Verzamelde werken. Deel 3. Kritiek op Tachtig

(1949)–Herman Gorter– rechtenstatus

Jaargang II (1897-1898)
	Zooals een schip dat rondgeworpen wordt		14-15
	Het zoete licht des middags giet op mij		15
	In de sneeuw waren alle duinen wit		42
	Gezicht op Holland
		Reeds is de winter ons voor goed gescheiden	43
	Vorstin de lente komt, en vóór haar komen		44
	De zon is nog niet uit den nacht geboren		45
	Kritiek op de Litteraire beweging van 1880 in Holland, I		208-217
	Kritiek etc. Tweede stuk		369-383

Jaargang III (1898-1899)
	Kritiek etc. Derde stuk		168-188
	Kritiek etc. Vierde stuk		603-615

Jaargang IV (1899-1900)
	Kritiek etc. Vde stuk		251-255
	Het historische Materialisme		565-576
	Het historische Materialisme (vervolg)		619-630
	Samenkomst van Kommunisten.
		Wanneer men stil in mannenkring neerzit	697
	Hoop
		Een schoone rij van menschlijke gezichten	698
	Bondgenootschap
		In 't lichte oosten kwam de zon	699
	Vreugde
		De dag gaat open als een gouden roos	700
	Het sociaal-demokratische Volk
		Een zwaar, breed volk staat te wachten	769-770

Jaargang V (1900)
	Het Historisch Materialisme II		150-156
	Van uit een nieuwe wereld treedt/een vrouw		191
	Van uit een nieuwe wereld treedt/een man		192
	Ik heb een zeer schoon man gezien		318
	Een man trad op mij aan		319
	Er treedt een man mij aan		320

Jaargang VI (1901)
	Troelstra tegen Kautsky		251-255
	Troelstra's repliek		544-546

Jaargang VII (1902)

	De algemeene werkstaking in België		482-491

Jaargang VIII (1903)
	Over Poëzie		33-37
	De Politieke Toestand		243-249
	5-10 April 1903		307-312
	Professor Treub's boek over Marx		479-488
	O vrij te zijn! Met geene vaste banden		763-764
	Nogmaals professor Treub's filosofie		795-801

Jaargang IX (1904)
	Marx en het Determinisme		52-61
	Hollandsche en Vlaamsche Litteratuur		148
	Antwoord		421-423
	De Moeder
		In de donzige warmte	455-456
	Het Internationale Congres		581-589

Jaargang X (1905)
	Repliek aan Vliegen		108-112
	De politieke toestand		245-249
	Zooals 's morgens uit 't zwijgen van de zee		286

	Er is een wonderschoone Vrouwe		287
	De Arbeid
		In de donzige warmte	288
	Het Proletariaat
		De Vader gaat door het licht	289
	De Vrijheid
		Daar zit de Moeder	290
	Toen 't avond was		465
	Het grootste derven is mijn lafenis!		465
	Onze houding bij de herstemmingen		496-499
	Een laatste woord		545
	De Duitsche Partijdag in Jena		629-639
	Het Proletariers-geslacht
		Als een vroolijke kwant treedt de arbeider op	773-774

Jaargang XI (1906)
	Een jonge arbeider kwam daar in het licht		93-100
	Vergadering
		In de zaal ruischte het licht, zooals in zee	165-169
	De conclusie tegen de Marxisten op het Congres (Samen met H. Roland Holst en F. van der Goes)		311-312
	Het Revisionisme in de praktijk		666-678
	Antwoord aan Dijkgraaf		769-771
	De propaganda
		Kom, Vrijheid, met uw paarden die gevoed	813

Jaargang XIII (1908)
	Kritiek op de Litteraire Beweging van 1880 in Holland. I		253-274
	Kritiek etc. I, Vervolg		339-374
	Kritiek etc. I, Vervolg		401-418
	Kritiek etc. II		674-706
	Kritiek etc. II, Vervolg		853-867

Jaargang XIV (1909)
	Kritiek etc. II, Vervolg		15-31

	Kritiek etc. II, Vervolg	95-111
	Kritiek etc. II, Vervolg	218-223

Jaargang XVIII (1913)
	Over Kunst.
	I. Aan Willem Kloos en Karel Thijm Willem, gij hebt mij geleerd	1
	II. Aan de dichters ... en de kunstenaars Van de Engelschen kwam òns de les	2
	III. Aan de Arbeiders. Uw Wereld is reëel, uw Daad reëel	3
Jaargang XXI (1916)
	Tegen het Pseudo-Marxisme	3-18
	Tegen het Pseudo-Marxisme	66-69
	Tegen het Pseudo-Marxisme	184-185

Jaargang XXII (1917)
Leiddraad bij het lezen van ‘Pan’		169-174

Jaargang XXIV (1919)
	De buitenlandsche politiek der Communistische Partij (Een laatste woord)	377-385

Jaargang XXV (1920)

	De eenheid van het Internationale Proletariaat	208-236

Jaargang XXVI (1921)
	De lessen van de Maartbeweging	369-375
	De Internationale van Moskou	507-518