Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 239]
[p. 239]

96 Ic sie die morgensterre

Dialooglied. Een vrouw heeft een nachtelijke ontmoeting met de jongeman die aan haar venster zong.

1 (De jongeman is aan het woord)
1,1 morgensterre: (een aanduiding van de geliefde (blijkens 1,2))
1,2 Het heldere gelaat van mijn liefje
2,3 sal: moet
3,2 welghemeyt: opgewekt
3,4 arbeyt: inspanning
4,1 spade: laat
5,4 Wilde hij haar omhelzen
6,2 En rijd niet te dicht achter me
7,2 Zal u volledig toebehoren
8,4 Volledige beschikking over mijn lichaam (of: over mijn leven) hebben
9,1-2 Zij namen elkaar bij de hand en begaven zich
10,3 Omdat: Opdat

Ic sie die morgensterre stamt oorspronkelijk uit een Hoogduitse traditie en bevat motieven uit het dageraadslied. In het begin wekt een jongeman (en niet een wachter) zijn geliefde met zijn gezang in de vroege morgen (1,3). Toepasselijk genoeg noemt hij haar ‘de morgenster’, en vergelijkt zo haar schoonheid met de heldere glans van de planeet Venus wanneer deze voor zonsopgang verschijnt. De eigenlijke ontmoeting, op de daaropvolgende avond, wordt uitgebreid beschreven (strofe 5-11). Nadat de jongeman haar zowel zijn bezittingen als zijn trouw beloofd heeft, brengen zij samen de nacht door op een plek die geschikt is voor de liefde en erotiek: onder de groene linde waar de nachtegaal in zingt. Opvallend is de gelijkheid en gezamenlijkheid die spreekt uit de beschrijving van het liefdesspel in strofe 9: de beide geliefden nemen elkaar bij de hand en begeven zich samen naar de groene linde, terwijl elders in het Antwerps Liedboek het zo is dat de man de vrouw bij de hand neemt en hij haar naar een liefdesplek leidt (heide, groen woud, bed; zie bijvoorbeeld al 22:6; 29:6; 43:5). Strofe 10 bevat een humoristische wending, wanneer de jongeman zijn mantel in het gras legt om minder galante redenen dan in deze situatie te verwachten zouden zijn.

 

Evenals in Duitsland is Ic sie die morgensterre in de Nederlanden een populair lied geweest, waarop al in de vijftiende eeuw devote contrafacten wer-

[pagina 240]
[p. 240]

den gezongen. Daarvan bleven Maria conincghinne, mijn troest mijn toeverlaet en Ick sie de morgen sterre / her Jhesus claer anschijn gedurende de hele zestiende eeuw geliefd. Naast talrijke katholieke liederen zijn er ook enkele schriftuurlijke contrafacten overgeleverd.

Uit het wereldlijke domein is er voor de Nederlanden alleen een nadruk van de tekst uit het Antwerps Liedboek in de Amoreuse Liedekens (na 1613) bewaard. Duitse versies uit de eerste helft van de zestiende eeuw beginnen ongeveer hetzelfde maar wijken af in de pointe van het lied: de jongeman die de aubade heeft aangeheven blijkt gewond, hetzij letterlijk of figuurlijk. Waar het Antwerps Liedboek besluit met een zwerfstrofe (vgl. al 97:3) voordat er eigenlijk iets spannends is gebeurd, gaat de oudste Duitse versie (1524) dramatisch verder met de dood van de gewonde ridder, waarna het meisje zich van het leven berooft.

De melodie is in de Nederlanden overgeleverd sedert de vijftiende eeuw, onder meer in de handschriften uit de sfeer van de Moderne Devotie die in Berlijn en Wenen worden bewaard. Wij hebben hier de versie uit het Devoot ende profitelijck boecxken (1539, nr. 204) gebruikt. Bij de ritmisering zijn de vijftiende-eeuwse notaties geraadpleegd. Varianten van de melodie vindt men nog in katholieke Duitse zangboeken uit de zeventiende eeuw.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 326-328; Meier 1951; Forster 1965, p. 477; King 1971, p. 14-17; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 68-69 en 201-203; Deutsche Volkslieder 1974, dl. 6/1, p. 49-60; Vellekoop 1985; Herchert 1996, p. 89-90; Repertorium 2001, t3762, m0437.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken