Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 554]
[p. 554]

[Byschriften op de twalef maenden]aant.



illustratie
Vondels bijschriften bij Sandrart's maanden
Verkleining van de oorspronkelike druk, in het bezit van 't Prentenkabinet


[pagina 555]
[p. 555]


illustratie
LOUMAENT
Prent van Jer. Falck naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 556]
[p. 556]

Byschriften op de twalef maenden,
Opgehangen te Mvnchen, in de galerye zijner Doorlvchtigheit Van Baiere, En geschildert door Ioachime Sandrart.Ga naar voetnoot*

Loumaent.
 
De grootvaêr Loumaent duikt en krimpt in bonte vellen.Ga naar voetnootvs. 1
 
Zijn rug bevriest tot ys: van vore brant zijn scheen.
 
De handen schijnen loot. hoe sidderen zijn leên!
 
Terwijl de Noortvorst weet de watren te beknellen.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Wien 't lust, dat die ten ys met sleên om snippen vaar;Ga naar voetnoot5
 
't Is best dat grootvaêr t'huis den disch en haart bewaar.Ga naar voetnoot6
Sprokelmaent.
 
De Sprokelmaent braveert, en schaft patrijs-pasteien,Ga naar voetnoot7
 
En lamsbout, en kalkoen, en rundervleesch, en speck:
 
Dees wapenen den buick met voorraat, voor gebreck,
10[regelnummer]
Nu Vastenavont hem noch gunt zijn volle weien.Ga naar voetnoot10
 
Al brast en zwelgt de buick; vergeef het hem dees reis:
 
Want veertigh dagen visch valt lastig voor zijn vleisch.Ga naar voetnoot12
[pagina 557]
[p. 557]


illustratie
SPROKELMAENT
Prent van Th. Matham naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 558]
[p. 558]


illustratie
LENTEMAENT
Prent van Jer. Falck naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 559]
[p. 559]


illustratie
GRASMAENT
Prent van Suyderhoeff naar de schilderij van Sandrart


[pagina 560]
[p. 560]
Lentemaent.
 
De sture Lentemaent betoomt het vleesch met visschen,Ga naar voetnoot13
 
En leeft by schelvisch, zalm, en krabbe, en kabbeljaeu,
15[regelnummer]
By zeehaan, oester, schol, en mossel; en word flaeuw.
 
Nu breng hem wat toeback: hy kan dien roock niet missen.Ga naar voetnoot16
 
Hy loost, terwijl het stormt op zee, door deze pijp,
 
Zijn slijm, en waterzucht. vergeef hem dit vergrijp.
Grasmaent.
 
De blijde Grasmaent voegt een muts met groene pluimen,
20[regelnummer]
Het vrolick grasgroen kleet, de bloemkorf, tulp, en luit.
 
De huisman jaaght de koe in 't gras, den koestal uit,Ga naar voetnoot21
 
En melckt en karnt: 't is tijt de stat, om 't velt, te ruimen,Ga naar voetnoot22
 
Om bloemhof en om bron, om lusthof en prieel.
 
De Lente noot de jeught: de Winter heeft zijn deel.Ga naar voetnoot24
Bloeimaent.
25[regelnummer]
De jongkvrouw Bloeimaent schijnt het hart der jeugt te blaken,
 
Doch niet door blaauw gewaat, of bloemen, schoon van glans,
 
En tulpen, die zy hecht aan haren rijcken krans;
 
Maar door de bloem, waer me zy verft haar mont, en kaken.
 
Ick zie aspergh, en roos: 'k hoor gondelzangk, en snaar.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
De Tweling kust sijn broêr; de jeugt de bloem van 't jaar.Ga naar voetnoot30
Zomermaent.
 
Bedaaghde Zomermaent, men laat geen schaap verlegen;Ga naar voetnoot31
 
Indien het gaat vermast, zoo neem het op uw schoot:Ga naar voetnoot32
 
Maar scheert ghy 't om de wol, zoo scheer het niet te bloot,
 
En wasch het wit, als sneeuw, dat u de hemel zegen.
35[regelnummer]
Drijf, vroeg en spa, de kudde in 't velt, en naar het hock:
 
Zy loont u met haar melck, en spier, en ruige lock.Ga naar voetnoot36
[pagina 561]
[p. 561]


illustratie
BLOEIMAENT
Prent van Suyderhoeff naar de schilderij van Sandrart


[pagina 562]
[p. 562]


illustratie
ZOMERMAENT
Prent van Suyderhoeff naar de schilderij van Sandrart


[pagina 563]
[p. 563]


illustratie
HOIMAENT
Prent van R.A. Persyn naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 564]
[p. 564]
Hoimaent.
 
De Hoimaent voegt het geel en goutgeel, licht van ploien,
 
Haar hant de hark, waar me zy 't hoy vast ommewerpt,Ga naar voetnoot38
 
't Welk droogt, terwijl de Zon haar stralen wet en scherpt.
40[regelnummer]
De zeissen girst door 't gras: de huismans naarstigh hoien,Ga naar voetnoot40
 
En 's weimans valk, om hoogh, den reiger grijpt, en bijt.Ga naar voetnoot41
 
Een ieder vlamt op winst: om winst is al de strijt.
Oegstmaent.
 
O Oegstmaent, 't ga u wel, daar, met gestroopten armen,
 
En naakt in 't hemt, ghy 't mes gaat drijven in den oegst.
45[regelnummer]
Zoo wort de zeissen niet gegeten van den roest.Ga naar voetnoot45
 
Maar om uw' ouderdom moet zich mijn hart erbarmen.
 
Nu bint de schoof, la op, en voer haar naar de schuur.
 
Hoe zweet ghy om den kost! het zalig broot valt zuur.Ga naar voetnoot48
Herfstmaent.
 
De Herfstmaent gaat te merckt, op dat de huik haar passe,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Daar deze tafel draaght de bloemkool, en meloen,
 
En druif, en abrikoos, en appel, en pompoen.
 
Zy pickt vast vijgen uyt, en leitze in haar kabasse.Ga naar voetnoot52
 
De Hartogh jaaght en schiet de harten, in 't verschiet.Ga naar voetnoot53
 
Onnozel hart, zie toe: ghy loopt in uw verdriet.
Wijnmaent.
55[regelnummer]
De wijngaart krult om 't hooft van Wijnmaent, schier verdronken.Ga naar voetnoot55
 
Hy puiloogt vast op 't vat, waar by zijn blijschap zwoer.Ga naar voetnoot56
 
Hoe zwilt zijn druif! wie perst de druif in parlemoer?Ga naar voetnoot57
 
Hem past dat panters vel en 't root. Wien hoor ick ronken?Ga naar voetnoot58
 
De Farheer, in 't verschiet, danst voor de Duitsche bruit.Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Zijn gulle geest houdt maat op zackpijp, en op fluit.Ga naar voetnoot60
[pagina 565]
[p. 565]


illustratie
OEGSTMAENT
Prent van Suyderhoeff naar de schilderij van Sandrart


[pagina 566]
[p. 566]


illustratie
HERFSTMAENT
Prent van C. van Dalen naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 567]
[p. 567]


illustratie
WIJNMAENT
Prent van R.A. Persyn naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 568]
[p. 568]
Slaghtmaent.
 
De moede jager keert: hy heeft den haas gevangen,
 
En draaght hem op den rugh, op zy het teêr gebeent
 
Van mees en vink, en voort wat Slaghtmaent hem verleent.
 
Noch snoft zijn hazewint eens om, met groot verlangen.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Stockou ziet, in 't verschiet, de wilde zwijnejaght.Ga naar voetnoot65
 
Al wat men jaaght in 't wilt, dat wort te Hoof geacht.Ga naar voetnoot66
Wintermaent.
 
Hoe treurt de Wintermaent, gelijck een weeuw, in rouwe
 
Gedompelt over 't hooft. haar kaars en glas gaan uit.Ga naar voetnoot68
 
Het doots-hooft spelt de doot, die 's levens draeiboom sluit.Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
d'Onvruchtbre winter slacht een dootsche weduwvrouwe,Ga naar voetnoot70
 
Die noch kastanjen braat: haar almanack rolt af.Ga naar voetnoot71
 
Wat is een weeuw? een schim; met eenen voet in 't graf.

Hecht aen deze Maenden den Dagh en Nacht, voor den zelven Heere geschildert.aant.

De Dagh.
 
O Schoonste jongelingk, uw blonde locken zwaien
 
Om 't hooft, en in den hals, en geven eenen glans.
75[regelnummer]
U voeght het sneeuwit kleet, uw hooft die blijde krans;
 
Uw eene hant de torts. de zonnebloemen draeien
 
In d'andre hant zich om, en volgen 't lieve licht.
 
Ghy zijt de Dagh, of voert den Dagh in uw gezicht.
De Nacht.
 
Bruinette, ick zal my aan uw schoonheit niet vergapen.Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Uw krans van mankop sluit om 't suizebollend hooft.Ga naar voetnoot80
 
De zwartheit van uw kleet geen licht van starren dooft,
 
De kloot uw elboogh stut. uw oogen moeten slapen.Ga naar voetnoot82
 
Twee kinders, van den slaap verwonnen, en verkracht,Ga naar voetnoot83
 
De nachtuil en de muis verbeelden my den Nacht.Ga naar voetnoot84
[pagina 569]
[p. 569]


illustratie
SLAGHTMAENT
Prent van R.A. Persyn naar de schilderij van J. Sandrart


[pagina 570]
[p. 570]


illustratie
WINTERMAENT
Prent van A. Haelwech naar de schilderij van J. Sandrart


voetnoot*
Van 1643. Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano, verkleind gereproduceerd op de voorvorige bladzij. (Unger: Bibliographie, nr. 737).
Sandrart schilderde op bestelling van keurvorst Maximiliaan van Beieren, regerend vorst van 1598-1651, de Twaalf Maanden en de allegoriese voorstelling van Dag en Nacht, nu in de galerij te Schleiszheim. De opdracht werd gegeven in 1637; Januarie, Maart, Junie en Julie zijn gedateerd op 1642; April, November en Desember op 1643. De 15de Desember 1643 waren de Twaalf Maanden voltooid. Vondel's bijschriften bij de schilderijen zullen ook van 1643 zijn; ze werden reeds in 1644 herdrukt in Verscheide Gedichten. De kopergravures, werk van niet minder dan zes Hollandsche meesters in hun vak, werden gesneden en uitgegeven te Amsterdam. Op de eerste en laatste maand bevindt zich de jaartekening: 1645. Ze verschenen de eerste maal met Latijnse onderschriften in verzen van Caspar van Baerle.
voetnootvs. 1
duikt en krimpt in bonte vellen: hult zich in zijn bontpels en heeft het dan nog koud.
voetnoot4
de Noortvorst: de uit het Noorden komende koude.
voetnoot5
dat die: laat hij; om snippen vaar: uitgaan om snippen te vangen.
voetnoot6
bewaar: blijve bij.
voetnoot7
Sprokelmaent: Mnl. sporkel of sporkelmaent, van onzekere oorsprong, is een oude naam voor Februarie (zie Mnl. Wdb. VII, 1784); braveert: pronkt.
voetnoot10
zijn volle weien: volop te genieten.
voetnoot12
lastig: bezwarend, kwellend.
voetnoot13
sture: gure (vgl. stuurs).
voetnoot16
toeback: Engelse vorm naast tabak. Blijkens het verband werd daaraan geneeskracht toegeschreven.
voetnoot21
huisman: boer.
voetnoot22
om 't velt te ruimen: voor het veld te verlaten.
voetnoot24
heeft zijn deel: heeft gehad wat hem toekomt.
voetnoot29
gondelzangk en snaar: muziek en zang in de gondel, op de achtergrond afgebeeld.
voetnoot30
De Tweling: in deze maand komt de zon in het sterrebeeld de Tweeling; de bloem van 't jaar: de liefste meisjes. Op de prent ziet men twee elkaar kussende engeltjes.
voetnoot31
verlegen: in verlegenheid (door de te zware vacht).
voetnoot32
vermast: zwaar beladen (met wol).
voetnoot36
spier: vlees; lock: wol.
voetnoot38
vast: voortdurend.
voetnoot40
zeissen: oude vorm voor zeis; girst: klanknabootsend woord, dat het Ned. Wdb. IV, 2389, het eerst bij Vondel vermeldt; vgl. Hierusalem Verwoest, vs. 235.
voetnoot41
weiman: jager.
voetnoot45
gegeten van: verteerd door.
voetnoot48
het zalig broot valt zuur: het eerlik verdiende brood wordt met inspanning verworven.
voetnoot49
huik: losse mantel zonder mouwen, van lichte stof ter bescherming van de kleren, aan een ronde kap op 't hoofd bevestigd (zie de prent, en de beschrijving in Ned. Wdb. VI, 1220); de betekenis van op dat is mij, in dit verband, niet duidelik; mogelik heeft het hier nog de oude betekenis: indien.
voetnoot52
vast: intussen; kabasse: rieten mand (op de prent afgebeeld; Ned. Wdb. VII, 783).
voetnoot53
De Hartogh: hier in 't algemeen: de edelman (klankspeling met harten). Zie de achtergrond op de prent.
voetnoot55
wijngaart: wingerd(rank); verdronken: door wijn beneveld.
voetnoot56
puiloogt vast: staart voortdurend met uitpuilende ogen; waar by zijn blijschap zwoer: waarvan hij, in zijn vreugderoes, onafscheidelik was.
voetnoot57
parlemoer: drinkhoren, uit parelmoer op de prent afgebeeld (zie twee plaatsen in Ned. Wdb. XII, 473).
voetnoot58
panters vel: als de traditionele bedekking van Bacchus; 't root: het rood opgeblazen gezicht; Wien hoor ick ronken? d.i. hoor ik hem daar al niet ronken?
voetnoot59
Farheer: naar Hd. Pfarrer, dus: protestants geestelike. Waarschijnlik is de man met de baard bedoeld, die men op de achtergrond aandachtig ziet kijken naar het vat waarin de wijn bereid wordt; danst voor de Duitsche bruit: zinspeling op de bekende uitdrukking: ‘de bruid waarom gedanst wordt’, d.i. de zaak waar 't om te doen is. Vgl. bij Vondel: ‘de Bruyt daer 't al om danste’ (Dl. 1, blz. 273, vs. 74) en Ned. Wdb. III, 1624. Met de Duitsche bruit is dus het Rijnwijnvat bedoeld. In het laatste vers is dan aangeduid dat zijn vrolikheid maat weet te houden.
voetnoot60
gulle: vrolike; zackpijp: doedelzak.
voetnoot64
snoft om: snuffelt rond.
voetnoot65
Stockou: de burcht, in bezit van Sandrart, die men op de prent in de verte ziet.
voetnoot66
geacht: op prijs gesteld.
voetnoot68
glas: zandglas, als tijdmeter.
voetnoot69
draeiboom: boom waarmee een weide of een weg afgesloten werd.
voetnoot70
slacht: gelijkt; dootsche: somber gestemde, maar ook: de dood nabij zijnde.
voetnoot71
haar almanack rolt af: haar leven spoedt ten einde. Het Ned. Wdb. noemt alleen deze plaats, en vergelijkt een andere plaats, waar Vondel spreekt van het afrollen van de levensrol (I, 1296).

voetnoot79
Bruinette: afgeleid van bruin, in de oude betekenis van donker, zwart.
voetnoot80
mankop: papaver, als slaapwekkend middel; vandaar: suizebollend.
voetnoot82
kloot: aardbol.
voetnoot83
van: door; verkracht: krachteloos geworden.
voetnoot84
verbeelden my: zijn voor mij symbolen van.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys