Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 431]
[p. 431]

Hvigh de Groots
Iosef of Sofompaneas.aant.

Trevrspel.

Vertaelt door I.v. Vondel.

Gen. Iosef zal groeien, hy zal groeien als een spruit aen een bron.

t' Amsterdam,
By Wilhelm Blaev,
CIƆ IƆ CXXXV.



illustratie

[pagina 432]
[p. 432]

VAN 1635. AFGEDRUKT NAAR DE TEKST VAN DE eerste uitgave (t' Amsterdam, By Wilhelm Blaev, 1635), waarvan het titelblad hiervoor typografies is nagevolgd. Unger: Bibliographie, nr. 216.

[pagina 433]
[p. 433]

De vertaeler
aen alle Nederlanders.

1 Eer de getrouwe profeet Moses den Ioodschen volcke Goddelijcke 2 wetten voorschrijft, verciert en behangt hy den ingang van zijn heilighGa naar voetnootr.2 3 werck met de Godvruchtige voorbeelden der oude aertsvaderen, waer 4 onder Iosef, mede Sofompaneas genoemt, als een heldere starre uitmunt,Ga naar voetnoot4 5 en verstreckt een zuivere spiegel der eerst verdruckte, maer namaels ge- 6 kroonde deughd en Godvruchtigheid. Na verloop van zoo veele eeuwen 7 koomt de Hebreeuw op het Roomsche toonneel, en speelt zijn persona-Ga naar voetnoot7 8 gie zoo deftigh in 't Latijn, dat d'aeloudheid zich des verwondert, en hyGa naar voetnoot8 9 onbeteutert neffens haer magh stand houden; een eere, die allen oudenGa naar voetnoot9 10 zelfs niet gebeuren en magh. Hy koomt, gelijck een zon, op met de zonne,Ga naar voetnoot10 11 en treckt aller leergierigen oogen en ooren tot zich; de oogen met zijn 12 aengebore en onverzierde bevalligheid; de ooren met zijn hemelsche enGa naar voetnoot12 13 beslepe wijsheid. Hy voert het woord niet als een hoeder van schapen,Ga naar voetnoot13 14 maer als een harder van ontelbaere menschen, en een vorst des Rijcks,Ga naar voetnoot14 15 en leit eerst de grondvesten van zijn kunstigh gebouw, in 't gelijcken vanGa naar voetnoot15 16 zijnen tegenwoordigen by zijnen voorleden Staet; in 't aenteeckenen vanGa naar voetnoot16 17 de grondoirzaeck zijner omsuckelingen; in 't beschrijven van den aerdGa naar voetnoot17 18 der Egyptenaeren, en de zwaerigheid van dien benaeuwden tijd, en het 19 middel om die te verduuren; in 't beraedslagen om zijner broederen ge- 20 negentheid t' hemwaert te doorgronden, daer het princelijck onderwijs 21 van zijnen soon Manasses aen gehecht word. Daer na opent en zuivert hy, 22 gelijck een voorzichtigh wondmeester, door scharpe en bijtende artze- 23 nye, de vervuilde en stinckende wonden zijner broederen, omze dan 24 te verzachten te zalven en te heelen. Middelerwijl raeckt het volck opGa naar voetnoot24-25 25 hollen, door de onverzaedelijcke geldgierigheid der goddelooze ampt- 26 lieden, rechte bloedzuipers der schaemele gemeente. Hier zien wy denGa naar voetnoot26 27 aenvang en voortgang van burgerlijck oproer, en de bittere vruchten des 28 zelfs, naemelijck, den moord der amptlieden en des gemeenen volcx, het

[pagina 434]
[p. 434]

29 plonderen en verwoesten van Koptos, en het vervoeren der edelen inGa naar voetnoot29 30 slaeverny, en de wispeltuurige regeering en jammerlijcke regeerloosheid 31 daer op volgende, met den last om dit door krijghsvolck te dempen, enGa naar voetnoot31 32 ordentlijck te straffen. Iosefs voorige wedervaeren, Faroos droomen enGa naar voetnoot32 33 gezichten, en den welgeschickten Staet van Egypten, die anders niet enGa naar voetnoot33 34 konden op het toonneel komen, worden geestigh in schilderyen te pasGa naar voetnoot34 35 gebrogt. Daer op houd Iosef in het byzonder gespreck met zijnen broe- 36 deren, en bejegentse met een zekere liefelijckheid, ondermengt met 37 zerpigheid, en maeckt zich zelven bekent, en ziende hun aller verslegeGa naar voetnoot37-38 38 nederigheid, en waerachtige liefde en getrouwigheid tot zijnen vollen 39 broeder, vertroost en omhelstze, en laet van blyschap traenen over hen 40 en Benjamin, en doet alle toezienders zo schreyen en tot water smeltenGa naar voetnoot40 41 van beweegelijckheid, dat de treurspeelder den wijzen Euripides (dieGa naar voetnoot41 42 in het harteroeren boven anderen uitsteeckt) niet en durf wijcken. Ben-Ga naar voetnoot42 43 jamin toont mede dat hy zijn vaders vreedzaeme lessen niet in den windGa naar voetnoot43 44 en slaet. Endelijck loopt het treurspel vrolijck na het einde, met Faroos 45 geluckwenschen aen Iosef; en de gunste, het goed, en de vryheid, die 46 Iosef voor zijnen vader en broederen, en allen den Hebreen by den 47 koning verwerft; het welck met eenen dieren eed bevestight word: en 48 terstond met de profecye van Salomons huwelijck aen Faroos dochter, 49 en de koomste van den beloofden Messias, zijn vlught voor den tyran 50 Herodes in Egypten, en de beroepinge van Ioden en Heidenen tot hetGa naar voetnoot50 51 Christelijck geloof, heeft de rolle uitgedient des avonds, gelijckze 's mor-Ga naar voetnoot51 52 gens begon. Ondertusschen zingen en speelen de reyen der MoorinnenGa naar voetnoot52 53 als Engelen Iosefs loflijcke kuisheid, onverwinnelijck in de bloem zijner 54 jeughd, tegens de bekoorlijcke schoonheid van zijns heeren gemaelin, 55 en wat hem te lijden staet, eer hy ter eere geraeckt: hoe letterkunst en 56 zeevaert by die van Fenicien gevonden, wat bedorve tijden daer op ge- 57 volght, en van den hemel gestraft zijn. zy zingen oock van den Nijl en zijn 58 eigenschappen, en d'onzekerheid van des zelfs oirsprong, daer de Egyp- 59 tische neuswijzen zoo veel winds om breecken, terwijlze nutter zaeckenGa naar voetnoot59 60 verzuimen: mitsgaders de schepping der eerste ouderen, het begin desGa naar voetnoot60 61 huwelijx, en het bloedverwantschap daer uit geboren. Boven al blijckt hier 62 Gods wonderbaere voorzienigheid, die de boosheid der blinde menschen

[pagina 435]
[p. 435]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

63 buiten hun wit weet te bezigen en te beleiden tot behoudenisse van ge-Ga naar voetnoot63 64 heele koningkrijcken, landen en volcken; en wat al zwaerigheid men 65 zomtijds kan verhoeden door de wijsheid van eenen eenigen raedsman. 66 Iosefs onwraeckgierige verzoenelijckheid stelt hem eer onder den Chris-Ga naar voetnoot66-67 67 telijcken doop, als onder de wet der besnijdenisse. Hy draeght zich als 68 een degelijck vorst, en toont dat mogentheid en vromigheid wel kunnenGa naar voetnoot68 69 vergezelschapt gaen, zonder dat de regeerder zich aenstelle, als een dieGa naar voetnoot69 70 van schellemstucken en booze geveinstheid t'zaemen hangt. Men hoort 71 hier geen grollen noch beuzelingen, veel min ophitzingen tot weerspan-Ga naar voetnoot71 72 nigheid, moorden, rooven, en plonderen; maer de toehoorder word 73 aengemaent tot vrede en vromigheid; de vorst tot rechtvaerdigheid en 74 Godvruchtigheid; de gemeente tot gehoorzaemheid aen God en den 75 koning, en haere wettige overheid. Hier en is niets dat verre gehaelt, opge-Ga naar voetnoot75 76 toit, of geblancket is, maer de leeringen zijn zuiver gelijck oock de stijl: de 77 schildery is natuurlijck levendigh en gloeiende. Ick hier mede vast in 'tGa naar voetnoot77 78 vertolcken en rijmen bezigh en verruckt zijnde, liet my zomtijds voorstaen,Ga naar voetnoot78 79 dat Iosef, of in den treurspeelder verrezen was, of dat de treurspeelderGa naar voetnoot79 80 Iosefs spoor moest bewandelt hebben. Secretaris Daniel Mostert, en Ioan 81 Victorijn, beide Rechtsgeleerden, boden my rustigh de hand. Wy hebbenGa naar voetnoot81 82 het Latijn niet al te dicht willen op de hielen volgen, noch oock te verre 83 van onzen treffelijcken voorganger afwijcken. Maer of wy hier in de 84 rechte maete houden, dat zal het Groote Vernuft (nu na veele rampenGa naar voetnoot84 85 en wederwaerdigheid tot de waerdigheid van koninglijcke gezantschapGa naar voetnoot85 86 verheven en verheerlijckt, en met gewightige Rijxzaecken beslommert)Ga naar voetnoot86 87 kunnen oordeelen, wanneer het zich gewaerdige onzen Neerlandschen 88 Sofompaneas in zijn stamelen te berispen, en hem zoo volmaeckt in 89 Duitsch als in Latijn te leveren, en wy zullen zijn oordeel als een orakelGa naar voetnoot89 90 opneemen, en wenschen dat d'almaghtige hem lange spare, en in zijn 91 doorluchtigh ampt zegene met wijsheid en kloeckhartigheid, tot eere van 92 Neerland, vereeniging der geheele Christe wereld, ende genoegen vanGa naar voetnoot92 93 veel duizend eerlijcke zielen, die hem hartelijcke liefde toedraegen.Ga naar voetnoot93

94 t' Amsterdam, CIƆ IƆ CXXXV, 95 den 1 van Wijnmaend.

[pagina 436]
[p. 436]

Spreeckende personagien.

IOSEF mede SOFOMPANEAS genoemt.

DE REY DER MOORINNEN.

RAMSES, Iosefs hofmeester.

IVDAS, Iosefs broeders.

RVBEN, Iosefs broeders.

BODE.

SIMEON, Iosefs broeders.

BENIAMIN, Iosefs broeders.

FARAO, koning van Egypten.

Stomme.

MANASSES, Iosefs zoon.

STOET EN LIIFWACHT van Iosef en den koning.

IOSEFS ANDERE ZEVEN BROEDERS.

Het tooneel is te Memfis.

voetnootr.2
Deze ‘ingang’ is het boek Genesis. Vgl. de aanhef van de Opdracht van Jeptha: ‘Het heilighdom des bybels is behangen | Met beelden,’ enz.
voetnoot4
Sofompaneas: deze naam is door De Groot vervormd uit het Hebreeuwse Zaphnath Phaneah (Genesis XLI, 45; in de Vulgaat vertaald met salvator mundi), de naam die Pharao aan Jozef gaf bij zijn verheffing.
voetnoot7
op het Roomsche toonneel: in het Latijnse drama; toonneel; door bijgedachte aan tonen gevormd uit toneel, dat uit Fr. tinel ontstond; personagie: rol.
voetnoot8
deftigh: behoorlik; hier: voortreffelik; d'aeloudheid: de klassieke toneelkunst van Grieken en Romeinen.
voetnoot9
onbeteutert: onbeschroomd.
voetnoot10
gebeuren: te beurt vallen; met de zonne: vgl. de aanhef van het stuk.
voetnoot12
onverzierd: niet bedacht, niet door kunstmiddelen verhoogd.
voetnoot13
beslepe: schrander, beproefd.
voetnoot14
Vondel geeft reeds te kennen dat De Groot vooral de ideale regent wil schilderen in de figuur van Jozef (vgl. de verhandeling van C. van Vollenhoven).
voetnoot15
de grondvesten van zijn kunstigh gebouw: de expositie van zijn kunstrijk drama; gelijcken: vergelijken.
voetnoot16
aenteeckenen: aanduiden, beschrijven.
voetnoot17
omsuckelingen: omzwervingen.
voetnoot24-25
op hollen raecken: oproerig worden.
voetnoot26
bloedzuipers: uitzuigers (zuipen klonk minder ruw dan nu); schaemele gemeente: de armen.
voetnoot29
Koptos: handelshaven aan de Nijl, vanwaar de weg der karavanen door de woestijn naar de Rode Zee voerde.
voetnoot31
dit slaat terug op oproer.
voetnoot32
ordentlijck: naar behoren.
voetnoot33
welgeschickt: welingericht.
voetnoot34
geestigh: vernuftig, kunstvaardig; in schilderyen: door middel van geschilderde doeken.
voetnoot37-38
zerpigheid: scherpte, hardheid (sarp of serp = scherp; ook zuur, wrang); verslege nederigheid: hun verslagenheid en machteloosheid.
voetnoot40
toeziender: toeschouwer.
voetnoot41
beweegeljckheid: ontroering.
voetnoot42
durf wijcken: behoeft onder te doen voor.
voetnoot43
vreedzaeme lessen: vermaningen tot vrede en eendracht.
voetnoot50
beroepinge tot: het opgeroepen worden tot.
voetnoot51
heeft de rolle uitgedient: is het stuk afgelopen. Deze beperking van de handeling tot één dag, volgens het klassieke voorschrift, acht Vondel een grote verdienste.
voetnoot52
speelen: waarschijnlik doelend op de instrumenten die de koorzang begeleidden.
voetnoot59
neuswijs (enigszins ongunstig): die alles wil weten; wind breecken: onnodige drukte maken.
voetnoot60
eerste ouderen: het eerste mensenpaar.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: r. 64, de oude uitgave heeft achter koningkrijken geen komma.
voetnoot63
hun wit: hun eigen oogmerken; beleiden: besturen.
voetnoot66-67
maakt dat hij eer de naam van Christen dan van Jood verdient.
voetnoot68
dat machtsuitoefening en rechtschapenheid zeer goed verenigbaar zijn.
voetnoot69
zich aenstellen: zich gedragen.
voetnoot71
grollen: grappen.
voetnoot75
verre gehaelt: gezocht.
voetnoot77
schildery: schildering; gloeiende: vol gloed; vast: voortdurend.
voetnoot78
vertolcken en rijmen: dit zou kunnen wijzen op een vertaling in proza, die daarna in verzen overgebracht werd, evenals dat bij De Amsteldamsche Hecvba geschiedde; verruckt: meegesleept; liet my voorstaen: verbeeldde mij.
voetnoot79
den treurspeelder: de dichter van het drama.
voetnoot81
rustigh: krachtig.
voetnoot84
het Groote Vernuft: woordspeling met De Groot.
voetnoot85
wederwaerdigheid: tegenspoed.
voetnoot86
beslommert: in beslag genomen door (vgl. beslommeringen).
voetnoot89
Duitsch: Nederduits, Nederlands.
voetnoot92
vereeniging der geheele Christe wereld: een der idealen van Hugo de Groot; genoegen: voldoening.
voetnoot93
eerlijcke zielen: rechtschapen mensen. In de ed. 1640 en latere de aardige variant: hem in zijn vaderlant wenschen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Huigh de Groots Josef of Sofompaneas


auteurs

  • over Constantijn Huygens