Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Ter bruiloft van den weledelen heer Peter de Graef, Jongkheer van Zuitpolsbroek
en de weledele mejoffer Jakoba Bikker.aant.Ga naar voetnoot*

Non hoec sine numine Divûm
Eveniunt.

 
De jonge Graef, belust uitheemsche steden,Ga naar voetnoot1-vlg.
 
En volken te bezichtigen, met een
 
Hunn' ommegangk, en zinlijkheên, en zeden,Ga naar voetnoot3
 
Quam bly Parijs, 's rijx hooftstadt, ingereên;
5[regelnummer]
Geen stadt, maer eer een weerelt in het kleine,
 
Daer Luidewijk, gezeten in 't palais,Ga naar voetnoot6
 
Wort aengebeên, op d'oevers van de Seine,
 
En triomfeert in oorlogh, en in pais.
 
Wie melt ons wat den jonglingk al gemoete?Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Hy hoorde en zagh zich zelven naulijx zadt;
 
Toen al het rijk het paer gezalfden groete,Ga naar voetnoot11
 
In eene zael, bekleet met kunst en schat.
[pagina 660]
[p. 660]
 
Hier blonk op 't hof een hemel, rijk van zonnen.
 
De rijkdom van de kunst verdoofde goutGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
En diamant, als ofze in 't renperk ronnen,Ga naar voetnoot15
 
Of worstelden wie sterkst den palm behoudt.
 
Hy zagh'er op de hemelsche tapytenGa naar voetnoot17
 
De zege der Bourbonnen afgemaelt,
 
En hoe 't verdrag beslechte 't bloedig wrijten,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
  Daer Henrik en zijn afkomst eer behaelt.
 
Het luste hem t'aenschouwen in 't byzonder
 
Wat Luidewijk, zoo jongk, alree beschrijft.Ga naar voetnoot22
 
In ieder perk gemoet het oog een wonder,Ga naar voetnoot23
 
Waer aen het zich vergeet, en hangen blijft.
25[regelnummer]
Hy ziet in 't endt twee weerelden verwarren.Ga naar voetnoot25
 
De rook, en smook, geschrey, en wapenklank,
 
Trompet, en trom, en stof bedroeft de starren.Ga naar voetnoot27
 
Men luistert hier naer oorloghstoom, noch dwangk.
 
Maer elders, als de zon de nevels doorschijn,
30[regelnummer]
  Komt Liefde allengs gedaelt uit d'ope wolk,
 
Met Wederliefde, op englezangk, te voorschijn.
 
Op dat gezangk rust donderbus en dolk.Ga naar voetnoot32
 
Men ziet ze beide elkandre aenminnigh kussen,
 
En onderling zich vlechten, arm in arm.
35[regelnummer]
De heiren, aen het wijken ondertussen,
 
Staen stil van zelf. Nu hoort men geen gekerm.
 
Heer Polsbroek merkt dat deze hofschildrye
 
Hem afbeelt hoe de krijghseeu raekte in rust,
 
En Luidewijk verbonden aen Marye,
40[regelnummer]
  Bekrachtight dat heel Vrankrijk Spanje kust.Ga naar voetnoot39-40
 
Wie zou, docht Graef, gelooven dat de liefde,
 
En Wederliefde in top dit wonder wrocht,
 
Ter goeder uure elk 't hart der volken griefde.Ga naar voetnoot43
 
De liefde won dat geen geweer bevocht.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Gelukkig zijn de beide nabuurrijken,
 
De harten, die, gewont in 't harrenas,
[pagina 661]
[p. 661]
 
Nu wapenloos verknocht door huwelijken,
 
Een bruiloftskus en wederkus genas.
 
Zoo spreekt hy by zich zelven, en beluistert
50[regelnummer]
  Het vryen van de min en wedermin,
 
Waer op een stem hem stil in d'ooren fluistert:
 
'k Zie u gepaert met uwe nabuurin.Ga naar voetnoot52
 
Het schaemroot verft de leli van zijn kaeken.
 
Dat merkte flux de Hollantsche Gezant,
55[regelnummer]
Die vraegde: hoe? begint uw hart te blaeken,
 
Door eene vonk, gespat van 's Konings brant?Ga naar voetnoot56
 
Schep moedt, en leer op 's Konings voorbeelt paeren:
 
Zoo kan uw bloet, ten zegen van uw stadtGa naar voetnoot58
 
En vaderlant, der oudren stoel bewaeren,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
  Daer grootvaêr, al 't geslacht ter eere, zat.
 
Jakoba lag hem sedert in de zinnen,
 
Gelijk Atlante in 't hart van Hippomeen.Ga naar voetnoot62
 
Hy hoopte haer, gelijk een prijs, te winnen
 
In 't renperk, zoo hem Venus gunst verscheen:
65[regelnummer]
Zoo Venus strael het hart eens quaemt t'ondoien,
 
Dat harder dan het bergh kristal bevroos:
 
Maer 's winters wil de lucht geen bloemen stroien:
 
De lente geeft den knop, en dan de roos.
 
De lente is tot het minnefeest geboren:
70[regelnummer]
  Dan wijdt de jeugt den outer duif en zwaen.Ga naar voetnoot70
 
Elk wierrookt dan gebeên in Venus kooren,
 
En vlecht festoen van roos en myrteblaên.
 
De jongling volgt, op 't hemelschblaeu geflikker
 
Der oogen, zijn beminde, in 't hart geplant,
75[regelnummer]
Een Pallas, uit den eedlen stam van Bikker,
 
Die hier de kroon van deught en schoonheit spant.
 
Wanneer de deugt, in sterfelijke leden
 
Gedompelt, uit het schoone lichaem straelt,
 
Dan wortze van opmerkende aengebeden,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
  Als een godin, uit 's hemels schoot gedaelt.
 
De Wederliefde, in 't kerkgewelf gevlogen,
 
Belaeghtze, en treft door d'oogen haer in 't hart:
 
Dat voeltze, en vint zich onvermoedt bewogen
 
Met 's minnaers wonde, en uitgestaene smart.
[pagina 662]
[p. 662]
85[regelnummer]
Nu wort hy van de schoone heusch bejegent,Ga naar voetnoot85
 
Met een gezicht en ongewoonen lonk.
 
Een blijde star, die zijn vryaedje zegent.
 
Nu vint hy zich, als Hippomeen, aen honk.Ga naar voetnoot88
 
Op dit besluit, van minnezorgen veilig,
90[regelnummer]
  En met een' kus bezegelt mont aen mont,
 
Verschijnt het paer de blijde BruiloftsheilighGa naar voetnoot91
 
Met zijne tortse, en kroont het trouverbont.
 
Hy zeght: nu volght dit licht, gekroonde braven:Ga naar voetnoot93
 
Wy treên u voor, daer 't weeligh roozevelt
95[regelnummer]
Weêr mengt in een de Bikkers en de Graven,
 
Als Venus gloet uw zielen t'zamensmelt.
 
Ten blijk dat gy u medeelt bey te gader,
 
Wort u belooft een lief en edel kroost,
 
Dat teffens zweemt naer moeder, en naer vader.
100[regelnummer]
  Zoo bloeie en groeie uw stam, den nijt getroost.Ga naar voetnoot100

voetnoot*
Van 1662. - Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 I, blz. 686. Het motto, ontleend aan Aeneïs II, 776-77, betekent: ‘dit gebeurt niet zonder goddelike beschikking.’
Opschrift: Voor Peter de Graef en Jacoba Bikker zie het vorige gedicht. Zij trouwden 11 April 1662 op huize Ilpensteyn te Ilpendam. Jan de Witt, die door dit huwelik een zwager werd van Pieter de Graeff, hield bij de bruiloft te Ilpendam geestige toespraken tot het bruidspaar en de gasten (N. Biogr. Wdb.)
voetnoot1-vlg.
Pieter de Graeff had als zeventienjarige jongen burgemeester Huydecoper van Maersseveen vergezeld nar Berlijn, toen deze Amsterdam vertegenwoordigde bij de doop van de zoon van de Grote Keurvorst (zie deel 6, blz. 79). Van 1658-1660 reisde hu in Engeland en Frankrijk. Van zijn tochten in het buitenland schreef hij dagverhalen, waarvan alleen dat van zijn reis naar Berlijn is bewaard gebleven. (N. Biogr. Wdb.).
voetnoot3
zinlijkheên: neigingen.
voetnoot6
Luidewijk: Lodewijk XVI, in 1651 op veertienjarige leeftijd aan de regering gekomen.
voetnoot9
wat den jonglingk gemoete: welke ervaringen hij opdeed.
voetnoot11
het paer gezalfden: de koning en zijn gemalin Maria Theresia, met wie hij in 1660 gehuwd was, zie deel 8, blz. 710-11.
voetnoot14
verdoofde: overschitterde.
voetnoot15
ronnen: oude verl tijd bij rennen.
voetnoot17
de hemelsche tapyten: de wandtapijten, gobelins. Mogelik las Vondel de beschrijving van deze in het verloren dagverhaal van Peter de Graeff. Wij kunnen niet meer nagaan, welke gobelins dit geweest zijn; in elk geval behoorden zij niet tot de beroemde serie die Le Brun ontwierp van het leven van Lod. XIV, want met het weven van deze begon men eerst in 1662 (Zie Heinrich Göbel. Wandteppiche, Leipzig 1928, I, blz. 128).
voetnoot19
't verdrag: van 1659, tussen Frankrijk en Spanje; wrijten: strijd.
voetnoot22
beschrijft: bedrijft. Deze eigenaardige betekenis komt in de zeventiende-eeuwse volkstaal herhaaldelik voor: zie Ned. Wdb. II, 1998.
voetnoot23
gemoet: ontmoet.
voetnoot25
twee weerelden: van mensen- en goden-figuren.(?)
voetnoot27
bedroeft: verduistert (Ned. Wdb. II, 1238).
voetnoot32
donderbus: geschut.
voetnoot39-40
Marye: zie vs 11. Het huwelik was een der hoofdvoorwaarden bij de vrede der Pyreneeën.
voetnoot43
Ter goeder uure: op een gezegend ogenblik; elk: nl. de Liefde en de Wederliefde; griefde: geriefde.
voetnoot44
dat: wat; geweer: wapen.
voetnoot52
nabuurin: de bruid woonde op de Keizersgracht, de bruidegom op de Heregracht bij de Hartestraat (Elias, De Vroedschap I, blz. 174 en 422).
voetnoot56
brant: liefdegloed.
voetnoot58
bloet: nakomelingschap.
voetnoot59
stoel: zetel in de stedelike regering.
voetnoot62
Atlante: Atalante, door Hippomenes in een wedloop gewonnen (vgl. 63-64).
voetnoot70
den outer: aan het altaar; duif en zwaen: aan Venus gewijd.
voetnoot79
van opmerkende: door degenen die haar opmerken.
voetnoot85
heusch bejegent van: vriendelik ontvangen door.
voetnoot88
aen honk: aan de eindpaal, bij het einddoel (Ned. Wdb. VI, 934).
voetnoot91
Bruiloftsheiligh: Hymen.
voetnoot93
braven: voortreffeliken.
voetnoot100
den nijt getroost: niet bevreesd voor afgunst (Ned. Wdb. IV, 1853, waar de verbinding met den nijt ontbreekt. Vgl. evenwel den doot getroost).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius