Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het leven van Hubert Goltz,Schilder, Plaet-snijder, en History-schrijver, van Venlo.

Alsoo Lambert Lombardus groot gerucht hadde, om zijn uytnemende blinckentheyt in onse Const, dewijl hy haer op de nieuw beter manier wel van de eerste begon oeffenen, hadde veel Discipulen: onder ander is oock hem by gevoeght Hubert Goltzius, geboren te Venlo, van afcomst doch van Wirtzburgh, welck zijn voorders gheboort-plaets is. By desen Lombardus

[Folio 248r]
[fol. 248r]

heeft hy gesien en geconterfeyt verscheyden dingen nae den Antijcken, so wel Roomsche als ander, die in Duytschlandt van d'oude Francos waren naegebleven, waer door hy begon yver en lust te hebben in die Antiquiteyten, en met hulp zijner gheleertheyt, die Roomsche oude dinghen t'ondersoecken, waer in hy uytnemende ervaren is geworden, en heeft met behulp van d'Heer van Watervliet, heerlijcke seldsaem dinghen voort ghebracht. Hy heeft vergadert, by een ghebracht in een groot Boeck, en in druck uytghegheven, alle de Medaglien oft tronien der Roomsche Keysers, waer over hy ontrent 12. Iaer doende was, niet sonder grooten cost en arbeydt. Dese dinghen waren ghedruckt met verscheyden gronden, en in houten platen ghesneden, hier in ghebruyckende een Schilder van Cortrijck, een wonder versierlijck en vernuft Man, gheheeten Ioos Giet-leughen: welcken toenaem doch op zijn leven niet over een quam. Dese Keyser tronien comen seer cloeck en aerdich, en zijn paslijck groot, beginnende aen Iulius Caesar, tot Carolus de vijfde, en Keyser Ferdinandus: en waer geen Medaglien oft penninghen van eenighe Keysers zijn ghevonden, heeft hy een ydel rondt ghelaten. Hier in heeft hy bewesen een groot opmerckigh oordeel en verstandt, soo wel in ghelijkenissen wel te treffen, als dese tronien te stellen in goet ghevolgh, en de levens te beschrijven, t'somtijt tegen t'quaet gevoelen van onachtsaem Schrijvers. Dit Boeck is in verscheyden spraken van hem uytghegheven. Op desen tijt woonde hy te Brugghe in Vlaender: hadde oock zijn eyghen Druckerije, alles op t'bequaemste, en voorsien met seer schoon letteren, doch gheenen openen Winckel daer van houdende. Hy heeft noch verscheyden Boecken, die by den Geleerden in seer groot achten en verwonderen zijn, laten van hem uytgaen. Eerstlijck, in't Iaer 1563. in Latijn een Boeck, gheheeten Caius Iulius Caesar, oft d'Historie der Roomsche Keyseren, uyt oude Medaglien, waer by is gevoeght t' leven van Iulius Caesar, en is gedediceert aen den Keyser Ferdinandus. In't Iaer 1566. heeft hy uytgegheven een ander Latijns Boeck, ghenoemt Fastos: waer in zijn begrepen de Over-heeren en Seegh-feesten der oude Romeynen, van Rooms bouw-tijt aen tot de doot Augusti, alles met Medaglien van zijner handt ghesneden, en met schoon uytleggingen geciert: dit tweedde Boeck was gedediceert aen den Roomschen Senaet oft Raedt, waerom hem Ao. 1567. op't Capitolium te Room, was verleent eenen beseghelden Brief, waer in sy hem aennemen voor een edel Roomsch Burgher, als die om zijn uytnementheyt en gheleertheyt wort weerdigh gheacht, tot een vercieringe der selver Stadt, alle Roomsche Borgherlijcke vrijheyt te ghenieten, alst blijckt aen t'uytschrift ghedruckt in't Boeck, Caesar Augustus ghenoemt. In't Iaer 1574. is noch een tweede Boeck van hem uytghegaen, van Caesar Augustus, met Medaglien en rugghen, oft averechten der Medaglien, van hem ghedaen, en in Latijn de beschrijvinge van Caesar, in twee Boecken verdeelt. In't Iaer 1576. is noch van hem uytgegaen een Boeck in Latijn, genaemt Cicilia, en Magna Graecia, oft d'Historie van de Steden en volcken van Griecken, met de Griecksche Medaglien, en de beschrijvinghe van dien, met noch meer ander Boecken: in welcke hy toont een groote vlijtighe cloeckheyt, doende alsoo herleven de ghedachtnis der heerlijcke oudtheyt van dat alder doorluchtichste Keyserlijck Rijck: en is alles uytnemende schoon, en met schoon

[Folio 248v]
[fol. 248v]

letteren in groote Volumina ghedruckt. Aengaende zijn wercken in onse Schilder-const, van hem met den verwen ghedaen, daer weet ick niet veel van te verhalen, dan dat ick wel weet, dat hy is gebruyckt geworden, en heeft gheschildert verscheyden dinghen, oock t'Antwerpen in den tijt van de gulde Vlies-feest voor de Oosterlinghen, en veel ander dinghen: was stout yet aen te vatten, en cloeck in zijn handelinghe. Hy heeft voor zijn eerste Huysvrouwe ghehadt, de suster van de leste Huysvrouw van Pieter Koeck van Aelst, daer hy sommighe kinderen by hadde, welcke hy als een Romeyn oock Roomsche namen gaf, als Marcellus, Iulius, en derghelijcke. Met dese ghehouwt zijnde, trock nae Room, dat sy't niet en wist, meenende hy maer te Coelen was. Te Brugghe woonende, hadde groot tijt-verdrijf te hooren prediken een graeu Monick, gheheeten Broer Cornelis: en hem wort nae ghegheven, dat hy zijn Predicatien heeft beschreven, en ghedruckt. Welcken Monick hy hadde gheconterfeyt op een trony-penneel van Oly-verwe, ghenoech van vooren, by onthoudt, seer wel ghelijckende en ghestelt wesende, recht in sulck verstoort wesen als hy was, doe sy hem met schimp-rijmen en Pasquillen hadden te vooren gheterght, het welck soo veel de Const belangt was wel ghehandelt, en hebbet oock ghesien, en in handen ghehadt. Hy nam eyndlijck aen een tweedde Houwlijck met een Vrouw niet van t'beste gherucht, tot leetwesen van zijn kinderen en vrienden, tot zijn eyghen onrust, schade en schande, ghelijck meer wijse oft verstandighe Mannen is wedervaren, die sommighe Vrouwen onstadicheyt te veel betrouwt hebben, meenende die door reden te matighen, oft door goet onderwijs de verstijfde arghe ghewoonten versachten, oft beter ghestaltighen. Hy was van seer goet oordeel, en een treflijck statigh Man, by grooten en Gheleerden in groot aensien. Hy hadde Antonio Moro geschoncken een zijn Medaglie-boeck, seer schoon ghebonden, welcken hem seyde, niet te willen beloonen dan met zijn Const, en dede hem een oft twee reysen aen den morghen comen om te sitten, hy soude hem conterfeyten, en liet hem wel ontbeten hebbende weder t'huys gaen, tot de derde reys, doe dede hy nae hem een conterfeytsel in een ure oft weynigh tijts, dat wonder wel ghedaen was, en ghelijck: want hy ondertusschen hadde in zijnen sin geschildert het recht wesen van Goltzius, welck noch te Brugghe by de Weduwe oft haer vrienden is, naer dit Conterfeytsel was een ghesneden en ghedruckt in een van zijn Boecken. En ghelijck zijn Boecken met verscheyden Latijnsche Lof-dichten waren vereert, so is onder ander dees Epigramme van een Enghels Ghesant hem ter eeren ghemaeckt.

 
In effigiem Huberti Goltzij, ab Antonio Moro expressum,
 
Danielis Rogerij Angli Epigramma.
 
Goltzion arte parem pingendi cernis Apelli,
 
Sculpendique parem, culte Lysippe, tibi:
 
Notitia imperij Graij, pariterque Latini
 
Varronem similem, Pausaniaeque simul.

Dat is:

Daniel Rogiers Engelsmans Epigramma, op Hubert Goltzij Conterfeytsel, van Antonis Moro ghedaen.

 
Ghy siet in Schilder-const hier een ghelijck Apellen,
[Folio 249r]
[fol. 249r]
 
En een Man by Lisip in't snijden weerdt te stellen,
 
Een Man in wetenschap Varro uyt t'Roomsche Rijck,
 
En oock Pausaen den Grieck ervaren wel ghelijck.

Hubertus Goltzius is overleden te Brugghe, in't Iaer ons Heeren 1583. oft daer ontrent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken