Uit kanten en hoeken.
Ik ben voldaan, zegt de Heer,
Ik heb mijne goeste, zegt de Burger,
Ik heb mijne vulte, zegt de Boer.
***
Over een veertigtal jaren leefde te B. een mosselman, met name Craeye. Terwijl hij zijne ware rondventte, zong hij straat in, straat uit:
Van al dat de wereld, wereld staat,
Heeft niemand gehoord dat een Craaije met mossels gaat!