Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.62 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.41 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Hoe die halseberch af was gedaen ende oec geproeft .xxxii.(j)

 
Doen die coninc dit had geseitGa naar voetnoot2112
 
Quam hi vanden berge gereit,Ga naar voetnoot2113
 
Ende dede opten boem clemmen saen
2115[regelnummer]
Enen, die daer heeft ontaenGa naar voetnoot2115
 
Den halseberch, die daer was gebondenGa naar margenoot+
 
Met ere ketenen vast, tien stonden.Ga naar voetnoot2117
 
Mer doen die ketene ontwee was
 
Ontviel hem die halsberch na das,
2120[regelnummer]
Want hi was hem te swaer;
 
Ende selve viel hi daer naerGa naar margenoot+
 
Ende brac den hals. Dit was leet
 
Den coninc, ende menich die daer steet
 
Seiden het dade die avonturen
2125[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Vandien halseberch ter selver uren;
 
Want hadmen metten sweerde bestaen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot2126
 
Er waer aldus nie vergaen.
 
Doen dit aldus gesciet was
 
Ontbant hi den halseberch na das;
2130[regelnummer]
Want hi was over een gewonden,
 
Ende also vast te gader gebondenGa naar margenoot+
 
Met yserinen keten groet.
 
Doen hi ontbonden was albloet
 
Ende menne ontwant oec na dien,
2135[regelnummer]
Om datmenne binnen wilde besien,
[pagina 162]
[p. 162]
 
Want buten in ne genen dingen,Ga naar margenoot+
 
Noch van maelgen noch van ringen,
 
En can men niet werden geware,
 
So sere was hi verrosterd dare,
2140[regelnummer]
Ende so vaste hinc dat an een,
 
Dat aldaer een yser sceen;
 
Maer datmen binnen daer ontwantGa naar voetnoot2142
 
Tselker stat so scone vant,
 
Ofte te hans waer gescuert.
2145[regelnummer]
Mi heeft wonder hoet geduert
 
Heeft so lange ongerost.Ga naar margenoot+
 
Doen dese halseberch was ontlost
 
Ende ontdaen ende ontploken,
 
Daer menige maelge af was te broken
2150[regelnummer]
Eermenne daer ontdoen conste;
 
Want alse men dat verroste begonsteGa naar margenoot+
 
Tontone, so braken daer die ringe
 
Int vergaderen sonderlinge;
 
Nochtan was hi ontaen daer doe,
2155[regelnummer]
Dat hi te gader bleef alsoe.
 
Dese halseberch was groet ende strancGa naar margenoot+Ga naar voetnoot2156
 
Ende swaer ende harde lanc,
 
En was niemen int lant here
 
Hine sloyde hem .ii. voete oft mere.Ga naar voetnoot2159
2160[regelnummer]
Daertoe was hi oec so swaer.
 
Dat lettel yement int here was daer,Ga naar margenoot+
 
Diene yet verre had gedragen.
 
Die maelgen die daer ane lagen
[pagina 163]
[p. 163]
 
Waren vingeren groet;Ga naar voetnoot2164
2165[regelnummer]
Daer dene in die ander sloet
 
Waren si geset so na,Ga naar margenoot+
 
Datter een stro niet tuscen ga.
 
Hier af wonderde menigen man,
 
Hoe yemen mocht den halseberch an
2170[regelnummer]
Gedragen, om dat hi was so ongemickeGa naar voetnoot2170
 
Ende so lanc ende soe dicke.Ga naar margenoot+
 
Hi was oec lanc tiendalven voet.
 
Het mocht wel sijn .i. ridder goet,
 
Die selken halseberch ane droech;
2175[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Al waest dat selc man versloech
 
Vele lieden ende brachte ondereGa naar margenoot+
 
Dat en donct mi geen wondere.
 
Die coninc en wiste in gere manieren
 
Wat hi hier af mochte visieren;Ga naar voetnoot2179
2180[regelnummer]
Maer den scilt ende helm ende swerd
 
Ende den halseberch dedi ter verdGa naar margenoot+
 
Lecgen op ene kerre vor waer,
 
Ende voret henen al van daer.
 
Oec wilden some secgen dat,
2185[regelnummer]
Dattet waer een berchstat,Ga naar voetnoot2185
[pagina 164]
[p. 164]
 
Ende dat daer bi ouden wilenGa naar margenoot+
 
Liede woenden, sonder gilen,Ga naar voetnoot2187
 
Som seidense dat wilen ere
 
Ridders, die waren van groter were,Ga naar voetnoot2189
2190[regelnummer]
In tenten waren met haren joncfrouwen,
 
Ende alsi dan daer yemen anscouwenGa naar margenoot+
 
Moesti vechten jegen heme;
 
Want dese stat, alsict verneme,
 
Was daer toe gemaect, ende anders niet,
2195[regelnummer]
Wantmen hier verre enen siet.Ga naar voetnoot2195
[tekstkritische noot]2122 Na hals is een woord doorgehaald.
voetnoot2112
had: Jonckbl., Spec., las hadde
voetnoot2113
gereit = onmiddellijk, zonder aarzelen
voetnoot2115
enen: Jonckbl., Spec., eenen; ontaen: ontdaen = losgemaakt
margenoot+
(5)
voetnoot2117
tien = te dien
margenoot+
(10)
margenoot+
bl. 37 a.
margenoot+
(15)
voetnoot2126
bestaen = ondernomen, verricht.
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
voetnoot2142
ontwant = losmaakte
margenoot+
(53)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
voetnoot2156
stranc = sterk
voetnoot2159
sloyde = sleepte, sleurde, cf. vs. 1715, alsook Verdam's aanteekening in Tijdschr., 10e D., N.R., 2e D., blz. 269.
margenoot+
(50)
[tekstkritische noot]2165 sloet hs.: stoet 2177 wondere hs.: wond' 2182 kerre hs.: k're 2185 berchstat hs.: berch stat.
voetnoot2164
vingeren: hs. vingerê ên. Jonckbl, Spec., liet drukken: waren vingere ende groet, in Ann. stelt hij echter voor te lezen: waren ene vingere groet, volgens Ca van de Water een vrij willekeurige verandering (zie hierover Tijdschr., 9e D., N.R., 1e D., blz. 76). Ende is in het hs. geëxpungeerd en vervalt dus. Boven de laatste e van vingere staat een verkortingsteeken, dat op verschillende wijzen kan opgelost worden, daar het niet zeer duidelijk is. Verdam verbeterde: vingers. Daar slot-e duidelijk te onderscheiden is geven wij de voorkeur aan vingeren. De beteekenis is zonder twijfel: zoo dik als vingers
margenoot+
(55)
voetnoot2170
ongemicke = buiten de gewone afmetingen, reusachtig.
margenoot+
(60)
margenoot+
bl. 37 b.
margenoot+
(65)
voetnoot2179
visieren = peinzen
margenoot+
(70)
voetnoot2185
berchstat = schuilplaats.
margenoot+
(75)
voetnoot2187
sonder gilen = in allen ernst, voorzeker
voetnoot2189
van groter were = van gronte lichamelijke kracht
margenoot+
(80)
voetnoot2195
De beteekenis is zonder twijfel: van ver kon men hier een (vreemdeling) zien afkomen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken