dagen was de hondendokter eene bekende figuur, die zijn vak uitoefende met al de deftigheid welke aan een geneesheer past, en daar de honden-Esculaap gewoonlijk tevens barbier was, zal het niemand verwonderen, dat zulk een man algemeen in aanzien stond en dit ophield door zijne klanten wijd en breed te verhalen van de wonderbare genezingen, door hem in de hondenwereld tot stand gebracht. Zijn hoogste roem bestond echter in het vertrouwelijk omgaan met hertogen, baronnen, graven, enz., want hoofdzakelijk onder hen telde hij zijne klanten, en niet zelden behandelde hij de viervoetige adellijke patiënten met even grooten eerbied als waarmeê hij hunne meesters ontving. De hondendokter van onze gravure schijnt zulk eene figuur te zijn, en naar de vogelkooien te oordeelen, ook nog zijne zorgen over de gevleugelde luchtbewoners uit te strekken. Wij zien hem juist bezig met het onderzoek van den wonderdrank, welke den kranken patiënt, op den stoel voor hem, den levenslust moet teruggeven.
DE HONDENDOKTER, NAAR J.C. DOLLMAN.