Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het leven van Antonello van Messina, Schilder.

Groot voordeel is onse Const gheschiet door de vlijtighe sorghvuldicheyt oft curieusheyt onser Voorouders, die de selve oeffenende hebben metter tijdt gebracht tot beter en beter gestaltenis, daer aen sy te coste gheleyt hebben veel tijt, moeyten, en ondersoeckinge. Doe men oudts tijts van geen Olyverwe wist, hebben de Meesters veelsins beproeft en gheraemt, om op houten penneelen bestandiger dingen te moghen schilderen. Onder dese was eenen

[Folio 104v]
[fol. 104v]

Alesso Baldovinetti, eenen Pisello, en meer ander, die eenigh dunne vernis vermengden onder d'eyverwe, maer al vruchteloos, oft te vergheefs. maer ten lesten is gheweest eenen Antonello, van Messina gheboren: Desen Siciliaen is d'eerste gheweest, die in Italien heeft ghebracht de nieuw inventie van d'olyverwe: want uyt Vlaender is ghesonden gheweest van Coopluyden aen den Coningh van Napels, Alphonsus d'eerste, een stuck Schildery van olyverwe, datmen mocht met water wasschen, en behiel zijn verwe, t'welck desen Coningh seer aenghenaem was. Dese nieuwicheyt van Schilderije maeckte eenen grooten toeloop: onder ander isser oock by gecomen Antonello, den welcken seer verwondert was van sulcken uytnemende werck, siende die verwe soo levende, so schoon en glat verdreven: en verstaende, dat sulcken Meester, die dese nieuwe maniere gevonden, en alleen by hem hadde, woonde in Vlaender, verliet alle zijn nootsaken, en nam de reyse aen nae Brugghe in Vlaenderen, en is eyndelinghe ghecomen by Ioannes van Eyck, met welcken hy met aller beleeftheyt groote gemeenschap maeckte, hem ghevende veel teyckeninghen op d'Italiaensche maniere, en ander dinghen, soo dat Ioannes te vreden werdt dat hy hem sagh wercken, en de orden die hy hiel in dat wercken met olyverwe. Antonello seer begeerigh wesende, en scheyde niet van daer, hy en hadde alle dinghen vast gheleert. Doe nu Ioannes, die alree een oudt Man geworden zijnde, ghestorven was, keerde Antonello van Brugghe in Vlaender weder nae Italien, om aldaer deelachtigh te maken sulcken seer nutten en schoonen vondt en Const. Ten lesten kiesende voor zijn woonstadt Venetien, heeft aldaer veel schoon en constige stucken van olyverwe gemaeckt, de welcke onder die edel Magnifici in grooter weerden waren, want hy goede teyckeninghe hadde, end' een goet Meester was. Onder de fraeye Meesters die Antonello tot Venetien ghevonden heeft, was eenen Domenicus, den welcken al de vrientschap Antonello dede, die een hertlijck vrient den anderen doen mach: waerom Antonello, die van niemant met beleeftheyt wou overtoffen wesen, heeft desen vriendelijcken Domenico de Const van olyverwe ghemeen ghemaeckt, t'welck wis geen cleen sake en was. Desen Domenicus wert om dese nieuwe Const doen comen tot Florencen, alwaer hy seer wel ghesien was, en by den Borgeren wel onthaelt, het welck eenen Schilder, ghenoemt Andries del Castagno, qualijck mocht lijden, bysonder om dat hy wel sagh, dat hy beter Meester was als hy. Desen Andries, die van eenen Boeren jonghen tot een Schilder was gheworden, conde seer wel hem gheveynsen, en als een argh Mensch, met een blijde soet aenschijn een bitter quaet herte bedecken, soo dat hy hem gheliet Domenico een gantsch toeghedaen vriendt te wesen, den welcken hem weder alle vrientschap bewees, en hem oock wees de heerlijcke nieuwe Const van de Olyverwe: maer was eylaes al te qualijck gheloont: want also Domenicus een goet vroylijck Mensch was, oeffenende hem in Musijck singhen, en met de Luyt te spelen, en dese twee t'samen Camer-ghesellen waren, en dat Andries uyt bitteren nijdt niet langher mocht verdraghen den lof, die Domenico boven hem gegheven was, nam vooren hem om te brenghen. Soo geschiedet, dat op eenen avondt Domenicus met de Luyt uyt gingh, soo hy ghewoon was, en Andries doe ter tijdt, soo hy wel plocht, niet mede wou gaen, hem ghelatende yet bysonders te moeten teyckenen. Domenicus nu alleen uyt wesende, is hem Andries op eenen hoeck van een straet onbekent op

[Folio 105r]
[fol. 105r]

t'lijf ghevallen, en heeft hem met eenigh loot op de borst, de Luyte doorbrekende, Ga naar voetnoot* seer ghequetst: en denckende, of hy niet genoech ghetreft en was, heeft hem noch in't hooft met dit loot ghetroffen, en liet hem also over doot liggen, is al stille nae zijn camer gekeert, die hy toe sloot, en begaf hem weder te teyckenen, als vooren. Des Stadts dienaers, en ander volck, zijn door t'gerucht toegeloopen: en soo hy gekent worde, liep men Andries halen, die hem grootlijck bedroeft conde ghelaten, segghende: O mijn broeder, o mijn broeder: soo dat eyndelijck Domenicus in zijnen arem den gheest gaf. Dese schandelijcke verradighe moort bleef verborgen, wat vlijt men om weten dede, tot dat het Andries in zijn dootbedde zijnen Biechtvader te kennen gaf. Desen Andries hadde wel goede inventie, en teyckeninghe, dan hadde t'gebreck, dat zijn dinghen te wreet en hardt stonden. Nu, den voorverhaelden Antonello dede tot Venetien veel wercken, conterfeytsels nae verscheyden Heeren, en anders. Doe hem aenbesteedt waren eenighe Historien in't Paleys tot Venetien, is sieck gheworden, en ghestorven, zijns ouderdoms 49. sonder dat werck te beginnen. Sijn Graf-schrift was dit:

D.O.M.
Antonius Pictor, praecipuum Messanae & Siciliae totius ornamentum, hac humo contegitur: Non solùm suis picturis, in quibus singulare artificium, & venustas fuit; sed & quòd coloribus oleo miscendis splendorem, & perpetuitatem primus Italicae picturae contulit; summo semper artificium studio celebratus.

voetnoot*
Domenicus van Venetien, was van Andries del Castagno verraderlijck omghebracht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken