Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .xxv capitel. Hoe hertoge Karel van Lothrijc ende brabant vander cronen berooft wert van Hugen den graue van Parijs gheheeten Capet. Ende vanden groten strijde die si hadden



illustratie

DOe die voorscreuen coninc Lodewijc Lotharijs sone ghestoruen was so senden die princen ende meeste van vrancrijcke aen Kaerlen sijnen oom hertoge van Lothrijc ende van Brabant op dat hy quame die crone des rijcx te ontfangen Mer want Karel hem bereyden wilde met groter machte ende eeren te comen

[Folio 95r]
[fol. 95r]

niet versinnende dat int merren groot perikel was gelegen so vertrac hi sijn coemste so lange dat dye voorscreuen graue gheheten Hughe Capet die een stout ende wijs man was Vrancrijcke in handen creech willende Kaerlen berouen. nochtan waren si beyde twee susters kinder also voorscreuen is. Ende dit rechte pretendeerde Huge om des wille dat sijn oude oom Odo graue van Angouwe coninc geweest had. Vernemende dat hertoge Karel van Brabant, so quam hi met eenen groten heyre van Brabanteren ende wt Lothrijc int iaer ons heren ix.C.lxxx. Ende Huge quam hem te gemoete met grote menichte van volck so datter eenen groten slach geuiel, mer kaerle hadt victorie ende hielt dat velt ende nam in die stadt van Louwe. Huge dit siende vergaderde weder een groot heyr ende quam die stadt van Louwen belegghen meer dan een maent Doe werden die van binnen te rade datse die poorten op deden ende sloegen in Hugens heyr dat si veriaechden ende sloegen veel volcx af. Doe track Karel tot Ryemen ende vinck den eertsbisscop Gilbertus die hem behielp ende dede veel wonders met nigromancien dien Huyge capet daer ghestelt hadde. Ende hi restitueerde weder eertsbisscop Arnulphus oft Arnout in sijn stede die Lotharis natuerlijc sone was, den welcken Huyghe Capet berooft hadde. Jtem karel die vinck ooc die eedele vander stadt van Riemen ende voerdese geuangen te Louwen Ende hi belach oock Montaguyt ende hi creech onder hem al tlant tot Soysson toe

 

Jnt selue iair was groten honger ende dieren tijt. Ende het was so veel sneeus geuallen datmen niet sayen en conde

Ooc seydemen dat coren regende in Haspegouwe, ende ooc cleen visschelkens wten hemel Twelck al teekenen waren van toecomenden wondere

 

Als dan Huge capet sach dat karels macht altijt wies, so en dorste hi hem niet meer beuechten mer hi maecte een heymelic ouerdrach met eenen ouden scalck Ancelmus bisscop van Louwen om kaerlen te doen leueren, dye hem nochtans wel betroude. Ende dese bisscop dede bi nachte die poorten van Louwen Hugen op doen, also hi hem belooft hadde. Ende Huge quam met groter macht in die stadt ende hy vinck den eedelen hertoge karel in sijn bedde die eens conincx sone was ende sijn huysurouwe met veel anderen ende dedese voeren tot Orliens gheuangen, ende sonderlinge bleef karel dair geuangen tot sijnder doot toe die hi starf int iaer daer na, achterlatende een sone geheeten Otto ende .ij dochteren Gherberga ende Ermegardis. Aldus wert onterft vander cronen dat edel geslacht vanden groten coninc karel Ende Huyghe met sijn nacomers sijn coninghen ghebleuen Maer naemaels is die crone bi huwelike weder in coninc karels geslachte gecomen ouer mits Adela die coninghinne des grauen Tybauts van Bloys dochter sijnde van coninc karels geslachte, ende was moeder van coninc Philips die twede geheten die vermeerder des coninx sinte lodewijcx oude vader ende was die .vij. coninc na coninc Hughen

Noch bi meerderen bewijse soe sijn beyde dese linien oft geslachten, te weten, van coninc karel die grote, ende coninc Huge vergadert ende tesamen ghemingelt. ouermits Elyzabeth des grauen Bou-

[Folio 95v]
[fol. 95v]

dewijns van Henegouwen dochter dye die selue coninc Philips getrout hadt die vanden rechten gheslachte vanden groten coninc Karel was ouermits Ermgaert haer oude moeder dye des voorscreuen hertogen Karels die te Orliens sterff dochter was, also corts hier voor gheseyt is

 

Dese voorscreuen veranderinge ende vervreemdinge der cronen van vrancrijcke heeft den menigen groot verwonderinge gemaect. Maer nochtans so en is dat so groten wonder niet als wi aenmercken willen daer die heylighe scriftuer seyt Wi is die dair bekennende is den sinne des heren, of wie heeft sijn raetsman geweest. Oft hi seggen wilde, niemant. wiens ordelen diepe ende ongrondelijc sijn Jn wiens handen sijn alle conincrijcken vander aerden die dat rijcke ouerstelt van deen volck tot op dander ouermits bedroch ende onrecht dat inden menschen is. etcetera.

 

Jn somige boecken van ouden croniken oft historien so vintmen bescreuen dat die voorscreuen Huyge Capet daer te voren bi nachte een verthoninge had van sinte Walericus die hem van gods wegen bootschapte, dat hi ende sijn nacomelingen tot eewigen tijden die crone van vrancrijcke besitten souden, mits dien dat die selue Huge sijn reliquien ende van sinte Richerius weder had gebracht op haer plaetsen, na datse wt wesen vanden ongelouigen Noormannen ende Denen elders getransporteert hadden doe si alle tlandt bedoruen, also voorseyt is

 

Jtem om noch meer hier af te weten als vander veranderingen van deser crone van Vrancrijcke. So is te weten al waert dat dese voorscreuen reuelatie van gheenre waerden en waer ende datmen die voor fantasije hielde, ende dat Huge tonrechte die Fransche crone aen geueert hadde So en soude dair nochtan niet wel wt volghen dat die goede coninc Robertus sijn sone (die welc een duechdelic man was) ende sijn nacomelingen daer so veel heylige coningen af ghecomen sijn dat si die crone te onrechte beseten hadden die so vierichlijc in heylicheyt hebben geleeft dat wonder is, vromelic dat ongelouich volck beuechtende. etc.

 

Ooc so is te weten dat na der doot vanden hertoge Otto van Brabant, die welcke was des voorseyden hertoghen Karels soone, so en was gheen manlick oor meer van coninck karels geslachte Ende want bider wet gheheten Lex salica, ende ooc bi ouder gewoonten ouer .M. iaren in Vrancrijcke onderhouden dat de crone op geen vrouwen en versterft So wast gheoorloft den princen metten volcke des rijcx yemant coninc te kiesen. Ooc is te vermoeden dat also bi gods wille geschiet is van deser derder generatien of genealogien van coninc Hugo, want die ander twee voorgaende generatien, te weten van coninc Clodoueus eerst kersten, ende van Pippijn des groten Karels vader hebben gehadt gloriose ende eerlike beginselen mer sobere ende deerlike eynden, maer dese derde genealogie oft linie ter contrarien heeft gehadt een snode oft sober beghin ende een loofliken ende gloriose voortganc so dat blijct in veel duechdelijke ende victotriose coningen van deser

[Folio 96r]
[fol. 96r]

linien sijnde die kerstelijc geleeft hebben niet sparende hem seluen noch haer goet om tkersten gheloue ende die heylighe kercke teghen die onghelouige te bescudden. Sonderlinge was die voorscreuen coninc Robertus een heilich coninc een groot clerck, die die heylige kercke ende de clergie eerde ende door wien god wonderlike dingen wrachte. Hi maecte die sequentia Sancti spiritus assit nobis gratia Diemen opten Sinxen dach singt ende meer ander sangen diemen noch inder kercken hout. Desgelijcx coninc lodewijc die seste van dien name was een deuoot ende goedertieren man ende hi reysde twee mael op die sarasinen. etcetera. Jtem sijn sone coninc Philips die tweeste gheheten die vermeerder was seere victoriues ende hi reysde ooc op die sarasinen Ende sijn sone Lodewijc die .vij. was een kerstelic prince die verwan de onghelouige Albegoyse Mer bouen alle andere is te louen die heilige coninc sinte lodewijc sijn sone dien hi wan aen sinte Blancken die coninginne, die tweewerff op die onghelouige track. Van wiens leuen hier na gheseyt sal worden.

Jtem coninc Philips die derde gheheten Lehardy sinte Lodewijcx sone die was oec een sachtmoedich ende victorioes coninc ende hi reysde ooc op de onghelouige. [So dede oock sijn sone, coninc] Philips die vierde geheeten die schone Philips Jtem ooc was vanden seluen geslachte sinte Lodewijc die minrebroeder bisscop van Tholose coninc karels van Sicilien sone, welc karel was des conincx sinte lodewijcx broeder Jtem ooc waren duechdlike coningen die goede coninc Jan ende karel die vijfte, sijn sone geheeten Karel die wijse, wiens broeder was Philips le hardy hertoge van Bourgondien

Hoe dat keiser Otto die .iij. in geset heeft die .vij. koervorsten om altijt eenen Roomschen keyser te kiesen wt den duitschen natien ende landen

OP dat dat keyserijc dat nv aen de duytsche natie gecomen was volcomeliker vasticheyt hebben mochte ende op dat dat voorseyde keyserijc niet of gedrongen en werde vander duitscher nacie, die in macht van volcke ende starcheyt te bouen gaet alle andere nacien, So heeft keyser Otto die derde mitten vorsten ende princen des duytschen lants gheordineert die .vij. koeruorsten die den keyser voortan souden kiesen, drie geestelijke prelaten ende vier weerlijcke princen, te weten, die eertsbisscopen van Mens, van Colen ende van Triere, die sijn drie eertscancellieren vanden keyserijcke

Jtem die coninc van Bemen, die is schencker vanden rijcke, ende seer gaet die kiesinge na hem, sonderlinge als die ander kueruorsten discoort oft tweedrachtich sijn. Jtem de Palsgraue opten Rijn die wten huse van Beyeren is ende hi is drossaet vanden houe ende spijsdrager. Jtem die hertoge van Sassen, ende is sweertdrager. Jtem die marcgraue van Brandenborch ende is die opperste camerlinc oft proost vander cameren. Mer dan moet den kuere also hi gesloten is ouer gedragen werden onsen aertschen vader den paus van Rome die den ghenen die welck dat daer coninc van Almanien gecoren is placht te approberen alsoe verre als hi daertoe is nut ende bequaem. Jtem ooc worde dat corpus of dat lichaem des roomschen rijcx mit sijn ouerste leden in ordinancie geset ende is gedeelt in x. vieren, dat is in xl. personen, twelck om der cortheyt wille achter gelaten is.

[Folio 96v]
[fol. 96v]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken